ECLI:NL:TADRSHE:2014:238 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch OB 381 - 2013

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2014:238
Datum uitspraak: 06-10-2014
Datum publicatie: 08-10-2014
Zaaknummer(s): OB 381 - 2013
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Op de advocaat rust een inspanningsverplichting. Het bereiken van het door de cliënt gewenste resultaat kan door een advocaat niet worden gegarandeerd. Klager heeft eerder nimmer geprotesteerd tegen de totstandkoming van een kerngroep (binnen de grote groep cliënten) waarbinnen de strategie werd bepaald. Klager is steeds op de hoogte gehouden van het verloop van de zaak. Begroting vooraf is niet afgesproken; in omvangrijke zaken met grote belangen bovendien ook niet gebruikelijk en niet goed mogelijk. Op grond van de aan de raad overgelegde stukken en rekening houdend met de grote belangen die met de zaak waren gemoeid excessief declareren niet kunnen vaststellen. Klacht niet-ontvankelijk voor zover deze betrekking heeft op gedragingen die hebben plaatsgevonden nadat de relatie tussen cliënt en advocaat is beëindigd Klacht gedeeltelijk niet-ontvankelijk / gedeeltelijk ongegrond

Beslissing van 6 oktober 2014

in de zaak OB 381-2013

naar aanleiding van de klacht van:

     klaagster

                      tegen:

                      verweerder

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 10 december 2013 met kenmerk 48/13/117K, door de raad ontvangen op 12 december 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement  Oost-Brabant de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2      De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 25 augustus 2014 in aanwezigheid van de gemachtigde van klaagster en verweerder . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3      De raad heeft kennis genomen van:

-     de brief van de deken van 10 december 2013, met bijlagen.

2          FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1      Verweerder stond vijf assurantietussenpersonen bij in een kwestie tegen X. Op 9 juni 2011 werd door X een bijeenkomst georganiseerd. Verweerder heeft tijdens deze bijeenkomst namens zijn clienten het woord gevoerd. Hierna heeft een groot aantal andere assurantietussenpersonen, waaronder  klaagster, verweerder opgedragen ook hun belangen te behartigen. Overeengekomen werd dat verweerder alle leden van de “groep” zou informeren  over zijn acties en dat de kosten van verweerder over alle leden zouden worden omgeslagen.

2.2      Op 9 augustus 2011 is klaagster een bedrag ad € 1.821,66 in rekening gebracht. Klaagster heeft per email dd. 30 augustus 2011 een betalingsvoorstel (te weten een splitsing van de factuur bij helfte en verdeling over twee vennootschappen) aan verweerder gedaan. Per e-mail dd. 24 november 2011 heeft verweerder aan klaagster bericht dat zijn verzoek dd. 30 augustus 2011 ten gevolge van een technische storing nog niet was verwerkt. Verweerder verklaarde zich vervolgens akkoord met de voorgestelde betalingsregeling. Op 22 maart 2012 is klaagster een bedrag ad € 932,32 in rekening gebracht.

2.3      Verweerder heeft per 30 juni 2012 zijn werkzaamheden voor klaagster opgeschort wegens het onbetaald laten van de facturen. Op 20 augustus 2012 heeft verweerder voor zijn werkzaamheden over de periode 02-02-2012 t/m 30-06-12 een declaratie ad € 1.278,38 aan klaagster verzonden.

3          klacht

3.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerder in zijn optreden namens onder meer klaagster tegen X dan wel de curator van X niets heeft bereikt, maar daarvoor wel veel in rekening heeft gebracht. De klacht heeft onder meer betrekking op het navolgende:

1.    verweerder heeft geen kostenbegroting gemaakt;

2.    verweerder heeft zonder overleg de strategie gewijzigd en daarmee onnodig kosten gemaakt;

3.    verweerder was niet transparant over de kosten;

4.    verweerder heeft niet terstond na het vonnis van de rechtbank Roermond van 1 augustus 2012 waarbij een portefeuillerecht als vermogensrecht werd gekwalificeerd, een procedure tegen de curator opgestart;

5.    verweerder heeft niet gereageerd op kritiek van klaagster  op de declaraties.

4          VERWEER

4.1       Verweerder stond aanvankelijk vijf assurantietussenpersonen bij. Klaagster heeft zich in juni 2011 bij deze groep aangesloten. Door deze groep is nimmer om een begroting aan verweerder gevraagd. Als dat wel zo was geweest had verweerder geen begroting kunnen geven, gelet op de aard en omvang van de werkzaamheden die op dat moment volstrekt onduidelijk waren.

4.2       Klaagster heeft in de periode van juni 2011 – juni 2012 vele e-mails en verslagen van gesprekken met SAA en verzekeringsmaatschappijen ontvangen. Verweerder had een kerngroep, bestaande uit 7 assurantietussenpersonen, kantoorgenoot mr. X en verweerder, samengesteld. Met de kerngroep is veelvuldig van gedachten gewisseld en gedebatteerd over de strategie en specifieke kwesties in de verzekeringssector. Klaagster heeft daar nooit opmerkingen over gemaakt. Naast de verslagen zijn er ook diverse bijeenkomsten voor alle betrokkenen georganiseerd waarin over de kansen, bedreigingen en de strategie is gesproken.

4.3       Het kantoor van verweerder is altijd transparant geweest over de kosten. Alle werkzaamheden zijn omgeslagen steeds over het aantal deelnemers van de groep. Klaagster heeft zich nimmer eerder beklaagd over de transparantie van de kosten.

4.4       Verweerder heeft zijn werkzaamheden per 30 juni 2012 voor klaagster opgeschort, vanwege het niet betalen van declaraties. Verweerder was uiteraard op de hoogte van de uitspraak van de rechtbank Roermond van 1 augustus 2012. Hij voelde zich echter niet meer verplicht klaagster hierover te informeren, aangezien klaagster niet aan haar verplichtingen jegens het kantoor van verweerder voldeed.

4.5       De curator heeft na 22 december 2011 richting verweerder niets meer laten weten over de status van de onderhandelingen op dat moment, namelijk dat er overeenstemming was bereikt in de drie partijen overeenkomst tussen SAA, de curator en de groep van assurantiekantoren voor wie verweerder optrad. Daarvoor hebben diverse contacten met de curator plaatsgevonden. Na het wegvallen van de communicatie met de curator heeft verweerder nog veel werkzaamheden verricht om in contact te komen met de curator.

4.6       Verweerder heeft tijdens het gesprek dd. 11  juni 2012 (en dus niet 4 juni 2012 zoals klaagster stelt) geen toezeggingen gedaan dat hij zou terugkomen op de kritiek op de declaratie. Verweerder deelde de kritiek niet. Deze was onterecht. Transparantie was volledig gegeven in de declaraties en in de correspondentie en e-mails. Klaagster had vele sommaties en ingebrekestellingen van het kantoor van verweerder genegeerd en tijdens het gesprek op 11 juni 2012 zelfs te kennen gegeven dat niet tot betaling zou worden overgegaan.

5          BEOORDELING

5.1      Een advocaat dient zich in te spannen om een voor zijn cliënt(en) zo gunstig mogelijk resultaat te behalen. Het bereiken van het door de cliënt gewenste resultaat kan niet worden gegarandeerd. Uit de aan de raad overgelegde stukken en uit hetgeen ter zitting naar voren is gebracht is gebleken dat verweerder zich in de zaak tegen X en de curator van X heeft ingespannen om in overleg met de (curator) van de wederpartij tot een voor zijn cliënten zo gunstig mogelijk resultaat te komen. Klager heeft geen concrete feiten of omstandigheden aangetoond, waaruit nalatig optreden van verweerder blijkt. Uit de aan de raad overgelegde correspondentie en verslagen blijkt dat klager gedurende het traject van alle ontwikkelingen op de hoogte is gehouden. Dat klager zich niet kon verenigen met de samenstelling van een kerngroep is door klager niet eerder dan ter zitting van de raad van discipline kenbaar gemaakt.

5.2       Dat verweerder vooraf een kostenbegroting zou opstellen is niet komen vast te staan. Het is in zaken als deze niet gebruikelijk en ook niet goed mogelijk om vooraf een begroting op te stellen.

5.3      De strategie in de aanpak van de zaak tegen X en wijzigingen daarin zijn steeds met de kerngroep besproken. Aan de overige deelnemers van de groep, waaronder ook klaagster, is hiervan steeds uitvoerig verslag gedaan.

5.4      Verweerder heeft zijn declaraties steeds vergezeld doen gaan van urenspecificaties. Dat, zoals klaagster stelt, er sprake was van excessief declareren heeft de raad op grond van de aan de raad overgelegde stukken en rekening houdend met de grote belangen die met de zaak waren gemoeid, niet kunnen vaststellen.

5.5      Verweerder heeft zijn werkzaamheden voor klaagster per 30 juni 2012 beëindigd. Klaagster kan daarom niet worden ontvangen in haar klacht voor zover deze betrekking heeft op gedragingen die hebben plaatsgevonden nadat de relatie tussen klaagster en  verweerder was beeindigd.

5.6       Verweerder stelt zich op het standpunt van klaagster dat de kritiek op de declaraties onterecht is en heeft ter zitting van de raad te kennen gegeven een begrotingsprocedure te zullen starten. De stelling van klaagster dat verweerder zou hebben toegezegd dat hij de hoogte van de declaraties nog nader zou bezien, is door verweerder betwist en door klager niet met bewijs onderbouwd.

5.7       De raad zal op grond van het bovenstaande onderdeel 4 van de klacht niet-ontvankelijk verklaren en voor het overige ongegrond.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart onderdeel 4 van de klacht niet-ontvankelijk

verklaart de klacht voor het overige ongegrond.

Aldus gegeven door mr. J.K.B. van Daalen , voorzitter, mrs. L.R.G.M. Spronken, E.J.P.J.M. Kneepkens, J.J.M. Goumans en J.F.E. Kikken, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 6 oktober 2014 .

griffier                                                                         voorzitter                                  

Deze beslissing is in afschrift op 7 oktober 2014

per aangetekende brief verzonden aan:

-        klaagster

-        verweerder

-        de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-        verweerder

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

en voorzover deze niet-ontvankelijk / ongegrond is verklaard tevens door

- klaagster

-        de deken van de orde van advocaten te Oost-Brabant

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.         Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 9679, 4801 LT Breda

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda .

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.    Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl