ECLI:NL:TAHVD:2010:YA0292 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5672
ECLI: | ECLI:NL:TAHVD:2010:YA0292 |
---|---|
Datum uitspraak: | 20-01-2010 |
Datum publicatie: | 26-01-2010 |
Zaaknummer(s): | 5672 |
Onderwerp: | Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | geen beroep mogelijk tegen beslissing van de raad, waarin verzet tegen een voorzittersbeslissing ongegrond wordt verklaard |
19 januari 2010
No. 5672
De voorzitter van Hof van Discipline
Beslissing
naar aanleiding van het hoger beroep van
klager
tegen:
verweerster.
1. Het geding in eerste aanleg
De voorzitter van het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Gravenhage (verder: de raad) van 16 november 2009, nummer R.3266/08.98, aan partijen toegezonden op 23 november 2009, waarbij het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van 30 juni 2009 ongegrond is verklaard.
2. Het geding in hoger beroep
2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen is op 22 december 2009 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 De voorzitter van het hof heeft voorts kennis genomen van de beslissing van de voorzitter van 30 juni 2009, en het verzetschrift van klager van 3 juli 2009.
3. De beoordeling
3.1 Artikel 46h lid 4 van de Advocatenwet bepaalt dat geen rechtsmiddel openstaat tegen een beslissing van de Raad van Discipline tot niet-ontvankelijkverklaring of ongegrondverklaring van het verzet, gedaan tegen een beslissing van de voorzitter van die raad waarbij een klacht als kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond dan wel van onvoldoende gewicht is afgewezen.
Dit betekent, dat de Advocatenwet aan klager niet de mogelijkheid biedt om in hoger beroep te komen van de bestreden beslissing van de raad.
4. De beslissing
De voorzitter van het hof, op vorenvermelde gronden beslissende:
wijst af het door klager tegen de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Gravenhage van 16 november 2009 ingestelde hoger beroep.
Aldus beslist op 19 januari 2010 door mr. J.H.C. Schouten, voorzitter.