ECLI:NL:TADRSHE:2022:28 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 21-648/DB/LI

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2022:28
Datum uitspraak: 21-02-2022
Datum publicatie: 25-02-2022
Zaaknummer(s): 21-648/DB/LI
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen: Beslissing op verzet
Inhoudsindicatie: Advocaat van de wederpartij. In verzet geen nieuwe gezichtspunten.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort  ‘s-Hertogenbosch
van 21 februari 2022

in de zaak 21-648/DB/LI

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de [plaatsvervangend] voorzitter van de raad van discipline van 31 augustus 2021 op de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Op 1 december 2020 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg (hierna: “de deken”) een klacht ingediend over verweerder.

1.2 Op 30 juli 2020 heeft de raad het dossier met kenmerk K20-159 van de deken ontvangen.

1.3 Bij beslissing van  31 augustus 2021 heeft de [plaatsvervangend] voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk en gedeeltelijk kennelijk ongegrond verklaard.

1.4 Op 28 september 2021 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op 28 september 2021 per e-mail ontvangen.  

1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van  10 januari 2022. Klager en verweerder hebben de raad per e-mail van 7 januari 2022 bericht ter zitting niet aanwezig te zullen zijn.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de beslissing van de voorzitter is gebaseerd en van het verzetschrift. Ook heeft de raad kennisgenomen van de e-mails van klager van 7 en 10 januari 2022 en van de e-mail van verweerder van 7 januari 2022.

2 FEITEN en KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

  1. Het hoeft geen betoog dat verweerder door het aanbieden van de zwijgovereenkomst aan klager belastingontduiking heeft gefaciliteerd;
  2. Verweerder was betrokken bij de verkoop van de ouderlijke woning van klager en de cliënt van verweerder en heeft de koper niet geïnformeerd over gebreken aan die woning. Ook deze kwestie is middels een zwijgovereenkomst geschikt.

4 BEOORDELING

4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.

4.2 De raad is op grond van het verzetschrift en de ter zitting afgelegde verklaringen van oordeel dat de verzetgronden van klager niet slagen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval.

4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. J.M.H. Schoenmakers, voorzitter, mrs. H.C.M. van den Dungen en R. van den Dungen, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken in het openbaar op 21 februari 2022.

Griffier                                                           Voorzitter

Verzonden: 21 februari 2022