ECLI:NL:TADRSHE:2015:230 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 320 - 2014

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2015:230
Datum uitspraak: 19-10-2015
Datum publicatie: 21-10-2015
Zaaknummer(s): L 320 - 2014
Onderwerp: Ontvankelijkheid van de klacht, subonderwerp: Klachten waarop al eerder is beslist
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht is dezelfde klacht als een eerdere klacht, althans heeft betrekking op hetzelfde feitencomplex als de klacht in die eerdere klachtzaak, waarop onherroepelijk is beslist. De klacht is door de voorzitter terecht niet-ontvankelijk verklaard. Verzet ongegrond

Beslissing van 19 oktober 2015

in de zaak L 320-2014

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 5 januari 2015 op de klacht van:

klager

tegen:

verweerster

ten deze vertegenwoordigd door :

1.

2.

verweerster

gemachtigden:

1.

2.

1 Verloop van de procedure

1.1 Bij brief aan de raad van 9 december 2014 met kenmerk DOK 7191 , door de raad ontvangen op 11 december 2014 , heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van `5 januari 2015 heeft de voorzitter van de raad de klacht als kennelijk niet-ontvankelijk afgewezen, welke beslissing op 12 januari 2015 is verzonden aan klager.

1.3 Bij brief van 26 januari 2015 door de raad per telefax ontvangen op 26 januari 2015 en per post op 27 januari 1015 , heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 31 augustus 2015 in aanwezigheid van klager, mrs. X, Y, Z en A.. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van:

- de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop

de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

- het verzetschrift van klager d.d. 26 januari 2015, met bijlagen en CD-rom;

- de brief van klager dd. 16 augustus 2015, met bijlagen en CD-rom.

2 FEITEN en klacht

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerster haar niet verjaarde aansprakelijkstelling dd. 11 november 2003 heeft laten versloffen.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet houdt zakelijk weergegeven het volgende in:

de raad van discipline heeft alleen het voorland tot 2007 besproken, maar de klacht betreffende het laten versloffen van de aansprakelijkheid niet behandeld.

4 BEOORDELING

4.1 Per 1 januari 2015 is de gewijzigde Advocatenwet in werking getreden. De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de Advocatenwet zoals deze tot 1 januari 2015 gold bedoeld.

4.2 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval.

4.3 De voorzitter heeft terecht overwogen dat de door de klager op 17 augustus 2014 bij de deken ingediende klacht dezelfde klacht is, althans betrekking heeft op hetzelfde feitencomplex als de klacht in klachtzaak L 177-2013 waarover door de tuchtrechter onherroepelijk is beslist

4.4 Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond / kennelijk niet-ontvankelijk bevonden. Een klacht kan immers niet voor een tweede maal aan de tuchtrechter worden voorgelegd indien hierop door de tuchtrechter reeds onherroepelijk is beslist.

4.5 Nu het verzet van klagers tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door m. J.K.B. van Daalen , voorzitter, mrs. J.C. van den Dries, N. M. Lindhout-Schot, J.J.M. Goumans en J.F.E. Kikken, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 19 oktober 2015.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 20 oktober 2015

per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.