ECLI:NL:TADRSHE:2014:263 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch ZWB 264 - 2014

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2014:263
Datum uitspraak: 27-10-2014
Datum publicatie: 03-11-2014
Zaaknummer(s): ZWB 264 - 2014
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Advocaat niet gehouden tot betaling van schadevergoeding indien deze niet reageert binnen een door de wederpartij gestelde termijn. Advocaat niet gehouden mee te werken aan mediation noch tot het verstrekken van zijn privé-adres. Klacht kennelijk ongegrond.

Beslissing van    oktober 2014

in de zaak ZWB 264-2014

naar aanleiding van de klacht van:

klager

tegen:

verweerster

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement  Zeeland-West-Brabant van 6 oktober 2014 met kenmerk K14-050 , door de raad ontvangen op 7 oktober 2014 , en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1            Klager is van mening dat verweerster in haar hoedanigheid van advocaat van de wederpartij onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld, waardoor hij schade heeft geleden.

1.2            Klager heeft verweerster bij brief dd. 20 februari 2014 aansprakelijk gesteld ter zake van twee onrechtmatige gedragingen en verweerster bericht een civielrechtelijk procedure aanhangig te zullen maken wegens onrechtmatige daad. Klager heeft verweerster voorgesteld tot betaling van een bedrag ad € 1.500, - over te gaan, waarna klager zou afzien van het starten van een procedure. Klager heeft verweerster verzocht, indien zij niet bereid was tot betaling over te gaan, hem binnen 14 dagen hierover te informeren, onder vermelding van haar woonplaats.

1.3            Verweerster heeft bij brief dd. 20 maart 2014 aan klager bericht dat zij van mening was niet onrechtmatig te hebben gehandeld.

2.               KLACHT

2.1         De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk                 verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet                         doordat:

1.    verweerster de consequenties van haar handelen (het betalen van een schadevergoeding ad € 1.500, - aan klager) niet wenst te aanvaarden;

2.    verweerster ten onrechte niet meewerkt aan mediation;

3.    verweerster weigert haar privéadres aan klager bekend te maken.

    2.2         Klager heeft ter toelichting op zijn klacht het volgende naar voren gebracht:

Nu verweerster niet binnen de voorgeschreven termijn van twee weken na dagtekening van de brief dd, 20 februari 2014 heeft gereageerd, moet verweerster worden geacht te hebben ingestemd met het schikkingsvoorstel ad € 1.500, -. Verweerster is derhalve verplicht tot betaling hiervan aan klager over te gaan.

3.           VERWEER

   3.1          Verweerster is niet gebonden aan een door klager eenzijdig gestelde termijn. Verweerster heeft de brief van klager dd. 20 februari 2014 binnen een redelijke termijn beantwoordt.

  3.2           Verweerster betwist onrechtmatig te hebben gehandeld. Verweerster is geen schadevergoeding jegens klager verschuldigd. Verweerster heeft het schikkingsvoorstel op goede gronden afgewezen. Het is aan de civiele rechter voorbehouden om te beoordelen of verweerster als advocaat onrechtmatig heeft gehandeld.

  3.3           Verweerster is niet verplicht haar privéadres kenbaar te maken. Het adres van verweerster staat vermeld in de registers van de burgerlijke stand.

4.           BEOORDELING

4.1         Op de klacht kan met toepassing van artikel 46 g van de Advocatenwet door de voorzitter worden beslist.

4.2         Klager stelt dat de verplichting tot betaling van een bedrag ad € 1.500, - door verweerster aan klager is komen vast te staan, nu verweerster het schikkingsvoorstel niet binnen de door klager gestelde termijn van 14 dagen heeft afgewezen. De voorzitter volgt klager hierin niet. Klager gaat hierbij uit van een onjuiste rechtsopvatting. Een verplichting tot betaling van een schadevergoeding ontstaat enkel door een veroordeling tot betaling van schadevergoeding door de civiele rechter, dan wel indien partijen daartoe in onderling overleg met elkaar een regeling overeenkomen. In deze is geen sprake van een veroordelend vonnis van de rechter, noch van een overeenkomst tussen klager en verweerder, op grond waarvan verweerster gehouden is over te gaan tot betaling van een schadevergoeding. Het was verweersters goed recht aansprakelijkheid van de door klager vermeende schade af te wijzen en het schikkingsvoorstel af te wijzen. Verweerster was bij beantwoording van de brief van klager niet gehouden zich aan de eenzijdig door klager gestelde termijn te houden. Wel mag van een advocaat worden verwacht dat deze binnen een redelijke termijn reageert op een aansprakelijkstelling. Door binnen een maand de brief van klager te beantwoorden heeft verweerster binnen een redelijke termijn gereageerd.

4.3         Een wederpartij kan niet gehouden worden mee te werken aan mediation. Ook het wetsvoorstel “Wet bevordering van mediation in het burgerlijk recht” waarop klager zijn klacht lijkt te hebben gebaseerd, biedt hiertoe geen aanknopingspunt. Voor zover een aansprakelijkstelling van de ene partij door de andere partij wordt betwist, rest geen andere mogelijkheid dan het opstarten van een civielrechtelijke procedure.

4.4         Niet valt in te zien op grond waarvan verweerster gehouden zou zijn haar privéadres aan klager te verstrekken.

4.5         Nu op grond van het bovenstaande niet valt in te zien welk tuchtrechtelijk verwijt verweerster valt te maken, zal de voorzitter de klacht in alle onderdelen als kennelijk ongegrond afwijzen.

BESLISSING

De voorzitter :

wijst de klacht in alle onderdelen als kennelijk ongegrond af.

Aldus gegeven door mr. E.P. van Unen, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op      oktober 2014.

griffier                                                                         voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 28 oktober 2014

per aangetekende en per gewone post verzonden aan:

- klager

per gewone post verzonden aan:

- verweerder

per e-mail verzonden aan:

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-.

Brabant

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

b.        Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.