ECLI:NL:TADRSHE:2014:87 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch ZWB 246 - 2013

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2014:87
Datum uitspraak: 22-04-2014
Datum publicatie: 23-04-2014
Zaaknummer(s): ZWB 246 - 2013
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Jegens wederpartij in acht te nemen zorg
Beslissingen: Waarschuwing
Inhoudsindicatie:   Verweerder had moeten onderzoeken op welke wijze zijn cliënt de privé-gegevens van klaagster had verkregen. Door zulks na te laten heeft hij de grenzen van de aan hem toekomende vrijheid als advocaat van de wederpartij overschreden. Klacht gegrond. Waarschuwing.  

Beslissing van 22 april 2014

     in de zaak ZWB246-2013

naar aanleiding van de klachtvan:

klaagster

tegen:

verweerder

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 31 juli 2013 met kenmerk K12-131, door de raad ontvangen op 1 augustus 2013,heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2      Ter zitting van 24 februari 2014 zijn klaagster en verweerder verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3      De raad heeft kennis genomen van:

-       De brief van de deken d.d. 31 juli 2013 met bijlagen;

-       De nagekomen brief met bijlagen van verweerder d.d. 4 februari 2014.

2          FEITEN

          Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1      Verweerder is de advocaat van de ex-echtgenoot van klaagster. Verweerder heeft de ex-echtgenoot van klaagster vanaf augustus 2011 bijgestaan in de echtscheidingsprocedure in het kader waarvan hij namens zijn cliënt zowel is opgetreden in de hoofdzaak als in de procedure ter zake voorlopige voorzieningen. Bij beschikking d.d. 2 november 2011 betreffende voorlopige voorzieningen heeft de rechtbank onder meer bepaald dat de vrouw bij uitsluiting gerechtigd was tot gebruik van de echtelijke woning, terwijl de man deze niet meer mocht betreden.

2.2      Verweerder heeft op 26 juni 2012 foto’s van berichten die klaagster had verzonden via haar Facebook-account aan de rechtbank overgelegd. Voorts heeft verweerder een foto van een brief d.d. 21 november 2011 over klaagsters eindejaarsuitkering in het geding gebracht.

2.3      Klaagster heeft bij de politie aangifte gedaan van computervredebreuk.

3          KLACHT

3.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 van de Advocatenwet doordat hijgebruik heeft gemaakt van onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal. De ex-echtgenoot van klaagster heeft namelijk ingebroken in haar Facebook-account en heeft vervolgens afgeschermde berichten gefotografeerd. Voorts heeft klaagsters ex-echtgenoot een brief gefotografeerd die bij klaagster op tafel lag. Klaagsters ex-echtgenoot heeft deze foto’s vervolgens aan verweerder gestuurd.

4          VERWEER

4.1      Verweerder dient de belangen van zijn cliënt op een zo adequaat mogelijke wijze te behartigen. Het was in het belang van verweerders cliënt om de stukken in het geding te brengen. De stukken zijn niet op onrechtmatige wijze verkregen. Het is overigens ook niet aan verweerder om te onderzoeken op welke wijze stukken welke door zijn cliënt worden aangedragen, zijn verkregen. Dat de door verweerders cliënt aangeleverde documenten in rechte zijn overgelegd, kan verweerder niet worden verweten, nu de inhoud ervan van belang was voor de verdere procesgang.

5          BEOORDELING

5.1      De klacht betreft het optreden van de advocaat van een wederpartij. Bij de beoordeling van een dergelijke klacht heeft te gelden de door het hof van discipline – de hoogste instantie in het advocatentuchtrecht – gehanteerde maatstaf dat de advocaat van de wederpartij een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem goeddunkt. Die vrijheid is niet onbeperkt; deze kan onder meer ingeperkt worden indien de advocaat (1) zich onnodig grievend uitlaat over de wederpartij, (2) feiten poneert waarvan hij weet of redelijkerwijs kan weten dat zij in strijd met de waarheid zijn, of indien (3) de advocaat (anderszins) bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij onnodig of onevenredig schaadt zonder dat daarmee een redelijk doel wordt gediend. Met betrekking tot de onder (2) genoemde beperking moet voorts in het oog worden gehouden dat de advocaat de belangen van zijn cliënt dient te behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft en dat hij in het algemeen mag afgaan op de juistheid van dat feitenmateriaal en slechts in uitzonderingsgevallen gehouden is de juistheid daarvan te verifiëren. De raad zal het optreden van verweerder derhalve aan de hand van deze maatstaf beoordelen.

5.2      Verweerder heeft betoogd dat van hem niet kan worden verwacht dat hij onderzoekt op welke wijze stukken die door zijn cliënt worden aangedragen, zijn verkregen. De raad overweegt dat, anders dan verweerder lijkt te veronderstellen, niet zonder meer ieder door de cliënt aangereikt stuk in rechte kan worden overgelegd. Onder omstandigheden kan het overleggen van onrechtmatig verkregen bewijs tuchtrechtelijk verwijtbaar zijn.

5.3      De raad stelt vast dat de Facebook-berichten persoonlijk zijn en enkel toegankelijk met gebruik van gebruikersnaam en wachtwoord. Dergelijke berichten zijn uitsluitend bestemd voor degenen die geautoriseerde toegang hebben tot de account. Niet is gebleken dat verweerders cliënt daarover beschikte.De raad stelt verder vast dat verweerder beschikte over een brief d.d. 21 november 2011. Die brief is gedateerd nadat de rechter verweerders cliënt de toegang tot de echtelijke woning had ontzegd.

5.4      Aldus ging het om privé-gegevens welke hetzij afkomstig zijn van een ongeautoriseerde toegang tot een account dan wel dateerden van ná de datum waarop verweerders cliënt de woning niet meer mocht betreden. De raad is derhalve van oordeel dat verweerder bij zijn cliënt navraag had moeten doen naar de herkomst van de gegevens. Door zulks na te laten heeft verweerder naar het oordeel van de raad niet gehandeld zoals het een behoorlijk advocaat betaamt. De klacht is derhalve gegrond.

6       MAATREGEL

        6.1     Verweerder heeft de grenzen overschreden van hetgeen hem in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij vrijstond. De raad acht een enkele waarschuwing passend en geboden.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart de klacht gegrond en legt ter zake aan verweerder op de maatregel van enkele waarschuwing .

Aldus gegeven door mr. M.I.J. Hegeman, voorzitter, mrs. A.J. Sol, P.J.W.M. Theunissen, L.W.M. Caudri, L.R.G.M. Spronken, leden, bijgestaan door mr. Th.H.G. van de Langenberg als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 22 april 2014.

griffier                                                                         voorzitter                                  

Deze beslissing is in afschrift op 22 april 2014    

per aangetekende brief verzonden aan:

-       klaagster

-       verweerder

-       de deken in het arrondissement Zeeland-West-Brabant

-       de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-              verweerder

-              de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.       Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 9679, 4801 LT Breda.

b.       Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda .

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.       Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl