ECLI:NL:TADRSHE:2023:43 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-739/DB/LI

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2023:43
Datum uitspraak: 30-03-2023
Datum publicatie: 05-04-2023
Zaaknummer(s): 22-739/DB/LI
Onderwerp: Ontvankelijkheid van de klacht, subonderwerp: Tijdverloop tussen gewraakte gedraging en indienen van de klacht
Beslissingen: Beslissing op verzet
Inhoudsindicatie: Verzet ongegrond.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort  ‘s-Hertogenbosch
van 30 maart 2023

in de zaak 22-739/DB/LI

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 21 november 2022 op de klacht van:

klager

over:

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE 

1.1 Op 24 juni 2022 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg (hierna: “de deken”) een klacht ingediend over verweerder.

1.2 Op 14 september 2022 heeft de raad het dossier met kenmerk K22-066 van de deken ontvangen.

1.3 Bij beslissing van 21 november 2022 heeft de voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht niet-ontvankelijk verklaard.

1.4 Op 21 december 2022 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5 Partijen zijn  opgeroepen voor de mondelinge behandeling van het verzet tijdens de zitting van de raad op 13 februari 2023. Verschenen is verweerder. Klager is niet verschenen.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de beslissing van de voorzitter is gebaseerd, van het verzetschrift en hetgeen overigens ter zitting is verhandeld.   

2 FEITEN en KLACHT

Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

3 VERZET

De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

De voorzitter heeft geen eerlijke en goede beslissing kunnen nemen, omdat de raad van discipline niet alle bewijsstukken heeft ontvangen, waaronder de klachtbrieven die klager in 2016 en 2020 heeft gestuurd aan het advocatenkantoor. 

4 BEOORDELING
 

4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.

4.2 De raad is op grond van het verzetschrift van oordeel dat de verzetgronden van klager niet slagen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval.

4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. S.H.L. Baggel, voorzitter, mrs. R. van den Dungen en M. Callemeijn, leden, bijgestaan door mr. T.H.G. Huber – Van de Langenberg, als griffier en uitgesproken in het openbaar op 30 maart 2023.

Griffier                                                           Voorzitter

Verzonden op: 30 maart 2023