ECLI:NL:TADRSHE:2015:27 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch OB 85 - 2014

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2015:27
Datum uitspraak: 02-02-2015
Datum publicatie: 04-02-2015
Zaaknummer(s): OB 85 - 2014
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Advocaat is niet gehouden een cliënt  in een hoger beroepsprocedure bij te staan, indien hij geen mogelijkheden ziet deze met succes te voeren. Om rechten van klager te sauveren is hoger beroep ingesteld. Advocaat valt niet te verwijten dat de voorzieningenrechter tot een door klager niet gewenst oordeel is gekomen noch  dat de wederpartij niet tot een regeling bereid was. Verzet ongegrond

Beslissing van 2 februari 2015

in de zaak OB 85-2014

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van  29 april 2014 op de klacht van:

    klager

    tegen:

    verweerder

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 4 april 2014  met kenmerk 48/13/211K, door de raad ontvangen op 7 april 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2      Bij beslissing van 29 april 2014 heeft de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad de klacht in beide klachtonderdelen kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 2 mei 2014 is verzonden aan klager. De voorzitter overwoog ten aanzien van klachtonderdeel 1 dat was gebleken dat verweerder X op 21 november 2013 in hoger beroep heeft gedagvaard en ten aanzien van onderdeel 2 dat het verweerder niet valt te verwijten dat de voorzieningenrechter tot een door klager niet gewenst oordeel is gekomen noch dat X niet tot een regeling bereid was.

1.3      Bij brief van 13 mei 2014, door de raad ontvangen op 14 mei 2014, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4      Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 8 december 2014 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5      De raad heeft kennis genomen van:

-                 de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop

                 de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

-                 het verzetschrift van klager d.d. 13 mei 2014, met bijlagen;

-                 de brief van klager d.d. 20 november 2014, met bijlagen.

2          FEITEN en klacht

2.1      Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.   

2.2      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.      verweerder zich niet heeft gehouden aan zijn toezegging om namens klager hoger beroep in te stellen tegen het vonnis van de kantonrechter d.d. 22 augustus 2013;

2.      verweerder de belangen van klager onvoldoende heeft behartigd aangezien X een bedrag ad € 265,- heeft gestolen en zich een onrechtmatig in beslag genomen kostbare piano, märklintrein en parkiet heeft willen toe-eigenen.

.

3          VERZET

3.1      De gronden van het verzet houdt zakelijk weergegeven in dat;

1.    de voorzitter slechts een interpretatie heeft gegeven van de aan de raad overgelegde stukken, en deze is onjuist;

2.    de mondelinge behandeling van het kort geding had moeten gaan over het schikkingsvoorstel;

3.    klager niet betwist dat de advocaat de leiding heeft bij de behandeling van de zaak maar verweerder die leiding juist niet heeft genomen, bij het uitonderhandelen van het schikkingsvoorstel;

4.    verweerder zijn pleitnota voor de zitting van 4 oktober 2013 niet op schrift heeft gesteld.

4          BEOORDELING

4.1      De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval.

4.2      Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager in verzet aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.3      Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

         BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

griffier                                                               voorzitter                                  

Deze beslissing is in afschrift op 2 februari 2015

per aangetekende brief verzonden aan:

-     klager

-     verweerder

en per email aan:

-     de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant

-     de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.