ECLI:NL:TADRSHE:2015:196 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 15-328/DB/ZWB

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2015:196
Datum uitspraak: 15-09-2015
Datum publicatie: 16-09-2015
Zaaknummer(s): 15-328/DB/ZWB
Onderwerp: Grenzen van het tuchtrecht, subonderwerp: Advocaat in hoedanigheid van kantoorgenoot
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Het staat een kantoorgenoot als klachtenfunctionaris vrij om contact op te nemen met een cliënt die zich beklaagt over (de factuur) van een kantoorgenoot. Taak als klachtenfunctionaris is naar behoren verricht. Klacht kennelijk ongegrond.

Beslissing van    15   september 2015

in de zaak 15-328/DB/ZWB

naar aanleiding van de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

De (plaatsvervangend)voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant van 31 augustus 2015 met kenmerk K14-06B, door de raad ontvangen op 1 september 2015, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

De voorzitter heeft tevens kennisgenomen van de navolgende stukken:

- brief van klager dd. 9 september 2015

1             FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

1.1      Klager heeft zich in november  2013 met zijn echtgenote tot mr. X, kantoorgenote van verweerder, gewend met het verzoek om als Vfas-advocaat- scheidingsmediator op te treden. Mr. X heeft na enige tijd geconcludeerd dat de zaak zich niet leende voor een bemiddeling en heeft partijen bericht dat ieder een eigen advocaat in de arm diende te nemen. Ter zake van de kosten van de werkzaamheden van mr. X is aan beide partijen de helft van de kosten in rekening gebracht.

1.2      Mr. X heeft naar aanleiding van vragen van klager bij brief dd. 25 maart 2014 de urenspecificaties bij de facturen nader toegelicht. Klager heeft hierop gereageerd per e-mail dd. 14 april 2014.

1.3      Verweerder heeft, in zijn hoedanigheid van klachtenfunctionaris, klager per e-mail dd. 15 april 2014 uitgenodigd voor een gesprek. Klager heeft hierop bericht geen klacht te willen indienen.

1.4      Mr. X heeft klager bij brief dd. 29 april 2014 bericht haar eerdere standpunt ten aanzien van haar facturen te handhaven.

1.5      Verweerder heeft bij brief dd. 6 juni 2014 inhoudelijk gereageerd op de vragen en opmerkingen van klager bij de urenspecificatie. Verweerder heeft klager het voorstel gedaan om de kwestie minnelijk te regelen. Het voorstel hield in dat klager een bedrag ad € 1.250,- zou betalen tegen finale kwijting over en weer.

1.6      Klager heeft per e-mail dd. 18 juni 2014 een klacht tegen mr. X en verweerder ingediend. Klager reageerde niet inhoudelijk op de brief van 6 juni 2014 noch op het voorstel.

1.7      Op 8 oktober 2014 heeft een bespreking tussen klager en verweerder plaatsgevonden. Klager wenste een financiele regeling te treffen. Verweerder heeft aangegeven geen andere regeling te kunnen treffen dan in zijn brief dd. 6 juni 2014 was aangegeven. Verweerder heeft het gesprek per e-mail dd. 8 oktober 2014 bevestigd en voorgesteld het geschil voor te leggen aan de Geschillencommissie Advocatuur. Hij verzocht klager voor 22 oktober 2014 te reageren, bij gebreke waarvan hij aankondigde betaling van de openstaande declaraties in rechte te zullen vorderen.

1.8      Klager heeft per e-mail dd. 28 november bericht een klacht in te willen dienen en per e-mail dd. 17 december voorgesteld om de zaak te schikken op een bedrag ad € 750,-. Verweerder heeft per e-mail dd. 17 december 2014 het voorstel van klager verworpen en zijn eerdere schikkingsvoorstel ad € 1.250,- herhaald. Klager antwoordde per e-mail dd. 18 december 2014 alsnog te zullen reageren op de brief van 6 juni 2014. Hij stelde daarvoor nog tot 5 januari 2015 de tijd nodig te hebben. Verweerder antwoordde per e-mail dd. 18 december 2014 dat klager tot en met 4 januari 2015 de tijd kreeg om inhoudelijk te reageren, bij gebreke waarvan verweerder aankondigde de openstaande facturen in rechte te zullen vorderen. Begin januari 2015 heeft klager het totale bedrag van de openstaande declaraties ad € 1.590,75 betaald.

2             KLACHT

2.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.    verweerder zich ongevraagd heeft gemengd in de discussie tussen klager en mr. X over de facturen en urenspecificatie;

2.    verweerder stelde steeds termijnen, terwijl hij zich zelf niet aan de door klager gestelde termijnen hield;

3.    verweerder heeft de vragen en opmerkingen van klager niet zorgvuldig behandeld; hij heeft de verzamelposten op de urenspecificatie niet gespecificeerd

3             VERWEER

3.1      Klager had aan de debiteurenadministratie laten weten dat hij de facturen niet wilde betalen omdat hij klachten had over mr. X.  Verweerder heeft in zijn hoedanigheid van klachtenfunctionaris klager uitgenodigd voor een gesprek om zijn klachten te bespreken.

3.2      Klager antwoordde geen klacht te willen indienen. Verweerder heeft vervolgens inhoudelijk gereageerd op de vragen en opmerkingen van klager bij de urenspecificaties van mr. X.

3.3      Klager heeft verweerder niet duidelijk gemaakt waarom hij het niet eens was met de declaratie en wenste een matiging zonder dit verzoek met argumenten te onderbouwen. Verweerder heeft dat niet geaccepteerd en heeft vastgehouden aan zijn eerdere schikkingsvoorstel.

4             BEOORDELING

4.1      Per 1 januari 2015 is de gewijzigde Advocatenwet in werking getreden. De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline behandeld en beoordeeld op grond van de Advocatenwet, zoals deze voor 1 januari 2015 gold.

4.2      De klacht heeft betrekking van het functioneren van verweerder in zijn hoedanigheid van klachtenfunctionaris. Het in de artikelen 46 en volgende van de Advocatenwet geregelde tuchtrecht voor advocaat heeft betrekking op het handelen en nalaten van advocaten en beoogt een behoorlijke beroepsuitoefening door advocaten te waarborgen. Wanneer een advocaat optreedt in een andere hoedanigheid dan die van advocaat, geldt het advocatentuchtrecht voor hem slechts in die zin dat  indien die advocaat zich bij de vervulling van die andere hoedanigheid zodanig gedraagt dan wel misdraagt dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur wordt ondermijnd, sprake kan zijn van een handelen of nalaten in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt, waarvan hem een tuchtrechtelijk verwijt gemaakt kan worden. De voorzitter zal de klacht met inachtneming van dit uitgangspunt beoordelen.

4.3      Verweerder is bij de zaak van klager betrokken geraakt nadat een discussie tussen de behandelend  advocaat , mr. X, en klager was ontstaan over de facturen en de daarbij behorende urenspecificaties. Het is gebruikelijk dat klachten over het functioneren van een advocaat of bezwaren tegen declaraties niet worden afgehandeld door de behandelend advocaat zelf, maar door een door het kantoor daartoe aangewezen klachtenfunctionaris. Het was in dat kader dat verweerder klager heeft uitgenodigd voor een gesprek.

4.4      Uit de aan de raad overgelegde stukken is gebleken dat er bij klager onvrede bestond over de afhandeling van de zaak en de facturen. Het stond verweerder vrij om, na overleg met mr. X, in zijn hoedanigheid van klachtenfunctionaris contact op te nemen met klager en inhoudelijk te reageren op zijn opmerkingen en vragen bij de urenspecificaties. Dat klager zijn onvrede niet als klacht heeft aangeduid, maakt dit niet anders.

4.5      Het is eveneens begrijpelijk dat verweerder termijnen aan klager heeft gesteld om op zijn voorstel te reageren. Verweerder dient als klachtenfunctionaris immers de voortgang in een zaak te bewaken. Gelet op de openstaande declaraties had het kantoor van verweerder belang bij een spoedige voortgang van de afhandeling van het geschil.

4.6      Zowel mr. X als verweerder heeft uitvoerig gereageerd op de bezwaren van klager en de urenspecificatie voldoende inhoudelijk toegelicht. Klager is niet ingegaan op de hem geboden gelegenheid om zijn bezwaren nader inhoudelijk toe te lichten en is overgegaan tot betaling van de openstaande facturen.

4.7      Verweerder heeft zijn taak als klachtenfunctionaris naar behoren uitgeoefend, zodat niet valt in te zien welk tuchtrechtelijk verwijt hem te maken valt. De voorzitter zal de klacht in alle onderdelen als kennelijk ongegrond afwijzen.

BESLISSING

De voorzitter:

wijst de klacht in alle onderdelen als kennelijk ongegrond af.

Aldus gegeven door mr. G.J.E. Poerink, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op  15   september 2015

Griffier                                            Voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 15 september 2015

verzonden aan:

-          klager 

-          verweerder

-           de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager, verweerder en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch.

Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift ( in tweevoud ), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van veertien dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de wettelijke termijn van veertien dagen is niet mogelijk.

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 1190, 4801 BD Breda

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd in het gerechtsgebouw, Sluissingel 20, Breda

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is:

088-2053737

Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.