ECLI:NL:TAHVD:2009:YA0529 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5476

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2009:YA0529
Datum uitspraak: 11-12-2009
Datum publicatie: 21-04-2010
Zaaknummer(s): 5476
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
Beslissingen: Voorwaardelijke schorsing
Inhoudsindicatie: Verweerder gaf second opinion ten bate van rechtsbijstandverzekeraar zonder de cliënt te spreken, die daar wel om had gevraagd. Gegrond. 2 weken voorwaardelijke schorsing.

11 december 2009

No. 5476

Hof van Discipline

Beslissing

naar aanleiding van het hoger beroep van

verweerder,

tegen:

klager.

1. Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch (verder: de raad) van 30 maart 2009, onder nummer M132-2008, aan partijen toegezonden op 31 maart 2009, waarbij een klacht van klager tegen verweerder gegrond is verklaard en de maatregel van een voorwaardelijke schorsing van 2 weken is opgelegd.

2. Het geding in hoger beroep

2.1  De memorie waarbij verweerder van deze beslissing in hoger beroep is gekomen is op 25 april 2009 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg;

- de antwoordmemorie van klager;

- een brief van klager aan het hof van 4 juni 2009;

- een brief van de gemachtigde van klager aan het hof van 18 september 2009.

2.3  Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 9 oktober 2009, waar klager, vergezeld van de heer X., en verweerder zijn verschenen.

3. De klacht

 De klacht houdt het volgende in:

 verweerder heeft, zonder voorafgaand overleg met klager, hetgeen door hem was toegezegd, een negatief advies gezonden aan Y.. De inhoud van de brief van 31 oktober 2007 van verweerder aan Y. voldeed niet aan wat van een professionele rechtsbijstandverlener mag worden verwacht. Deze was gebaseerd op ongefundeerde en/of oncontroleerbare stellingnamen en spoorde niet met de aan verweerder verleende opdracht.

4. De feiten

 De raad heeft vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5. De beoordeling

5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.

5.2 De grieven van verweerder tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

6. De beslissing

Het hof:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch van 30 maart 2009.

Aldus gewezen door mr. W.H.B. den Hartog Jager, voorzitter, mrs. W.M. Poelmann, P.J. Baauw, M.A. Goslings en A.J.M.E. Arpeau, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 11 december 2009.