ECLI:NL:TADRSHE:2016:8 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 15-295/DB/ZWB

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2016:8
Datum uitspraak: 11-01-2016
Datum publicatie: 13-01-2016
Zaaknummer(s): 15-295/DB/ZWB
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: De voorzitter heeft op juiste gronden overwogen dat het een advocaat vrij staat om in overleg met zijn cliënte de aanpak van een zaak te bepalen en het standpunt van zijn  cliënte te verwoorden. Verzet ongegrond.

Beslissing van 11 januari 2016

in de zaak 15-295/DB/ZWB

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 2 september 2015 op de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 20 augustus 2015   met kenmerk K14-136 , door de raad ontvangen op 21 augustus 2015 , heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2      Bij beslissing van 2 september 2015 heeft de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen, welke beslissing op 11 september 2015   is verzonden aan klager.

1.3      Bij brief van 15 september 2015 door de raad ontvangen op 21 september 2015 , heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4      Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 9 november 2015 in aanwezigheid van verweerder . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5      De raad heeft kennisgenomen van:

-            de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop

                 de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

-            het verzetschrift van klager d.d. 2 september 2015.

2          FEITEN en klacht

2.1     Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager/klaagster in verzet in zoverre niet opkomt. 

2.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.    verweerder ten onrechte namens zijn cliënte een beroep heeft gedaan op verrekening;

2.    Verweerder niet heeft getracht zijn cliënte ertoe te bewegen om de betaling zoals in het arrest bepaald uit te voeren.

3          VERZET

3.1      De gronden van het verzet houden zakelijk weergegeven in dat:

h et een advocaat niet vrij staat om een rechterlijke uitspraak op gelijke voet te stellen met een gepretendeerde aanspraak en aldus een beroep te doen op verrekening, terwijl aan het vereiste van opeisbaarheid niet was voldaan. De advocaat heeft een bijzondere positie en daarmee een bijzondere verantwoordelijkheid; het tuchtrecht strekt ertoe om haar discipelen binnen fijne lijnen van het métier te houden.

4          BEOORDELING

4.1      Per 1 januari 2015 is de gewijzigde Advocatenwet in werking getreden. De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de Advocatenwet zoals deze tot 1 januari 2015 gold bedoeld.

4.2      De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval.

4.3      Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.4      Nu het verzet van klagers tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, mrs. R.G. Gebel, E.J.P.J.M. Kneepkens, L.J.G. De Haas en A. Groenwoud , leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 11 januari 2016.

griffier                                                               voorzitter                                  

Deze beslissing is in afschrift op 11 januari 2016

verzonden aan:

-     klager

-     verweerder

-     de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant

-     de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.