ECLI:NL:TADRSHE:2014:233 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch OB 233 - 2014

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2014:233
Datum uitspraak: 17-09-2014
Datum publicatie: 01-10-2014
Zaaknummer(s): OB 233 - 2014
Onderwerp: Grenzen van het tuchtrecht, subonderwerp: Advocaat in overige hoedanigheden
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Het is niet de taak van de tuchtrecht om te bezwaren betreffende het beleid van een vereffenaar te beoordelen. Vertrouwen in de advocatuur is niet geschaad. Klacht kennelijk ongegrond.

Beslissing van 17 september 2014

in de zaak OB 233-2014

naar aanleiding van de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant van 20 augustus 2014 met kenmerk 48/14/052K II en 48/14/024K , door de raad ontvangen op 21 augustus 2014, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1         Verweerder is bij beschikking dd. 6 november 2012 door de rechtbank benoemd tot vereffenaar van de nalatenschap van de moeder van klager.

1.2         Op 23 december 2013 heeft verweerder aan de Kantonrechter verzocht tussentijds het vereffeningsloon vast te stellen. De Kantonrechter heeft het vereffeningsloon bij beschikking dd. 20 januari 2014 vastgesteld op €64.706,61. De Kantonrechter heeft in voormelde beschikking overwogen dat in het salarisverzoek terecht was aangeknoopt bij de salarisregeling voor curatoren in faillissementen en de daarin begrepen tarifering naar gelang van ervaringsjaren en dat het door verweerder opgevoerde aantal uren, in aanmerking genomen de omvang van de boedel, hem aanvaardbaar voor kwam.

2.          KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

Verweerder als vereffenaar in de nalatenschap van de moeder van klager:

-          partijdig is opgetreden;

-              veel werkzaamheden heeft verricht terwijl het saldo van de nalatenschap negatief althans nihil was;

-              een betwistbaar standpunt heeft ingenomen met betrekking tot de rendementsrekening;

-                          zijn taak als vereffenaar niet correct heeft uitgeoefend;

-                          een veel te hoog loon heeft ontvangen.

3.           VERWEER    

3.1         Verweerder is opgetreden als vereffenaar in de nalatenschap van de moeder van klager, niet in zijn hoedanigheid van advocaat. Verweerder dient ingevolge artikel 4:218 lid 1 BW rekening en verantwoording af te leggen aan de Kantonrechter. Klager kan ingevolge artikel 4:218 lid 3 BW hiertegen in verzet komen. Klager kan zijn eventuele klachten over het optreden van verweerder in zijn hoedanigheid van vereffenaar voorleggen aan de Kantonrechter.

3.2         De gedragsregels voor advocaten zijn niet van toepassing wanneer een advocaat optreedt in een andere hoedanigheid.

3.3         Verweerder heeft als vereffenaar niet gedeclareerd. Hij heeft bij de Kantonrechter een verzoek ingediend ter zake een tussentijds salaris. Het salaris is vervolgens door de Kantonrechter vastgesteld. Klager heeft de beschikking over alle aan het salarisverzoek onderliggende stukken.

4.           BEOORDELING

4.1         Op de klacht kan met toepassing van artikel 46 g van de Advocatenwet door de voorzitter worden beslist.

4.2         De klacht heeft betrekking op het optreden van verweerder in zijn hoedanigheid van vereffenaar in de nalatenschap van de moeder van klager. Het in de artikelen 46 en volgende van de Advocatenwet geregelde tuchtrecht voor advocaten heeft betrekking op het handelen en nalaten van advocaten en beoogt een behoorlijke beroepsuitoefening door advocaten te waarborgen. Wanneer een advocaat optreedt in een andere hoedanigheid dan die van advocaat, blijft het advocatentuchtrecht in die zin voor hem gelden, dat indien een advocaat zich bij de vervulling van die andere hoedanigheid zodanig gedraagt dan wel misdraagt dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur wordt ondermijnd, sprake kan zijn van een handelen of nalaten in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt, waarvan hem een tuchtrechtelijk verwijt gemaakt kan worden. De voorzitter zal de klacht met inachtneming van dit uitgangspunt beoordelen.

4.3         De vraag die ter beoordeling aan de tuchtrechter voorligt is of verweerder zich in zijn hoedanigheid van vereffenaar van de nalatenschap van de moeder van klager zodanig heeft gedragen dat het vertouwen in de advocatuur is geschaad. Ingevolge de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek dient  verweerder als vereffenaar verantwoording over zijn gevoerde beleid af te leggen aan de Kantonrechter. In het Burgerlijk Wetboek is tevens vastgelegd op welke wijze een belanghebbende zijn bezwaren tegen het optreden van een vereffenaar naar voren kan brengen. Het is niet de taak van de tuchtrechter om te beoordelen over de bezwaren die een belanghebbende heeft wat betreft het beleid van een vereffenaar. Zoals hierboven gesteld is dit slechts anders wanneer zou blijken dat de curator zich in hoedanigheid van vereffenaar zou hebben misdragen en daardoor het vertrouwen in de advocatuur zou hebben geschaad. Daarvan is uit de stukken die de deken aan de raad heeft toegezonden niet gebleken.

4.4         Klager heeft geen concrete feiten of omstandigheden naar voren gebracht, noch enig bewijs daarvan overgelegd, waaruit blijkt dat verweerder in zijn taak van vereffenaar zodanig is tekortgeschoten dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad. De door klager aangehaalde gedragsregels die betrekking hebben op de wijze van declareren hebben betrekking op de relatie tussen een advocaat en zijn client. Deze regels zijn derhalve niet van toepassing op aan advocaat in diens hoedanigheid van vereffenaar. Het verzoek van verweerder tot tussentijdse vaststelling van het vereffeningsloon is door de Kantonrechter beoordeeld en toegewezen. Ook overigens heeft al het hetgeen verweerder in zijn hoedanigheid van vereffenaar heeft gedaan plaatsgevonden met goedkeuring van de Kantonrechter.

4.4         De voorzitter zal de klacht op grond van al het bovenstaande als kennelijk ongegrond afwijzen. 

BESLISSING

De voorzitter:

wijst de klacht als kennelijk ongegrond af.

Aldus gegeven door mr. J.K.B. van Daalen, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 17 september 2014.

griffier                                                                         voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 30 septembe r2014

per gewone en per aangetekende post verzonden aan:

- klager

per gewone post verzonden aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant.

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

b.        Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.