ECLI:NL:TADRSHE:2014:330 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch OB 316 - 2014

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2014:330
Datum uitspraak: 29-12-2014
Datum publicatie: 15-01-2015
Zaaknummer(s): OB 316 - 2014
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Advocaat heeft zich wel bereid verklaard dossier tegen betaling van redelijke kopieerkosten te retourneren. Klacht kennelijk ongegrond.

 Beslissing van 29  december 2014

in de zaak OB 316-2014

naar aanleiding van de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant van 4 december 2014 met kenmerk 48/14/110K , door de raad ontvangen op 5 december 2014, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1         Klager en mevrouw X hebben zich tot verweerder gewend in verband met een letselschadezaak betreffende de overleden broer van klager.

1.2         Klager heeft verweerder na de beëindiging van zijn werkzaamheden verzocht het medisch dossier van de broer van klager aan hem te retourneren. Verweerder heeft zich bereid verklaard hiertoe over te zullen gaan, nadat hij een adres had ontvangen waar het dossier naar toe kon worden verzonden en nadat de porto- en kopieerkosten, gesteld op een bedrag ad € 125,-, op de rekening van zijn kantoor zou zijn ontvangen.

2.           KLACHT

2.1          De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 van de  Advocatenwet doordat:

Verweerder, zich beroepend op een bewaartermijn, weigert het medisch dossier van de overleden broer van klager tegen betaling aan klager terug te sturen.

2.2         Klager heeft ter toelichting op de klacht het volgende naar voren gebracht:

Klager is bereid de portokosten te betalen. Klager gaat niet akkoord met betaling van de kopieerkosten, aangezien het geen nut heeft om het dossier te bewaren.

3.            VERWEER   

3.1         Verweerder is bereid het dossier ter beschikking te stellen indien en nadat hij een originele door klager en mevrouw X, die verweerder destijds als clienten heeft aangemerkt, ondertekende verklaring heeft ontvangen, waarin zij onvoorwaardelijk aangeven naar welk adres het dossier kan worden verzonden en indien en nadat een onafhankelijke schriftelijke bevestiging is ontvangen dat het bedrag van € 125,- (betreffende kopieer- en verzendkosten) is gestort op de rekening van het kantoor van verweerder dan wel onder de deken.

4.           BEOORDELING

4.1         Op de klacht kan met toepassing van artikel 46 g van de Advocatenwet door de voorzitter worden beslist.

4.2         Uit de aan de raad overgelegde stukken blijkt dat klager ten onrechte stelt dat verweerder niet bereid is om tegen betaling het dossier van de overleden broer van klager aan klager te retourneren. Verweerder heeft zich immers bereid verklaard het dossier tegen betaling aan klager te retourneren. De klacht is derhalve feitelijk onjuist.

4.3         Klager en verweerder verschillen van mening over de betaling van de kopieerkosten. Gelet op de voor verweerder geldende verplichte bewaartermijn is het begrijpelijk dat verweerder een vergoeding van de kopieerkosten wenst te ontvangen alvorens het dossier aan klager te retourneren. Gelet op de omvang van het dossier – naar schatting van verweerder 14 cm - komt de voorzitter het verzochte bedrag niet excessief voor.

4.4         Nu op grond van het bovenstaande niet valt in te zien welk tuchtrechtelijk verwijt verweerder valt te maken, zal de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afwijzen.

BESLISSING

De voorzitter:

wijst de klacht als kennelijk ongegrond af.

Aldus gegeven door mr. M.I.J. Hegeman, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 29 december 2014.

griffier                                                                         voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 30 december 2014

per gewone en per aangetekende post verzonden aan:

- klager

per gewone post verzonden aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant.

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

b.        Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.