ECLI:NL:TADRSHE:2016:24 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-087/DB/ZWB

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2016:24
Datum uitspraak: 11-02-2016
Datum publicatie: 12-02-2016
Zaaknummer(s): 16-087/DB/ZWB
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Belangen wederpartij niet nodeloos geschaad. Advocaat mag bewijsstukken meenenen naar zitten en verzoeken deze alsnog over te leggen. De rechter bepaalt of dit al dan niet wordt toegestaan.  Klacht kennelijk ongegrond.

Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort  ’s-Hertogenbosch

van  11 februari 2016

in de zaak 16-087/DB/ZWB

naar aanleiding van de klacht van:

klaagster

tegen:

Verweerder

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant (hierna: de deken) van 1 februari 2016 met kenmerk K15-102, door de raad ontvangen op 2 februari 2016, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1             FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende feiten uitgegaan.

1.1      Verweerder heeft de wederpartij van klaagster in een huurgeschil bijgestaan. Verweerder heeft klaagster namens zijn cliënte gedagvaard en een schadevergoeding gevorderd wegens gebreken aan de door klaagster aan de cliënte van verweerder verhuurde woning. De cliënte van verweerder had naar aanleiding van de gebreken aan de woning haar huurbetalingen opgeschort en verrekend met het door haar gestelde huurbedrag. Klaagster betwistte de schade en het recht op verrekening. Klaagster heeft in reconventie betaling van de huurtermijnen gevorderd., alsmede betaling van bedragen voor gebruik van gas, water en licht. Verweerder heeft de vorderingen in reconventie namens zijn cliënte betwist.

1.2      Op 21 september 2015 heeft een comparitie van partijen plaatsgevonden. Ter zitting is een vaststellingsovereenkomst opgemaakt en door partijen ondertekend, waarbij partijen de zaak tegen finale kwijting over en weer hebben geschikt.

1.3      Bij brief van 28 september 2015 heeft klaagster bij de deken een klacht ingediend tegen verweerder.

2             KLACHT

2.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.    verweerder tijdens zijn vakantie een zaakwaarnemer heeft aangesteld die niet bereikbaar was;

2.    verweerder in de procedure bewust onjuiste informatie heeft verstrekt aan de rechter;

3.    verweerder in strijd met de procesregels en zonder toestemming van de advocaat van klaagster heeft getracht stukken in het geding te brengen;

4.    verweerder een niet onderbouwde schadevordering heeft ingediend en uiteindelijk weer ingetrokken.

2.2         Verweerder heeft in strijd met de waarheid verklaard dat zijn cliënte aan de hartbewaking heeft gelegen, terwijl slechts sprake is geweest van een bezoek van 7 minuten aan de EHBO met de conclusie dat er niets aan de hand was.

2.3         Verweerder heeft de stelling ingenomen dat er sprake was van drie hotelnota’s terwijl deze niet overgelegd konden worden.

3                            VERWEER

Ad klachtonderdeel 1

3.1      Verweerder was wegens vakantie afwezig van 27 juli t/m 14 augustus 2015. De bodemprocedure stond op 12 augustus 2015 voor antwoord zijdens klaagster. In de bodemprocedure is tijdens de vakantie van verweerder niets gebeurd.

3.2      Er was tijdens de vakantie van verweerder voorzien in adequate waarneming, waarbij verweerder bovendien zelf via email en telefoon bereikbaar is geweest. Er is in de bodemprocedure geen gebruik gemaakt van de waarneming. De advocaat van klaagster heeft verweerder in deze procedure niet een maal tijdens zijn vakantie benaderd.

3.3      Klaagster heeft aan het begin van de vakantie de cliënte van verweerder zonder recht of titel van gas, water en licht afgesloten. Omdat zij weigerde tot heraansluiting over te gaan is besloten tot een kort geding. Mr. X heeft de cliënte van verweerder in dit kort geding bijgestaan. Klaagster is in kort geding veroordeeld tot heraansluiting over te gaan op straffe van dwangsommen van € 500,- per dag en tot betaling van de proceskosten ad € 972,19. Met de bodemprocedure heeft mr. X geen bemoeienis gehad.

    Ad klachtonderdeel 2

3.4      Verweerder is afgegaan op de mededeling van zijn cliënte. Hij had geen aanleiding te twijfelen aan de mededeling van zijn  cliënte dat zij naar de hartbewaking is geweest. Uit de door klaagster overgelegde stukken blijkt dat er sprake was van hartklachten en een ECG is gemaakt. Ter comparitie is de mededeling niet betwist.

Ad klachtonderdeel 3

3.5      De cliënte van verweerder en haar partner hebben als gevolg van de onrechtmatige afsluiting van gas, water en licht noodgedwongen een aantal nachten in een hotel moeten doorbrengen. De daarvoor gemaakte kosten zijn hangende de bodemprocedure als schadepost opgevoerd. Verweerder heeft deze opgevoerd bij de akte wijziging van eis. De genoemde bedragen komen overeen met de facturen. Ten onrechte waren de facturen niet aan de akte gehecht.

3.6      Er is geen rechtsregel die het meebrengen van bewijsmateriaal ter zitting verbiedt. Verweerder heeft ter zitting verzocht de nota’s alsnog in te mogen brengen. De advocaat van klaagster heeft zich daartegen verzet, waardoor ze niet zijn ingebracht. De belangen van klaagster zijn derhalve niet geschaad. De rechter kondigde bewijsopdrachten aan, waardoor de nota’s in een later stadium alsnog zouden worden ingebracht. Door de schikking tussen partijen is het zover niet gekomen.

Ad klachtonderdeel 4

3.7      Verweerder heeft namens zijn cliënte 22 producties met bewijsmateriaal ingebracht en getuigenbewijs aangeboden. De advocaat van klaagster heeft een en ander namens klaagster bestreden. De weging van het bewijsmateriaal is aan de rechter. Zover is het als gevolg van de schikking niet gekomen. Verweerder heeft de vordering nimmer ingetrokken. Ter schikking heeft klaagster de facto een schadevergoeding betaald van ongeveer € 7.500,-.

4             BEOORDELING

4.1      De klacht heeft betrekking op het optreden van verweerder als advocaat van de wederpartij. Bij  de beoordeling van een dergelijke klacht geldt als uitgangspunt dat aan de advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot maar mag ook niet worden misbruikt, wat het geval kan zijn als de belangen van de wederpartij (klaagster) nodeloos worden geschaad. Daarnaast geldt dat een advocaat in beginsel mag afgaan op de informatie die zijn cliënt hem verschaft. Dit is slechts anders indien hij weet of behoort te weten dat die informatie onjuist is.

Ad klachtonderdeel 1.

4.2      Verweerder heeft zijn cliënte bijgestaan in de bodemprocedure tegen klaagster., Tijdens zijn afwezigheid wegens vakantie stond de procedure voor antwoord aan de zijde van klaagster. Van verweerder werd gedurende zijn afwezigheid geen actie verwacht. Niet gesteld noch gebleken is dat de advocaat van klaagster tijdens diens afwezigheid vergeefs contact heeft opgenomen met verweerder. Cliënte is in de kort geding procedure bijgestaan door mr. X. Verweerder trad in deze procedure niet op als advocaat. Mr. X trad in de kort geding procedure derhalve niet op als waarnemer van verweerder. Hij was in deze procedure de behandelend advocaat. Voor zover al sprake was van onbereikbaarheid van mr. X valt verweerder hiervan geen verwijt te maken.

Ad klachtonderdeel 2

4.3       Klager en verweerder verschillen van mening over het begrip hartbewaking. Wat hiervan ook moge zijn, niet gebleken is dat verweerder de rechter bewust onjuist heeft geïnformeerd. Verweerder mocht afgaan op de mededeling van zijn  cliënte. Voor zover deze mededeling al relevant was voor het verloop van de procedure had klaagster de mededeling in rechte kunnen betwisten.

Ad klachtonderdeel 3.

4.4       Een rechter is ten aanzien van het indienen van stukken bevoegd om af te wijken van het procesreglement indien er sprake is van bijzondere omstandigheden. Het stond verweerder dan ook dan ook vrij om met een beroep op bijzondere omstandigheden stukken mee te nemen naar de zitting met het verzoek om deze in afwijking van het procesreglement alsnog te mogen indienen. Het is ter beoordeling van de rechter om die stukken al dan niet alsnog te accepteren. Ter zake valt verweerder geen tuchtrechtelijk verwijt te maken.

Ad klachtonderdeel 4

4.5       Het staat een advocaat vrij om in rechte namens zijn cliënte door zijn cliënt vermeende schade te vorderen. Verweerder heeft namens zijn cliënte in rechte een schadevordering tegen klaagster ingediend. De beoordeling van het bewijs van die vordering was voorbehouden aan de rechter. Zo ver is het in de procedure tussen klaagster en de cliënte van verweerder niet gekomen, nu partijen de zaak in onderling overleg ter zitting hebben geschikt. De schikking kwam er op neer dat partijen hun vorderingen over en weer hebben opgegeven tegen finale kwijting over en weer. De voorzitter volgt klaagster derhalve niet in haar stelling dat verweerder een niet onderbouwde vordering heeft ingetrokken, waardoor klaagster schade heeft geleden.

4.6       Op grond van al het voorgaande zal de voorzitter met toepassing van artikel 46 j Advocatenwet, dan ook beslissingen dat de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond is.

BESLISSING

De voorzitter

beslist met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, dat de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond is.

Aldus beslist door mr. G.J.E. Poerink,   voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 11 februari 2016.

Griffier                                                                        Voorzitter

mededelingen van de griffier ter informatie:

Deze beslissing is in afschrift op 11 februari 2016

verzonden aan:

- klaagster

-  verweerder

-  de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant

Ingevolge artikelen 46j en 46h van de Advocatenwet kunnen klager/klaagster, verweerder/verweerster en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant   binnen dertig dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch.,

Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift ( in tweevoud ), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven.

De termijn van dertig dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van dertig dagen is niet mogelijk.

                     Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

                     a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 1190, 4801 BD Breda

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd in het gerechtsgebouw, Sluissingel 20, Breda

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is

088-2053737

Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.

Informatie ook op raadvandiscipline.nl