ECLI:NL:TADRSHE:2022:185 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-290/DB/ZWB

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2022:185
Datum uitspraak: 29-12-2022
Datum publicatie: 02-01-2023
Zaaknummer(s): 22-290/DB/ZWB
Onderwerp: Tuchtprocesrecht
Beslissingen: Beslissing op verzet
Inhoudsindicatie: Betreft klacht over advocaat in hoedanigheid van adviseur van de wederpartij. Voorzitter heeft juiste toetsingsnorm gehanteerd en alle feiten en omstandigheden beoordeeld.Verzet ongegrond

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch
van 29 december 2022

in de zaak 22-290/DB/ZWB

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de [plaatsvervangend] voorzitter van de raad van discipline van 3 juni 2022 op de klacht van:

klaagster

tegen:

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Op 5 december 2021 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant (hierna: “de deken”) een klacht ingediend over verweerder.

1.2 Op 4 april 2022 heeft de raad het dossier met kenmerk K21-110 van de deken ontvangen.

1.3 Bij beslissing van 3 juni 2022 heeft de [plaatsvervangend] voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard.

1.4 Op 2 juli 2022 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift ontvangen op 2 juli 2022.

1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 14 november 2022. Daarbij waren aanwezig klaagster en verweerder.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de beslissing van de voorzitter is gebaseerd en van het verzetschrift.

2 FEITEN en KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klaagster in verzet niet op.

3 VERZET

De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

3.1 Verweerder heeft de dienstverlening van de rechtsbijstandsverzekeraar niet getoetst aan wet- en regelgeving, niet aan het Splitsingsreglement. Hij heeft geen kritiek op het niet-naleven van wet- en regelgeving door het bestuur van de VvE en toetst niet of de gedragscode is nageleefd. Hij heeft het dossier niet goed gelezen en de slechte dienstverlening door de rechtsbijstandsverzekeraar niet geconstateerd. Van die slechte dienstverlening zijn verschillende voorbeelden. Klaagster wist niet dat verweerder adviseur was van de rechtsbijstandsverzekeraar, maar was in de veronderstelling dat hij een onafhankelijke advocaat was, aangewezen door de deken. Verweerder heeft misverstand laten bestaan over zijn hoedanigheid (Gedragsregel 9).

4 BEOORDELING

4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.

4.2 De raad is op grond van het verzetschrift en de ter zitting afgelegde verklaringen van oordeel dat de verzetgronden van klaagster niet slagen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval.

4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. S.H.L. Baggel, voorzitter, mrs. H.C.M. Schaeken en U.T. Hoekstra, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken in het openbaar op 29 december 2022.

Griffier Voorzitter

Verzonden : 29 december 2022