ECLI:NL:TADRSHE:2023:22 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-981/DB/LI

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2023:22
Datum uitspraak: 14-02-2023
Datum publicatie: 15-02-2023
Zaaknummer(s): 22-981/DB/LI
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Grievende uitlatingen
Beslissingen: Voorzittersbeslissing
Inhoudsindicatie: Tegenover de stellingen van klager, dat verweerster zijn belangen nodeloos heeft geschaad en dat zij zich onheus jegens hem en zijn advocate heeft uitgelaten, staat de gemotiveerde betwisting daarvan door verweerster. Zonder nadere onderbouwing met bewijsstukken, die niet is gegeven, kan niet worden vastgesteld dat verweerster de belangen van klager nodeloos heeft geschaad, danwel dat zij zich onheus jegens (de advocate van) klager heeft gedragen.Klacht kennelijk ongegrond

Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort 's-Hertogenbosch

van 14 februari 2023

in de zaak 22-981/DB/LI

naar aanleiding van de klacht van:

klager

over:

verweerster

De [plaatsvervangend] voorzitter van de raad van discipline (hierna ook: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg (hierna: de deken) van 16 december 2022 met kenmerk K22-067, door de raad per e-mail ontvangen op 16 december 2022, en van de op de inventarislijst genoemde bijlagen 1 tot en met 7.

1 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht gaat de voorzitter, gelet op het klachtdossier, uit van de volgende feiten.

1.1 Verweerster treedt sinds juli 2020 op in een echtscheidingsprocedure tussen haar cliënte en klager. Tussen (de advocaten van) partijen is gecorrespondeerd en zijn over en weer voorstellen gedaan.

2 KLACHT

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klager verwijt verweerster het volgende:

Verweerster heeft in haar hoedanigheid van advocaat van de wederpartij van klager de belangen van klager nodeloos geschaad.

Klager heeft ter toelichting op de klacht het volgende naar voren gebracht:

2.2 Verweerster werkte niet oplossingsgericht; zij was niet bereid om de gulden middenweg te kiezen. Verweerster schold en gooide met niet relevante artikelen naar de advocate van klager en rechters. Verweerster heeft in de kwestie van de omgangsregeling geen rekening gehouden met het belang van de kinderen. Verweerster heeft klakkeloos namens haar cliënte een onredelijk hoge alimentatievordering ingediend. Verweerster heeft geprobeerd klager uit zijn huis te laten zetten door te vermelden dat hij hele hoge schulden had. Verweerster heeft klager uitgescholden en is zijn eerste advocaat, ondanks haar ziekte, blijven bellen.

3 VERWEER

3 . 1 Verweerster heeft tegen de klacht verweer gevoerd. De voorzitter zal hierna, waar nodig, op het verweer ingaan.

4 BEOORDELING

Toetsingskader

4 . 1 De zaak betreft een klacht tegen de advocaat van de wederpartij. De maatstaf die de tuchtrechter bij de beoordeling daarvan aanlegt, is mede ingegeven door de kernwaarde partijdigheid die een advocaat in acht behoort te nemen en houdt het volgende in. Een advocaat geniet een ruime mate van vrijheid om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze als hem in overleg met zijn cliënt goeddunkt. Deze vrijheid is niet absoluut, maar kan onder meer beperkt worden doordat (a) de advocaat zich niet onnodig grievend mag uitlaten over de wederpartij, (b) de advocaat geen feiten mag poneren waarvan hij de onwaarheid kent of redelijkerwijs kan kennen, (c) de advocaat bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij niet onnodig of onevenredig mag schaden zonder redelijk doel. Daarbij geldt voorts dat de advocaat de belangen van zijn cliënt dient te behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft, en dat hij in het algemeen mag afgaan op de juistheid daarvan en slechts in uitzonderingsgevallen gehouden is de juistheid daarvan te verifiëren. De advocaat behoeft in het algemeen niet af te wegen of het voordeel dat hij voor zijn cliënt wil bereiken met de middelen waarvan hij zich bedient, opweegt tegen het nadeel dat hij daarmee aan de wederpartij toebrengt. Wel moet de advocaat zich onthouden van middelen die op zichzelf beschouwd ongeoorloofd zijn of die, zonder dat zij tot enig noemenswaardig voordeel van zijn cliënt strekken, onevenredig nadeel aan de wederpartij toebrengen (HvD, 17 januari 2022, ECLI:NL:TAHVD:2022:4).

4 . 2 Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerster de haar toekomende vrijheid niet overschreden. Tegenover de stellingen van klager, dat verweerster zijn belangen nodeloos heeft geschaad en dat zij zich onheus jegens hem en zijn advocate heeft uitgelaten, staat de gemotiveerde betwisting daarvan door verweerster. Zonder nadere onderbouwing met bewijsstukken, die niet is gegeven, kan niet worden vastgesteld dat verweerster de belangen van klager nodeloos heeft geschaad, danwel dat zij zich onheus jegens (de advocate van) klager heeft gedragen. Het stond verweerster voorts vrij om in overleg met haar cliënte de aanpak van de zaak te bepalen. Dat verweerder zich hierin niet kan vinden, betekent niet dat verweerster de vrijheid die haar als advocaat van de wederpartij toekomt heeft overschreden.

4 . 3 Op grond van het voorgaande zal de voorzitter de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, daarom kennelijk ongegrond verklaren.

BESLISSING

De voorzitter verklaart:

de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, kennelijk ongegrond

Aldus beslist door mr. S.H. Baggel , [plaatsvervangend] voorzitter, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken in het openbaar op 14 februari 2023.

Griffier Voorzitter

Verzonden op: 14 februari 2023