ECLI:NL:TADRSHE:2022:135 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-138/DB/ZWB

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2022:135
Datum uitspraak: 05-09-2022
Datum publicatie: 08-09-2022
Zaaknummer(s): 22-138/DB/ZWB
Onderwerp: Grenzen van het tuchtrecht, subonderwerp: Advocaat in overige hoedanigheden
Beslissingen: Beslissing op verzet
Inhoudsindicatie: Contact tussen klager met de beklaagde advocaat heeft enkel plaatsgevonden in diens hoedanigheid van klachtenfunctionaris. De voorzitter heeft de klacht daarom terecht opgevat als een klacht over het optreden van de advocaat in die hoedanigheid.Verzet ongegrond.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch
van 5 september 2022

in de zaak 22-138/DB/ZWB

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de [plaatsvervangend] voorzitter van de raad van discipline van 2 mei 2022 op de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Op 22 januari 2022 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant (hierna: “de deken”) een klacht ingediend over verweerder.

1.2 Op 16 februari 2022 heeft de raad het dossier met kenmerk van de deken ontvangen.

1.3 Bij beslissing van 2 mei 2022 heeft de [plaatsvervangend] voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk verklaard.

1.4 Op 20 mei 2022 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 18 juli 2022. Daarbij waren klager, bijgestaan door zijn echtgenote, verweerder en de gemachtigde van verweerder aanwezig.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de beslissing van de voorzitter is gebaseerd en van het verzetschrift. Ook heeft de raad kennisgenomen van de door de gemachtigde van verweerder overgelegde en voorgedragen spreekaantekeningen en van hetgeen overigens ter zitting naar voren is gebracht. De door klager ter zitting aan de raad overgelegde spreekaantekeningen zijn door klager, ondanks een verzoek van de voorzitter daartoe, ter zitting niet een op een voorgedragen. De spreekaantekeningen van klager zijn daarom niet aan het dossier toegevoegd.

2 FEITEN en KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

De voorzitter heeft niet alle klachtonderdelen (financiële aangelegenheden, bejegening van klager en weigering een opdracht aan te nemen) omschreven en beoordeeld.

Klager heeft ter zitting van de raad toegelicht dat de klacht tegen de kantoorgenote van verweerder voortkomt uit de cultuur van het kantoor, waarvoor verweerder als kantooreigenaar verantwoordelijk is, reden waarom de beroepsfouten van de kantoorgenote van verweerder aan verweerder als kantoor eigenaar zijn toe te rekenen.

4 BEOORDELING

4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.

4.2 De raad is op grond van het verzetschrift en de ter zitting afgelegde verklaringen van oordeel dat de verzetgronden van klager niet slagen. Een advocaat is tuchtrechtelijk enkel verantwoordelijk voor zijn eigen gedragingen. Verweerder heeft uitsluitend in zijn hoedanigheid van klachtenfunctionaris contact gehad met klager. Dit betekent dat klager uitsluitend kan klagen over gedragingen van verweerder in die hoedanigheid. De voorzitter heeft de klacht daarom terecht opgevat als een klacht over het optreden van verweerder in zijn hoedanigheid van klachtenfunctionaris. De voorzitter heeft bij de beoordeling van die klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval.

4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. J.M.H. Schoenmakers, voorzitter, mrs. R. van den Dungen en A. Groenewoud, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken in het openbaar op 5 september 2022.

Griffier Voorzitter

Verzonden: 6 september 2022