ECLI:NL:TADRSHE:2023:24 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-110/DB/OB
ECLI: | ECLI:NL:TADRSHE:2023:24 |
---|---|
Datum uitspraak: | 24-02-2023 |
Datum publicatie: | 27-02-2023 |
Zaaknummer(s): | 23-110/DB/OB |
Onderwerp: | Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen |
Beslissingen: | Voorzittersbeslissing |
Inhoudsindicatie: | Het staat een advocaat vrij om de wederpartij van zijn cliënt namens die cliënt te informeren over de voorgenomen huuropzegging en tevens over de vervolgstappen, die genomen zouden worden indien hij niet akkoord zou gaan met de huuropzegging. Voorzover klager zich niet kan vinden in de huuropzegging dient hij zich daartegen in rechte te verweren.Klacht kennelijk ongegrond |
Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch
van 24 februari 2023
in de zaak 23-110/DB/OB
naar aanleiding van de klacht van:
klager
over:
verweerder
De [plaatsvervangend] voorzitter van de raad van discipline (hierna ook: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant (hierna: de deken) van 6 februari 2023 met kenmerk 48/22/078K, door de raad per e-mail ontvangen op 6 februari 2023, en van de op de inventarislijst genoemde bijlagen 1 tot en met . De voorzitter heeft ook kennisgenomen van de email van verweerder van 13 februari 2023, met bijlagen, en de e-mail van klager van 21 februari 2023.
1 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht gaat de voorzitter, gelet op het klachtdossier, uit van de volgende feiten.
1.1 Bij brief van 10 maart 2022 is de huur van de woning van klager en zijn echtgenote per 1 december 2022, vanwege dringend eigen gebruik, bestaande uit sloop van de woning van klager en zijn echtgenote ten behoeve van nieuwbouw, door de verhuurder opgezegd. De verhuurder heeft aan klager en zijn echtgenote verzocht hem, middels retourzending van de bijgevoegde akkoordverklaring, te berichten of zij met de huuropzegging instemden. Klager heeft de verhuurder bericht niet in te stemmen met de huuropzegging. Klager kon zich niet verenigen met de onderbouwing van het besluit tot sloop van de woning. De echtgenote van klager heeft niet geregeerd op de huuropzegging door de verhuurder.
1.2 Verweerder heeft, in zijn hoedanigheid van advocaat van de verhuurder, bij brief van 28 april 2022 aan de echtgenote van klager verzocht hem binnen 7 dagen te berichten of zij alsnog kon instemmen met de huuropzegging, bij gebreke waarvan hij een procedure bij de kantonrechter in het vooruitzicht stelde. Verweerder heeft bij brief van 29 april 2022 aan klager bericht dat de verhuurder, ondanks dat klager had laten weten niet in te stemmen met de beëindiging van de huurovereenkomst, tot een beëindiging van die huurovereenkomst wenste te komen. Verweerder verzocht klager hem binnen 7 dagen te berichten of hij toch akkoord ging met de opzegging van de huurovereenkomst per 1 december 2022, bij gebreke waarvan hij een procedure bij de kantonrechter in het vooruitzicht stelde. De echtgenote van klager heeft bij brief van 5 mei 2022 namens de bewonersvereniging op de brief van verweerder gereageerd en klager bij brief van 6 mei 2022. Klager en zijn echtgenote hebben niet ingestemd met de opzegging van de huurovereenkomst.
1.3 Klager heeft op 19 mei 2022, aangevuld per e-mails van 2 en 16 juni 2022, bij de deken een klacht ingediend over verweerder.
1.4 Verweerder is per 11 januari 2023 door een kantoorgenoot vervangen als gemachtigde van de verhuurder in de juridische procedure.
2 KLACHT
2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klager verwijt verweerder het volgende:
Verweerder heeft zich misleidend en opportunistisch opgesteld en zaken naar voren gebracht die niet op feiten zijn gebaseerd. Verweerder heeft zich niet gehouden aan de geldende integriteitscode, omdat hij willens en wetens onjuiste informatie over de zaak heeft verstrekt. Verweerder is belangenverstrengeling niet tegengegaan en heeft zich niet verantwoord voor de door hem gemaakte keuzes.
Klager heeft ter toelichting op de klacht onder meer het volgende naar voren gebracht.
2.2 Verweerder heeft de redenen (onderbouwing) voor het sloop- en vervangende nieuwbouw besluit en de belangen van de eigenaar om dat uit te voeren, niet concreet beschreven als redenen voor de huuropzegging. De eigenaar heeft geweigerd de basisinformatie te geven over de redenen van dat besluit. Hierdoor heeft de eigenaar haar belang voor het uitvoeren van het besluit niet concreet duidelijk gemaakt en dus ook niet de noodzaak -of aannemelijkheid- en het gewicht van haar belang. Verweerder is niet volledig met zijn weergave van de negatieve gevolgen van het besluit voor de huurders.
3 VERWEER
3.1 Verweerder heeft tegen de klacht verweer gevoerd. De voorzitter zal hierna, waar nodig, op het verweer ingaan.
4 BEOORDELING
Toetsingskader
4.1 De zaak betreft een klacht tegen de advocaat van de wederpartij. De maatstaf die de tuchtrechter bij de beoordeling daarvan aanlegt, is mede ingegeven door de kernwaarde partijdigheid die een advocaat in acht behoort te nemen en houdt het volgende in. Een advocaat geniet een ruime mate van vrijheid om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze als hem in overleg met zijn cliënt goeddunkt. Deze vrijheid is niet absoluut, maar kan onder meer beperkt worden doordat (a) de advocaat zich niet onnodig grievend mag uitlaten over de wederpartij, (b) de advocaat geen feiten mag poneren waarvan hij de onwaarheid kent of redelijkerwijs kan kennen, (c) de advocaat bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij niet onnodig of onevenredig mag schaden zonder redelijk doel. Daarbij geldt voorts dat de advocaat de belangen van zijn cliënt dient te behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft, en dat hij in het algemeen mag afgaan op de juistheid daarvan en slechts in uitzonderingsgevallen gehouden is de juistheid daarvan te verifiëren. De advocaat behoeft in het algemeen niet af te wegen of het voordeel dat hij voor zijn cliënt wil bereiken met de middelen waarvan hij zich bedient, opweegt tegen het nadeel dat hij daarmee aan de wederpartij toebrengt. Wel moet de advocaat zich onthouden van middelen die op zichzelf beschouwd ongeoorloofd zijn of die, zonder dat zij tot enig noemenswaardig voordeel van zijn cliënt strekken, onevenredig nadeel aan de wederpartij toebrengen.
Heeft verweerder de hem toekomende vrijheid overschreden?
4.2 Verweerder heeft in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij van klager in zijn brief van 29 april 2022 aan klager het standpunt van de verhuurder verwoord. Klager heeft in zijn klacht en met name in zijn repliek van 8 augustus 2022 uitvoerig te kennen gegeven, waarom hij zich niet kan verenigen met het door de cliënte van verweerder ingenomen standpunt en de onderbouwing daarvan. Ter beoordeling van de tuchtrechter ligt echter enkel de vraag of verweerder in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij bij de behartiging van diens belangen de hem toekomende vrijheden heeft overschreden en wel op zodanige wijze dat hem daarvan een tuchtrechtelijk verwijt te maken valt. Naar het oordeel van de voorzitter is hiervan geen sprake.
4.3 Verweerder heeft in zijn brief van 29 april 2022 aan klager het standpunt van zijn cliënte, dat zij tot beëindiging van de huurovereenkomst per 1 december 2022 wenste te komen, en de gronden waarop de beslissing was gebaseerd, verwoord. De voorzitter begrijpt dat klager door de huuropzegging onaangenaam is getroffen en dat hij het met de motivering daarvan niet eens is, maar dat betekent niet dat verweerder hiervan tuchtrechtelijk een verwijt te maken valt. Het stond verweerder vrij om het standpunt van zijn cliënte aan klager te berichten en hem te informeren over de vervolgstappen, die genomen zouden worden indien klager niet akkoord zou gaan met de huuropzegging. Het stond klager vervolgens vrij al dan niet vrijwillig in te stemmen met de huuropzegging. Voorzover klager niet wenste in te stemmen met de huuropzegging, lag het op zijn weg om zijn standpunt over de gronden van de huuropzegging in de aangekondigde procedure bij de kantonrechter in te brengen, waarna de kantonrechter de standpunten van partijen zal beoordelen en daarover een uitspraak zal doen. Hierin heeft de tuchtrechter geen rol.
4.4 Op grond van het voorgaande zal de voorzitter de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, daarom kennelijk ongegrond verklaren.
BESLISSING
De voorzitter verklaart:
de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, kennelijk ongegrond
Aldus beslist door mr. R.A.J. van Leeuwen, [plaatsvervangend] voorzitter, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken in het openbaar op 24 februari 2023.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 24 februari 2023