ECLI:NL:TADRSHE:2015:268 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch ZWB 30 - 2015

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2015:268
Datum uitspraak: 14-12-2015
Datum publicatie: 18-12-2015
Zaaknummer(s): ZWB 30 - 2015
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Nu klager ook in verzet geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om schriftelijk dan wel ter zitting van de raad concrete feiten en omstandigheden aan te voeren waaruit blijkt dat verweerder klachtwaardig heeft gehandeld, moet het verzet ongegrond worden verklaard. Verzet ongegrond.

Beslissing van 14 december 2015

in de zaak ZWB 30-2015

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline van 25 maart 2015 op de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 23 februari 2015 met kenmerk K14-101 , door de raad ontvangen op 24 februari 2015, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2      Bij beslissing van 25 maart 2015 heeft de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 30 maart 2015 is verzonden aan klager.

1.3      Bij faxbrief van 1 april 2015 door de raad ontvangen op 1 april 2015, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4      Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 19 oktober 2015 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5      De raad heeft kennisgenomen van:

-                 de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop

                 de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

-                 het verzetschrift van klager d.d. 1 april 2015 met bijlagen .

2          FEITEN, klacht en verweer

2.1      Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht en het verweer verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt. 

3          VERZET

3.1      De gronden van het verzet houden zakelijk weergegeven in dat:

de voorzitter de klacht op alle onderdelen, behoudens ten aanzien van klachtonderdeel 1 waartegen het verzet niet is gericht, onjuist heeft beoordeeld.

Daarom handhaaft klager de klacht op alle overige onderdelen en wenst hij deze beoordeeld te zien door de raad. Volgens klager heeft mr. A. verwijtbaar gehandeld doordat hij: 

1.    de akte (tot het inbrengen van de juiste statuten) verkeerd heeft opgesteld, zodat het gerechtshof deze statuten niet heeft beoordeeld, maar het CZAV napraat alsof er geen statuten waren,

2.    de akte, alvorens deze in te dienen, niet aan klager heeft voorgelegd en aldus aan klager geen goedkeuring heeft gevraagd,

3.    heeft geweigerd de door klager gestelde vragen in zijn e-mails van 23 en 24 juli 2014 te beantwoorden,

4.    nooit heeft verteld waarom het gerechtshof de statuten niet heeft beoordeeld,

5.    niet het belang heeft behartigd van klager, maar van CZAV,

6.    niet het hele dossier heeft overgedragen aan de cassatieadvocaat, aangezien de oorspronkelijke memorie van grieven ontbreekt,

7.    de belangen van klager niet heeft behartigd tegenover de cassatieadvocaat, waardoor er nog steeds geen cassatieadvies is. De cassatieadvocaat weigert een cassatieadvies uit te brengen voor de door mr. A. opgegeven prijs,

8.    zonder medeweten en toestemming van klager arrest heeft gevraagd.

4.  BEOORDELING          

4.1     Per 1 januari 2015 is de gewijzigde Advocatenwet in werking getreden. De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de Advocatenwet zoals deze tot 1 januari 2015 gold bedoeld.

4.2     De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval.

4.3     Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden. Klager heeft in verzet slechts de klacht (op onderdelen) herhaald. Klager heeft ook in verzet geen concrete feiten en omstandigheden aangevoerd waaruit blijkt dat verweerder klachtwaardig heeft gehandeld.

4.4     Nu het verzet van klagers tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

5        BESLISSING

De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. P.H. Brandts , voorzitter, mrs. A.L.W.G. Houtakkers, A.J.F. van Dok, S.A.R. Lely, L.R.G.M. Spronken leden, bijgestaan door mr. A.M.T.A. Verhagen als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 14 december 2015

griffier                                                                         voorzitter                                  

Deze beslissing is in afschrift op 14 december 2015

per aangetekende brief en per gewone post verzonden aan:

-                 klager

-                 verweerder

en per e-mail aan:

-                 de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland West-Brabant

-                 de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Van deze beslissing kan ingevolge het bepaalde in artikel 46h lid 4 van de Advocatenwet geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.