ECLI:NL:TADRSHE:2014:94 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch OB 85 - 2014

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2014:94
Datum uitspraak: 29-04-2014
Datum publicatie: 07-05-2014
Zaaknummer(s): OB 85 - 2014
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Beleidsvrijheid
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Belangen voldoende behartigd. Advocaat kan niet worden gehouden een in zijn ogen zinloos hoger beroep voort te zetten. Klacht kennelijk ongegrond. 

Beslissing van 29 april 2014

in de zaak OB 85-2014

naar aanleiding van de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement  Oost-Brabant van 4 april 2014 met kenmerk 48/13/211K , door de raad ontvangen op 7 april 2014 , en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1         De kantonrechter heeft bij vonnis dd. 22 augustus 2013 de huurovereenkomst tussen X en klager ontbonden. Klager werd veroordeeld om binnen een maand na betekening van het vonnis zijn woning te ontruimen en te verlaten.

1.2         Klager heeft zich op 17 september 2013 met voormeld vonnis tot verweerder gewend. Verweerder heeft namens klager op 2 oktober 2013 X in kort geding gedagvaard, stellende dat de bewindvoerder in de procedure die leidde tot het vonnis dd. 22 augustus 2013 betrokken had moeten worden en dat nu dat niet is gebeurd de gevolgen daarvan ten laste van X dienden te komen. Verweerder vorderde namens klager X te verbieden tot ontruiming over te gaan, zolang in hoger beroep geen onherroepelijk arrest was gewezen. De voorzieningenrechter heeft bij vonnis dd. 9 oktober 2013 de vorderingen van klager afgewezen.

1.3         Verweerder heeft in opdracht van klager hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter dd. 22 augustus 2013. Verweerder heeft na bestudering van de stukken de conclusie getrokken dat het geen zin had het hoger beroep door te zetten. Verweerder heeft zich hierna wegens een vertrouwensbreuk tussen klager en verweerder teruggetrokken als advocaat van klager. De deken van de orde van advocaten in het arrondissement Oost-Brabant heeft vervolgens voor een second opinion op grond van artikel 13 advocatenwet een andere advocaat aan klager toegewezen. Deze kwam eveneens tot de conclusie dat voortzetting van het hoger beroep zinloos was.

2.           KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.           verweerder zich niet heeft gehouden aan zijn toezegging om namens klager hoger beroep in te stellen tegen het vonnis van de kantonrechter dd. 22 augustus 2013;

2.           verweerder de belangen van klager onvoldoende heeft behartigd aangezien X een bedrag ad € 265,- heeft gestolen en zich een onrechtmatig in beslag genomen kostbare piano, märklintrein en parkiet heeft willen toe-eigenen.

3.           VERWEER

3.1         Klager heeft zich met het vonnis van de kantonrechter dd, 22 augustus 2013 tot verweerder gewend. Verweerder heeft getracht middels een kort geding de ontruiming te voorkomen. De vorderingen van klager zijn in kort geding afgewezen. Verweerder heeft hierna geprobeerd met de verhuurster van de woning van klager tot een onderlinge regeling te komen. Klager gaf verweerder echter uitdrukkelijk opdracht hoger beroep in stellen tegen het vonnis van de kantonrechter. Verweerder is hiertoe overgegaan, maar zag geen mogelijkheden het hoger beroep door te zetten. Verweerder heeft zich vervolgens, ten gevolge van de door klager jegens hem geuite verwijten, teruggetrokken als advocaat van klager.

4.           BEOORDELING

4.1         Uit de aan de raad overgelegde stukken is gebleken dat verweerder op 21 november 2013 X namens klager in hoger beroep heeft gedagvaard. Het eerste onderdeel van de klacht is derhalve feitelijk onjuist en zal op die grond als kennelijk ongegrond worden afgewezen.

4.2         Het tweede onderdeel van de klacht heeft betrekking op de wijze waarop verweerder de belangen van klager heeft behartigd. Een advocaat heeft bij de behandeling van een zaak de leiding en dient vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid te bepalen met welke aanpak de belangen van zijn cliënt het beste zijn gediend. Daarbij komt de advocaat een grote mate van vrijheid toe om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt.

4.3         Vast staat dat klager op het moment dat hij zich tot verweerder wendde reeds bij vonnis van de kantonrechter tot ontruiming van zijn woning was veroordeeld. Verweerder heeft in overleg met klager geprobeerd middels een kort geding de ontruiming te voorkomen. Verweerder had het standpunt van klager in de dagvaarding gemotiveerd uiteengezet. Dat de voorzieningenrechter tot een ander oordeel komt valt verweerder niet te verwijten. Verweerder heeft vervolgens getracht het geschil met X, waaronder het bedrag ad € 265, - , de piano, de märklintrein en de parkiet, in onderling overleg op te lossen. Klager wenste echter dat verweerder overging tot het instellen van hoger beroep, wat verweerder ter sauvering van de rechten van klager heeft gedaan. Het valt verweerder tuchtrechtelijk niet aan te rekenen, dat hij niet bereid was de, in zijn ogen zinloze, procedure in hoger beroep voort te zetten. Op grond van de aan de raad overgelegde stukken valt niet in te zien dat verweerder de belangen van klager onvoldoende heeft behandeld. De voorzitter zal het tweede onderdeel van de klacht daarom eveneens als kennelijk ongegrond afwijzen.

BESLISSING

De voorzitter:

wijst de klacht in beide onderdelen als kennelijk ongegrond af.

Aldus gegeven door mr. J.K.B. van Daalen, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 29 april 2014 .

griffier                                                                         voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 2 mei 2014

per aangetekende en per gewone post verzonden aan:

- klager

per gewone post verzonden aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabanr.

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

a.        Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

b.        Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.