ECLI:NL:TADRSHE:2021:178 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 20-854/DB/ZWB

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2021:178
Datum uitspraak: 09-11-2021
Datum publicatie: 15-11-2021
Zaaknummer(s): 20-854/DB/ZWB
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen: Beslissing op verzet
Inhoudsindicatie: Verzet. De voorzitter heeft terecht en op juiste gronden toepassing gegeven aan artikel 46j Advocatenwet, op grond waarvan de klacht zonder voorafgaande mondelinge behandeling bij beslissing van de voorzitter kan worden afgedaan. Nu het verzet van klaagster tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch
van 9 november 2021

in de zaak 20-854/DB/ZWB

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 12 maart 2021 op de klacht van:

klaagster

tegen:

verweerster

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Klaagster en de Stichting F hebben op 2 februari 2020 bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant, hierna: “de deken”, een klacht ingediend over verweerster.

1.2 Bij e-mail d.d. 12 november 2020 met kenmerk nr. K20-15 heeft de deken de klacht ter kennis gebracht van de raad. 

1.3 Bij beslissing van 12 maart 2021 heeft de voorzitter van de raad van discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond verklaard. De beslissing van de voorzitter is op 12 maart 2021 verzonden aan klaagsters.

1.4 Klaagster sub 1 heeft bij e-mail d.d. 2 april 2021 verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De Stichting F heeft in de beslissing van de voorzitter berust.

1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 23 augustus 2021. Daarbij waren klaagster, vertegenwoordigd door de heer V, en verweerster aanwezig. 

1.6 De raad heeft kennisgenomen van: de beslissing van de voorzitter waarvan verzet, de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, het verzetschrift van klaagster, de nagekomen e-mails met bijlagen van klaagster d.d. 3 en 7 augustus 2021 en de nagekomen e-mail met bijlagen van verweerster d.d. 4 augustus 2021.

2 FEITEN

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. 

3 KLACHT EN VERZET

3.1 De klacht, zoals weergegeven in de beslissing van de voorzitter, houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klaagster verwijt verweerster het volgende.

1. Verweerster heeft zich schuldig gemaakt aan manipulatie en valsheid in geschrifte door het overleggen van een “eigen reglement” in plaats van het in het basisreglement van het Kadaster geregistreerd notarieel reglement;

2. Verweerster heeft zich schuldig gemaakt aan manipulatie en valsheid in geschrifte door middel van wijziging van de tekst uit een eerder vonnis van 2004;

3. Verweerster heeft zich schuldig gemaakt aan vrijmetselarij praktijken door middel van inbreng van een second opinion;

4. Verweerster heeft het gebruik van een onrechtmatige handelsnaam door haar opdrachtgever verdedigd;

5. Verweerster heeft een persoonlijk belang bij de uitkomst van de procedure.

3.2 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in:

De weergave van de feiten in de beslissingen van de voorzitter klopt niet want de VVE K is niet in het handelsregister ingeschreven. Verweerster heeft gewerkt zonder opdracht. De voorzitter heeft de klacht ten onrechte ongegrond verklaard.

4        BEOORDELING  

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter de feiten correct heeft vastgesteld, bij de beoordeling van de klacht het juiste beoordelingscriterium heeft gehanteerd en acht heeft geslagen op alle relevante feiten en omstandigheden van het geval.

4.2 De raad is voorts van oordeel dat de voorzitter terecht en op juiste gronden toepassing heeft gegeven aan artikel 46j Advocatenwet, op grond waarvan de klacht zonder voorafgaande mondelinge behandeling bij beslissing van de voorzitter kan worden afgedaan. Nu het verzet van klaagster tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. R.A.J. van Leeuwen, voorzitter, mrs. H.C.M. Schaeken, E.J.M. Rosier, leden, bijgestaan door mr. T.H.G. Huber - Van de Langenberg, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 23 augustus 2021.

Griffier                                                                                               Voorzitter