ECLI:NL:TADRSHE:2015:185 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch ZWB 45 - 2015

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2015:185
Datum uitspraak: 07-09-2015
Datum publicatie: 09-09-2015
Zaaknummer(s): ZWB 45 - 2015
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Door klager zijn geen feiten of omstandigheden naar voren gebracht op grond waarvan de raad tot de conclusie zou moeten komen dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is. Verzet niet-ontvankelijk

Beslissing van 7 september 2015

in de zaak ZWB 45-2015

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter

van de raad van discipline van 14 april 2015 op de klacht van:

   klager

   tegen:

   verweerder

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 18 maart 2015 met kenmerk K14-164 door de raad ontvangen op 19 maart 2015, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2      Bij beslissing van 14 april 2015 heeft de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 17 april 2015 per gewone en per aangetekende post is verzonden aan klager.

1.3      Klager heeft per telefax dd. 2 mei 2015, verzet ingesteld tegen voormelde beslissing van de voorzitter.

1.4      De griffier van de raad heeft partijen bij brief dd. 19 mei 2015 bericht dat, nu het verzetschrift door de raad buiten de wettelijke termijn was ontvangen, eerst de ontvankelijkheid van het verzet diende te worden beoordeeld. Partijen zijn bij voormelde brief door de griffier opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 15 juni 2015, met de mededeling dat tijdens deze zitting enkel de ontvankelijkheid van het verzet aan de orde zou worden gesteld.

1.5      De ontvankelijkheid van het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 15 juni 2015. Ter zitting is klager noch verweerder verschenen. Verweerder had de raad bij brief dd 26 mei 2015 bericht niet ter zitting te zullen verschijnen. Van de behandeling is geen proces-verbaal opgemaakt.

1.6      De raad heeft kennisgenomen van:

-          de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

-          het verzetschrift van klager door de raad per telefax ontvangen op 2 mei 2015 ;

-          de brief van verweerder dd. 26 mei 2015;

2          beoordeling

2.1      Per 1 januari 2015 is de gewijzigde Advocatenwet in werking getreden. De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de oude Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de oude Advocatenwet bedoeld.

2.2      Tegen een beslissing van de voorzitter van de raad van discipline kunnen ingevolge het bepaalde in artikel 46 h lid 1 van de Advocatenwet klager en de deken binnen veertien dagen na de verzending van het afschrift van de beslissing schriftelijk verzet doen bij de raad van discipline.

2.3      De beslissing van de raad is verzonden op 17 april 2015. Dit betekent dat de verzettermijn aanving op18 april 2015. Het verzetschrift had derhalve uiterlijk op 1 mei 2015 door de raad dienen te zijn ontvangen. Het verzetschrift van klager is door de raad eerst op 2 mei 2015, derhalve niet tijdig, ontvangen.

2.4      Door klager zijn geen feiten of omstandigheden naar voren zijn gebracht op grond waarvan de raad tot de conclusie zou moeten komen dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is.

2.5      De raad komt op grond van het bovenstaande tot het oordeel dat het verzet  niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

Aldus gegeven door mr. G.J.E. Poerink, voorzitter, mrs. W.H.N.C. van Beek, U.T. Hoekstra, H.C.M.  Schaeken en N. M. Lindhout-Schot , leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 7 september 2015 .

griffier                                                               voorzitter                                  

Deze beslissing is in afschrift op 7 september 2015

per aangetekende brief verzonden aan:

-     klager

-     verweerder

-    de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland- 

    West-Brabant

-     de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan ingevolge het bepaalde in artikel 46 h lid 4 van de Advocatenwet geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.