ECLI:NL:TADRSHE:2022:171 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-483/DB/OB
ECLI: | ECLI:NL:TADRSHE:2022:171 |
---|---|
Datum uitspraak: | 12-12-2022 |
Datum publicatie: | 20-12-2022 |
Zaaknummer(s): | 22-483/DB/OB |
Onderwerp: | Tuchtprocesrecht |
Beslissingen: | Beslissing op verzet |
Inhoudsindicatie: | Advocaat in hoedanigheid van bindend adviseur.Verzet ongegrond. |
Beslissing
van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch
van 12 december 2022
in de zaak 22-483/DB/OB
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de [plaatsvervangend] voorzitter van de raad van discipline van 21 juli 2022 op de klacht van:
klager
tegen:
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 14 oktober 2021 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant (hierna: “de deken”) een klacht ingediend over verweerder.
1.2 Op 14 juni 2022 heeft de raad het dossier met kenmerk 48/21/135K van de deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 21 juli 2022 heeft de [plaatsvervangend] voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard.
1.4 Op 1 augustus 2022 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift ontvangen op
1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 31 oktober 2022. Daarbij waren aanwezig klager, verweerder en de gemachtigde van verweerder.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de beslissing van de voorzitter is gebaseerd en van het verzetschrift. Ook heeft de raad kennisgenomen van de email van klager van 24 augustus 2022 met bijlagen en voorts van de door klager en de gemachtigde van verweerder overgelegde en voorgedragen spreekaantekeningen en van hetgeen overigens ter zitting naar voren is gebracht.
2 FEITEN en KLACHT
2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op.
3 VERZET
De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:
Klager kan zich niet verenigen met de beslissing van de voorzitter. De voorzitter is vooringenomen en heeft niet alle klachten beoordeeld.
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is op grond van het verzetschrift en de ter zitting afgelegde verklaringen van oordeel dat de verzetgronden van klager niet slagen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval.
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. R.A.J. van Leeuwen, voorzitter, mrs. J.D.E. van den Heuvel en M. Callemeijn, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken in het openbaar op 12 december 2022.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 12 december 2022