ECLI:NL:TADRSHE:2016:63 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-316/DB/LI

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2016:63
Datum uitspraak: 13-04-2016
Datum publicatie: 15-04-2016
Zaaknummer(s): 16-316/DB/LI
Onderwerp: Ontvankelijkheid van de klacht, subonderwerp: Tijdverloop tussen gewraakte gedraging en indienen van de klacht
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Stelling dat klager al eerder een klacht heeft ingediend maar dat de deken hem heeft geadviseerd eerst aansprakelijksprocedure te voeren niet onderbouwd en door deken betwist. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort  ’s-Hertogenbosch

van  13  april 2016

in de zaak 16-316/DB/LI

naar aanleiding van de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg (hierna: de deken) van 4 april 2016 met kenmerk K15-085, door de raad ontvangen op 7 april 2016, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1             FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende feiten uitgegaan.

1.1      Verweerder heeft klager bijgestaan in drie kwesties:

a.    een procedure tegen de zorgverzekeraar van klager. De kantonrechter heeft bij vonnis dd. 30 augustus 2011 de vordering van de zorgverzekeraar wegens onbetaald gebleven premies toegewezen. Verweerder heeft namens klager tegen voormeld hoger beroep ingesteld, maar het griffierecht is niet tijdig voldaan, waardoor klager bij arrest van het gerechtshof van 21 februari 2012  is ontslagen van instantie.

b.    In de zaak tegen SNS bank is klager bij verstekvonnis van 2 november 2010 door de kantonrechter veroordeeld tot betaling. Tegen dit vonnis is geen (tijdig) verzet ingesteld;

c.    een geschil met Woningstichting X van de door klager gehuurde woning betreffende door klager gemaakte kosten van herstel van gebreken in die woning, welke kosten volgens klager voor rekening van de Woningstichting dienden te komen. Verweerder heeft op 1 juli 2011 met klager een gesprek met de Woningstichting gevoerd. Hierna heeft verweerder namens klager een klacht bij de Klachtencommissie van de Woningstichting ingediend. De Klachtencommissie heeft de klacht van klager bij beslissing van 4 mei 2012 ongegrond verklaard. Verweerder heeft klager gelet op de geringe kans van slagen geadviseerd af te zien van een gerechtelijke procedure.

1.2      Klager heeft verweerder aansprakelijk gesteld voor door hem geleden schade en in rechte gevorderd verweerder te veroordelen tot betaling van de door hem geleden schade. De kantonrechter heeft bij vonnis van 15 juli 2015 de vordering van klager afgewezen met veroordeling van klager in de proceskosten. De procedure in appel is nog aanhangig.

1.3      Bij brief van 5 september 2015 heeft klager bij de deken een klacht ingediend over verweerder.

2             KLACHT

2.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder de belangen van klager in  de zaken waarin hij klager heeft bijgestaan niet op juiste wijze heeft behartigd, waardoor klager schade heeft geleden.

3             BEOORDELING

3.1      Op grond van het bepaalde in artikel 46g Advocatenwet wordt een klacht door de voorzitter van de raad niet-ontvankelijk verklaard, indien het klaagschrift wordt ingediend na verloop van drie jaren na de dag waarop de klager heeft kennisgenomen of redelijkerwijs kennis heeft kunnen nemen van het handelen of nalaten van de advocaat waarop de klacht betrekking heeft.

3.2      De klacht van klager heeft betrekking op gedragingen van verweerder in de periode 2010-2012. De zaak tegen de zorgverzekeraar is geëindigd door het arrest van het gerechtshof van 21 februari 2012, de zaak tegen de SNS bank door het onherroepelijk vonnis van de kantonrechter van 2 november 2010, althans door de betaling aan de deurwaarder omstreeks augustus 2011, en de zaak tegen de Woningstichting door de beslissing van de Klachtencommissie van 4 mei 2012.

3.3      Nu klager pas bij brief van 5 september 2015 een klacht bij de deken heeft ingediend, is de klacht niet tijdig, zoals bedoeld in artikel 46 g lid 1 sub a, ingediend. De stelling van klager, dat hij reeds op 24 september 2013 een klacht bij de deken heeft ingediend, maar dat deze hem heeft geadviseerd eerst de aansprakelijkheidsprocedure te voeren en pas daarna een klacht in te dienen, wordt gepasseerd, nu deze stelling zonder nadere toelichting die klager niet heeft gegeven, niet is onderbouwd. Bovendien heeft de deken in zijn brief aan klager en verweerder van 4 maart 2016 aangegeven dat klager in 2013 geen klacht tegen verweerder bij hem heeft ingediend.

3.4      Op grond van het voorgaande zal de voorzitter de klacht, met toepassing van artikel 46 g lid 1 onder 1 Advocatenwet niet-ontvankelijk verklaren.

BESLISSING

De voorzitter verklaart:

de klacht met toepassing van artikel 46g, eerste lid, onder a, Advocatenwet, niet-ontvankelijk

Aldus beslist door mr. W.E.A. Gimbrere-Straetmans, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 13 april 2016.  

Griffier                                                                        Voorzitter

mededelingen van de griffier ter informatie:

Deze beslissing is in afschrift op 14 april 2016

verzonden aan:

- klager

-  verweerder

-  de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg

Ingevolge artikelen 46j en 46h van de Advocatenwet kunnen klager, verweerder  en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg binnen dertig dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch,

Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift ( in tweevoud ), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven.

De termijn van dertig dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van dertig dagen is niet mogelijk.

                     Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

                     a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 1190, 4801 BD Breda

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd in het gerechtsgebouw, Sluissingel 20, Breda

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is

088-2053737

Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.

Informatie ook op raadvandiscipline.nl