ECLI:NL:TADRSHE:2021:93 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 20-892/DB/OB

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2021:93
Datum uitspraak: 31-05-2021
Datum publicatie: 01-06-2021
Zaaknummer(s): 20-892/DB/OB
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Advocaat heeft volgens de aan haar verstrekte en nadien (telefonisch) gewijzigde opdracht gehandeld en heeft klager steeds op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen in zijn zaak. Klacht ongegrond

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch

van 31 mei 2021

in de zaak 20-892/DB/OB

naar aanleiding van de klacht van:

klager

over:

verweerster

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Op 16 juli 2020, aangevuld op 17 juli 2020, heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster.

1.2    Op 24 november 2020 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 48/20/116K van de deken ontvangen.

1.3    De klacht is behandeld op de zitting van de raad van 29 maart 2021. Daarbij was verweerster aanwezig. Klager heeft de raad op 25 maart 2021 telefonisch bericht niet ter zitting van de raad te zullen verschijnen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.4    De raad heeft kennisgenomen van het in 1.2 genoemde klachtdossier en van de op de inventarislijst genoemde bijlagen 1 tot en met 8.

2    FEITEN

2.1    Klager heeft zich op 1 juli 2020 tot verweerster gewend met het verzoek hem bij te staan inzake de kwestie betreffende het herstel van een sinds 31 mei 2020 defecte traplift. Verweerster heeft per email van 1 juli 2020 de gemaakte afspraken bevestigd. Verweerster schreef onder meer het volgende : “In dit gesprek hebben wij gesproken over het uitblijven van het herstel van de traplift in uw woning. Zowel de leasemaatschappij (…..) als de gemeente (….) gaan vooralsnog -ondanks diverse verzoeken daartoe- niet tot herstel over. U kunt echter de traplift reeds vanaf Eerste Pinksterdag 31 mei jl. niet meer gebruiken. U wenst dat herstel op korte termijn plaatsvindt. U heeft mij verzocht uw belangen in deze kwestie te behartigen. Hierbij deel ik u mede dat ik deze opdracht aanvaard.” Klager heeft hierop als volgt geantwoord: “Hierbij zend ik u de afbeelding van de kaart zo als ik ontvangen heb vandaag. Ik maak het bedrag van 148 euro ook meteen op uw rekening over”.

2.2    Verweerster heeft zich bij brief van 7 juli 2020 tot de afdeling Centrum voor Maatschappelijke Deelname (CMD) van de  gemeente X gewend, waarbij zij de hersteltermijn voor de traplift op 13 juli 2020 heeft gesteld.

2.3    Klager heeft verweerster op 14 juli 2020 bericht nog niets van de gemeente of de leverancier van de traplift, verder te noemen H, te hebben vernomen. Verweerster heeft op 15 juli 2020 contact opgenomen met de gemeente en vernam toen dat de brief van 7 juli 2020 nog niet door de gemeente was ontvangen dan wel nog niet was verwerkt. Op voorstel van de gemeente heeft verweerster contact opgenomen met H, die over een onjuist telefoonnummer van klager bleek te beschikken. Verweerster heeft het juiste telefoonnummer van klager doorgegeven, zodat een herstelafspraak kon worden gemaakt. Verweerster heeft klager vervolgens bericht dat hij voor een herstelafspraak door H gebeld zou worden. Klager gaf op dat moment te kennen dat hij alleen nog verwijdering van de traplift en aanpassing van de benedenverdieping van zijn woning wenste en dat hij de naam van de medewerkster van H wilde weten.

2.4    Verweerster heeft hierna H gebeld om de naam van de medewerkster te achterhalen en het standpunt van klager - dat hij enkel nog verwijdering van de traplift en aanpassing van de benedenverdieping wenste - kenbaar te maken. De betreffende medewerkster gaf aan dat voor de verwijdering van de traplift een opdracht van de gemeente nodig was.

2.5    Klager heeft op 16 juli 2020 telefonisch en per email een klacht over verweerster bij (het kantoor van) verweerster ingediend.

2.6    De klachtenfunctionaris van het kantoor van verweerster heeft per email van 16 juli 2020 op de klacht gereageerd.

2.7    Klager heeft op 16 juli 2020 per webformulier een klacht over verweerster bij de deken ingediend.

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klager verwijt verweerster het volgende:

a)    Verweerster heeft zonder overleg gehandeld terwijl er op papier iets anders staat vermeld;

b)    Verweerster heeft niet bekend  gemaakt met wie er overleg is geweest;

c)    Verweerster heeft pas na indiening van de klacht een schriftelijk verslag gegeven.

4    VERWEER

4.1    Verweerster heeft tegen de klacht verweer gevoerd. De raad zal hierna, waar nodig, op het verweer ingaan.

5    BEOORDELING

Ad onderdeel a)

5.1    De raad begrijpt het eerste onderdeel van de klacht aldus dat klager verweerster verwijt dat zij niet heeft gehandeld conform de door klager op 1 juli 2020 aan haar verleende opdracht. Uit de opdrachtbevestiging van 1 juli 2020 volgt dat klager zich op 1 juli 2020 tot verweerster heeft gewend met het verzoek haar bij te staan in de kwestie betreffende het herstel van de traplift. Klager heeft in zijn reactie op 3 juli 2020 niet op de inhoud van de opdrachtbevestiging gereageerd.

5.2    Verweerster heeft in haar verweer en ter zitting van de raad verklaard dat klager gaandeweg het proces tot een ander inzicht is gekomen en dat hij haar telefonisch heeft bericht dat hij niet langer herstel, maar enkel nog verwijdering van de traplift wenste en een aanpassing van de benedenverdieping van zijn woning, wat verweerster vervolgens aan H heeft doorgegeven. Klager heeft de door verweerster gegeven weergave van de feiten niet betwist, zodat de raad daarvan uitgaat.

5.3    Uit het bovenstaande volgt dat verweerster heeft gehandeld conform de aan haar op 1 juli 2020 gegeven opdracht en dat zij steeds het standpunt van klager heeft verwoord, ook toen er sprake was van een gewijzigd standpunt van klager. Klager heeft niet duidelijk gemaakt noch met bewijsstukken onderbouwd op welke wijze de handelwijze van verweerster strijdig was met de door hem verleende en op papier vastgelegde en nadien telefonisch gewijzigde opdracht.

Ad onderdeel b)

5.4    Verweerster heeft op eerste verzoek om de naam van de medewerkster van H aan klager bekend te maken contact opgenomen met H om de door haar niet genoteerde  naam te achterhalen. Nog voordat verweerster klager hiervan op de hoogte heeft kunnen stellen heeft klager een klacht over verweerster ingediend. Niet  valt in te zien  welk tuchtrechtelijk  verwijt verweerster valt te maken.

Ad onderdeel c)

5.5    Klager heeft op 16 juli 2020 een klacht over verweerster ingediend. Nog op dezelfde dag heeft klager een reactie ontvangen van de klachtenfunctionaris van het kantoor van verweerster. Niet valt in te zien welk tuchtrechtelijk verwijt verweerster valt te maken. Verweerster heeft gehandeld volgens de aan haar verstrekte opdracht en heeft klager steeds op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen in zijn zaak.

5.6    De raad zal de klacht op grond van al het bovenstaande in alle onderdelen ongegrond verklaren.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart de klacht in alle onderdelen ongegrond;

Aldus beslist door mr. R.A.J. van Leeuwen, voorzitter, mrs. W.A.A.J. Fick-Nolet en A.J.F. van Dok, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken in het openbaar op 31 mei 2021.

Griffier    Voorzitter