ECLI:NL:TADRSHE:2016:23 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 15-257/DB/ZWB

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2016:23
Datum uitspraak: 01-02-2016
Datum publicatie: 12-02-2016
Zaaknummer(s): 15-257/DB/ZWB
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Gedragsregel 18 betreft een regel die geldt tussen advocaten onderling. De stelling dat deze regel door een gewijzigd juridisch landschap ook heeft te gelden tegenover andere rechtsbijstandsverleners berust op een misvatting. Klacht ongegrond

Beslissing van 1 februari 2016

in de zaak 15-257/DB/LI

naar aanleiding van de klacht van:

klaagster

tegen:

verweerder

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 10 augustus 2015 met kenmerk K14-135, door de raad ontvangen op 10 augustus 2015, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2      De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 7 december 2015 in aanwezigheid van de gemachtigde van klaagster, de gemachtigde van verweerder en verweerder . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3      De raad heeft kennis genomen van:

de brief van de deken dd. 7 december 2015, met bijlagen.

2          FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1      Verweerder is in juni 2014 benaderd door de heer X inzake een   aansprakelijkheidskwestie. Verweerder heeft in overleg met zijn cliënt makelaarskantoor Y aansprakelijk gesteld voor de door zijn cliënt als gevolg van nalatig handelen van een bij dit kantoor werkzame makelaar te lijden schade. Na de aansprakelijkstelling heeft de gemachtigde van klaagster zich namens klaagster in haar hoedanigheid van beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van Y bij verweerder gemeld. De gemachtigde van klaagster heeft vervolgens een schikkingsvoorstel gedaan. 

2.2      Verweerder heeft na het door klaagster aangeboden schikkingsvoorstel contact opgenomen met Y. Het overleg tussen verweerder en Y heeft tot een schikking geleid.

3          klacht

3.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder rechtstreeks contact heeft opgenomen met Y, de verzekerde van klaagster, en aldus in strijd met gedragsregel 18 heeft gehandeld.

Klaagster heeft ter toelichting op de klacht het volgende naar voren gebracht:

3.2      Gedragsregel 18 dient ook te gelden tegenover rechtshulpverleners die geen advocaat zijn. Het enkele feit dat deze rechtshulpverleners zelf niet gebonden zijn aan een dergelijke standaard zou (in beginsel) niet uit moeten maken. Dit geldt des te meer voor een beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar, omdat deze een eigen financieel belang heeft.

4          VERWEER

4.1      Voordat de gemachtigde van klaagster zich bij verweerder meldde, had verweerder al contact gelegd met Y. Na het voorstel van klaagster en nadat verweerder van weinig bewegingsruimte aan de kant van klaagster was gebleken, heeft verweerder weer met Y contact opgenomen. Verweerder heeft Y bericht dat zijn cliënt het aanbod van klaagster te laag vond. Y was bereid tot onderhandeling maar wilde dit doen in overleg met klaagster. Verweerder heeft klaagster gemeld dat hij in overleg was met Y en verzocht de acceptatietermijn van het voorstel van klaagster met een week te verlengen. Hierna heeft klaagster de klachtwaardigheid van het handelen van verweerder aan de orde gesteld.

4.2      Gedragsregel 18 geldt uitsluitend tussen advocaten onderling en niet ten opzichte van andere rechtsbijstandsverleners. Klaagster trad bovendien niet op als rechtsbijstandsverlener/gemachtigde van Y. Klaagster diende met haar optreden haar eigen financieel belang, omdat zij immers (een deel van) de schadevergoeding/het schikkingsbedrag diende te betalen. Het stond verweerder derhalve vrij zich tot Y te wenden. Daar komt bij dat het een verzekerde in het algemeen niet vrij staat om buiten de verzekeraar om een schikking, waarvan de verzekeraar de kosten moet betalen, te treffen.

5          BEOORDELING

5.1      Per 1 januari 2015 is de gewijzigde Advocatenwet in werking getreden. De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de Advocatenwet zoals deze tot 1 januari 2015 gold bedoeld.

5.2      De raad volgt klaagster niet in haar stelling dat het verweerder op grond van gedragsregel 18 niet vrij stond rechtstreeks contact op te nemen met de wederpartij van zijn cliënt. Gedragsregel 18 betreft een regel die geldt tussen advocaten onderling. De stelling van klaagster dat deze regel door een gewijzigd juridisch landschap ook heeft te gelden tegenover andere rechtsbijstandsverleners berust op een misvatting. Waar immers enerzijds rechtsbijstandsverleners, niet zijnde advocaten, zich tegenover advocaten niet aan de voor advocaten geldende gedragsregels hebben te houden zou er sprake zijn van ongelijke verhoudingen tussen advocaten en andere rechtsbijstandsverleners, indien anderzijds advocaten zich tegenover hen wel aan die regels hebben te houden.

5.3      Daarnaast geldt dat klaagster zich bij verweerder niet heeft gemeld als gemachtigde/rechtsbijstandsverlener van Y, maar als beroeps-aansprakelijkheidsverzekeraar met een eigen financieel belang. Aangezien de cliënt van verweerder zich niet kon vinden in het schikkingsvoorstel van klaagster, stond het verweerder vrij om hierover contact op te nemen met de wederpartij van zijn cliënt. Het lag vervolgens op de weg van Y om de inhoud van een al dan niet door Y te treffen schikkingsvoorstel nader met klaagster te bespreken.

.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. P.H. Brandts, voorzitter, mrs. S.A.R. Lely, A.L.W.G. Houtakkers, A.J.F. van Dok en J.D.E. van den Heuvel, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 1 februari 2016.

griffier                                                                         voorzitter                                  

Deze beslissing is in afschrift op 1 februari 2016

verzonden aan:

-        klaagster

-        verweerder

-        de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-      klaagster

-        verweerder

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

-        de deken van de orde van advocaten te Zeeland-West-Brabant

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.      Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 85452, 2508 CD Den Haag

b.      Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres:

Kneuterdijk 1, 2514 EM Den Haag

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

Het telefoonnummer van het Hof van Discipline is 088-2053777

c.    Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 088-2053701

Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof:

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl