ECLI:NL:TADRSHE:2020:2 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-679/DB/LI

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2020:2
Datum uitspraak: 27-01-2020
Datum publicatie: 29-01-2020
Zaaknummer(s): 19-679/DB/LI
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Tussenbeslissing. Terugverwijzing naar deken voor nader onderzoek.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort  ’s-Hertogenbosch

van  27 januari  2020

in de zaak 19-679/DB/LI

naar aanleiding van de klacht van:

                        klager

                        tegen:

                  verweerder

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief d.d. 20 maart 2019 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg een klacht ingediend tegen verweerder.

1.2      Bij e-mail aan de raad van 2 oktober 2019 met kenmerk nr. K19-051 heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3      De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 25 november 2019. Verschenen zijn klager en verweerder vergezeld van zijn kantoorgenoot mr. A, tegen wie klager eveneens een klacht heeft ingediend, welke klachtzaak eveneens ter zitting van de raad d.d. 25 november 2019 is behandeld.

1.4      De raad heeft kennis genomen van:

-       de hierboven genoemde brief van de deken en de daaraan gehechte stukken;

-       de nagekomen brief met bijlagen van klager d.d. 4 oktober 2019.

                          2        BEOORDELING

2.1     Zoals de voorzitter van de raad ter zitting d.d. 25 november 2019 aan klager en verweerder heeft voorgehouden, is de raad van oordeel dat op basis van het door de deken op 2 oktober 2019 aan de raad doorgezonden klachtdossier niet goed kan worden vastgesteld welke de relevante feiten en omstandigheden in de onderhavige klachtzaak zijn en welke tuchtrechtelijke verwijten ter beoordeling van de raad voorliggen.  

2.2     De raad ziet in het bovenstaande aanleiding om de zaak terug te verwijzen naar de deken en houdt de verdere behandeling van de zaak en iedere verdere beslissing aan.

BESLISSING

De raad van discipline:

-        verwijst de zaak terug naar de deken met het verzoek het onderzoek naar de klacht en de daarmee samenhangende feiten te hervatten en de raad vervolgens schriftelijk over de uitkomsten van het onderzoek te informeren, waarbij naar het oordeel van de raad in ieder geval de volgende onderzoeksvragen moeten worden beantwoord:

A.    welke zaken van klager zijn door het kantoor van verweerder in behandeling genomen?

B.    wie droeg de verantwoordelijkheid voor de behandeling van ieder dossier: verweerder of mr. A en, in geval van een gezamenlijke verantwoordelijkheid, welke afspraken zijn gemaakt over de werkverdeling tussen verweerder en mr. A?

C.   bevat ieder afzonderlijk dossier een schriftelijke opdrachtbevestiging en een schriftelijke vastlegging van de aanpak van de zaak, de kans van slagen en mogelijke risico’s?

D.   welke werkzaamheden zijn door verweerders kantoor verricht? (Specificatie van de verrichte werkzaamheden, uitgesplitst per dossier en per advocaat)

E.    is er, mede aan de hand van de antwoorden van de hierboven genoemde vragen en de door klager op de pagina’s 20 en 21 van zijn klachtbrief d.d. 20 maart 2019 vermelde opsomming van klachten, aanleiding om de klachtomschrijving zoals vermeld op pagina 1 van de brief van de deken d.d. 13 augustus 2019 te herzien?

-        houdt in afwachting van de ontvangst van de schriftelijke onderzoeksresultaten van de deken de behandeling van de onderhavige klachtzaak voor onbepaalde tijd aan;

-        houdt iedere verdere beslissing aan.

Aldus beslist door mr. M.M.T. Coenegracht, mrs. H.C.M. Schaeken en mr. A.A.M. Schutte, leden, bijgestaan door mr. T.H.G. Huber - Van de Langenberg, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 27 januari 2020.

Griffier                                                                                   Voorzitter