ECLI:NL:TAHVD:2009:YA0061 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5394

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2009:YA0061
Datum uitspraak: 04-09-2009
Datum publicatie: 14-10-2009
Zaaknummer(s): 5394
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Beleidsvrijheid
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Vermeend ten onrechte geweigerd op toevoeging te werken en  inadequate bijstand.

31 augustus 2009

No.  5394

Hof van Discipline

Beslissing

Naar aanleiding van het hoger beroep van

klager,

tegen:

verweerster.

1.   Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Leeuwarden (verder: de raad) van 9 januari 2009, onder nummer 04/08, aan partijen toegezonden op 13 januari 2009, waarbij een klacht van klager tegen verweerster ongegrond is verklaard.

2. Het geding in hoger beroep

2.1  De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen is op 2 februari 2009 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg

-  de antwoordmemorie van verweerster

- brief van 13 mei 2009 van verweerster aan het hof.

2.3  Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 15 mei 2009, waar klager is verschenen.

3. De klacht

  De klacht houdt het volgende in:

A.

 Op verzoek van klager is op 25 juni 2007 opnieuw een verzoek gedaan hem in aanmerking te doen komen voor gesubsidieerde rechtsbijstand. Dit verzoek is op 5 juli 2007 door de Raad voor Rechtsbijstand afgewezen. Klager heeft daarop op 20 juli 2007 om peiljaarverlegging gevraagd. Dit verzoek is op 7 augustus 2007 door de Raad voor Rechtsbijstand toegewezen. De door klager te betalen eigen bijdrage werd vastgesteld op € 690,=.

Klager heeft verweerster daarop verzocht haar werkzaamheden op basis van die beslissing van de Raad voor Rechtsbijstand voort te zetten. Tot 10 oktober heeft verweerster, ondanks eerdere opmerkingen dat zij niet op gesubsidieerde basis voor klager wilde werken, haar werkzaamheden voor hem voortgezet. Verweerster heeft de indruk gewekt dat zij ook op gesubsidieerde basis voor hem werkzaamheden wilde verrichten. Pas wanneer klager haar duidelijk maakt dat de Raad waarschijnlijk gesubsidieerde rechtshulp zal gaan toekennen, geeft zij te kennen niet op gesubsidieerde basis te willen werken. Verweerster had de beslissing van de Raad voor Rechtsbijstand van 7 augustus 2007 dienen te respecteren. Zij heeft deze beslissing op onjuiste gronden naast zich neergelegd. Door klager pas op 10 oktober 2007 in kennis te stellen van het feit dat zij definitief niet bereid was op basis van gesubsidieerde rechtsbijstand haar werkzaamheden voor hem te continueren, was klager niet meer in staat op een adequate wijze een beroepsprocedure bij het Hof Leeuwarden voor te bereiden. De beroepstermijn van de beschikking van de Rechtbank Groningen van 24 juli 2007 eindigde op 24 oktober 2007.

B.

Verweerster heeft klager onjuist geïnformeerd. Het beroep van klager (tegen de beschikking van 24 juli 2007) zou zich vooral richten op de behoefte en de behoeftigheid van de vrouw (zie hierboven). De Rechtbank Groningen had echter in haar beschikking van 17 april 2007 al definitief een einde gemaakt aan met name dit geschilpunt. Dit blijkt nog eens uit de beschikking van 24 juli 2007. Bezwaren tegen de door de Rechtbank vastgestelde behoefte en behoeftigheid van de vrouw hadden derhalve niet voor of uiterlijk op 24 oktober 2007, derhalve voor of uiterlijk op 17 juli 2007. Verweerster heeft dit volledig over het hoofd gezien.

Door een en ander zijn klagers belangen in de echtscheidingszaak door verweerster ernstig geschaad.

4. De feiten

 De raad heeft vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5. De beoordeling

5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.

5.2 De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

6. De beslissing

Het hof:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Leeuwarden van 9 januari 2009.