ECLI:NL:TAHVD:2010:YA0264 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5510

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2010:YA0264
Datum uitspraak: 15-01-2010
Datum publicatie: 20-01-2010
Zaaknummer(s): 5510
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Grievende uitlatingen
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Berichten aan derden
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. zijn medeadvocaten, subonderwerp: Regels die betrekking hebben op de juridische strijd
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. zijn medeadvocaten, subonderwerp: Een ander advocaat persoonlijk attaqueren
Beslissingen: Klacht gegrond, zonder maatregel
Inhoudsindicatie: Klacht van advocaat over advocaat wederpartij. Onjuiste mededelingen aan voorzieningenrechter. deels gegrond geen maatregel.

15 januari 2010

No. 5510

Hof van Discipline

Beslissing

naar aanleiding van het hoger beroep van

klager,

tegen:

verweerder.

1. Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam (verder: de raad) van 18 mei 2009, onder nummer 08-309A, aan partijen toegezonden op 18 mei 2009, waarbij van een klacht van klager tegen verweerder onderdeel a deels gegrond is verklaard zonder oplegging van een maatregel en onderdeel b ongegrond is verklaard.

2. Het geding in hoger beroep

2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 15 juni 2009 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg.

2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 9 november 2009, waar klager en verweerder zijn verschenen.

3. De klacht

 De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder:

a. communiceert op een wijze zoals een goed advocaat niet betaamt door bepaalde insinuaties te doen en herhaaldelijk, ongefundeerd en loos te dreigen met klachten;

b. door het verstrekken van onjuiste informatie heeft getracht de voorzieningenrechter op het verkeerde been te zetten met betrekking tot een openbare betekening van de dagvaarding.

Door aldus te handelen c.q. na te laten heeft verweerder volgens klager de norm, vastgelegd in ar. 46 Advocatenwet, overtreden.

4. De feiten

 In overweging 3. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5. De beoordeling

5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.

5.2 De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

6. De beslissing

Het hof:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 18 mei 2009.

Aldus gewezen door mr. J.H.C. Zwitser-Schouten, voorzitter, mrs. P. Heidinga, P.M.A. de Groot-van Dijken, G.R.J. de Groot en G.J.L.F. Schakenraad, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 15 januari 2010.