ECLI:NL:TADRSHE:2014:208 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch OB 373 - 2013

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2014:208
Datum uitspraak: 01-09-2014
Datum publicatie: 03-09-2014
Zaaknummer(s): OB 373 - 2013
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. zijn medeadvocaten, subonderwerp: Overname van zaken
Beslissingen: Waarschuwing
Inhoudsindicatie: Advocaat is ten onrechte afgegaan op de enkele mededeling van een derde. Van hem had mogen worden verwacht dat hij zich ervan vergewist dat de heer X de relatie met de zijn vorige advocaat had beëindigd. Voorafgaand aan bezoek aan Penitentiaire Inrichting ten onrechte geen contact opgenomen met vorige advocaat. Klacht gegrond; enkele waarschuwing

Beslissing van 1 september 2014

in de zaak OB 373-2013

naar aanleiding van de klacht van:

     klaagster

                      tegen:

                      verweerder

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 5 december 2014 met kenmerk 48/13/173K, door de raad ontvangen op 9 december 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2      De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 16 juni 2014 in aanwezigheid van klaagster en verweerder . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3      De raad heeft kennis genomen van:

-     de brief van de deken dd. 5 december 2013, met bijlagen;

-     de brief van verweerder dd. 30 mei 2014, met bijlage.

2          FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1      De heer X werd in een strafzaak bijgestaan door klaagster. De vader van de heer X heeft verweerder in de periode 16-20 september 2013 telefonisch verzocht zijn zoon in de strafzaak verder bij te staan, met de mededeling dat de relatie met de vorige advocaat was beëindigd.

2.2      Verweerder heeft de heer X vervolgens in de Penitentiaire Inrichting te Nieuwegein bezocht. De heer X heeft tijdens dit gesprek de naam van zijn advocaat aan verweerder medegedeeld en hem bericht het met zijn advocaat, die hij telefonisch nog niet te spreken had kunnen krijgen,  te zullen regelen.

2.3      Klaagster heeft op 26 september 2013 telefonisch contact opgenomen met verweerder, met de mededeling dat zij had vernomen dat het de wens van de heer X was dat deze verder werd bijgestaan door verweerder. Klaagster heeft zich bij brief dd. 30 september 2013 aan de deken beklaagd over het optreden van verweerder.

3          klacht

3.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder in strijd met gedragsregel 18 lid 1 van de gedragsregels zonder toestemming van klaagster haar cliënt in een Penitentiaire Inrichting heeft bezocht.

3.2     De heer X was cliënt van klaagster. De vader van de heer X heeft verweerder benaderd met het verzoek de zaak van haar over te nemen. Verweerder heeft de heer X in de Penitentiaire Inrichting te Nieuwegein bezocht en hem bewogen om van raadsman te wisselen.

4          VERWEER

4.1      De vader van de heer X belde verweerder op met het verzoek de strafzaak van zijn zoon in behandeling te nemen. Hij gaf te kennen dat het de uitdrukkelijke wens was van de heer X dat verweerder hem bezocht en dat hij het met zijn vorige advocaat had geregeld. Hij kon of wilde geen naam van de vorige advocaat aan verweerder geven.

4.2      De heer X (of een familielid in zijn opdracht) heeft zelf contact opgenomen met klaagster met de mededeling dat hij de bijstand van verweerder wenste. Klaagster heeft vervolgens op 26 september 2013 zelfstandig telefonisch contact met verweerder opgenomen, met de mededeling dat de heer X verweerder als advocaat wenste en haar had verzocht het dossier naar hem op te sturen. Kennelijk had de heer X die wens aan haar kenbaar gemaakt en had zij geen bezwaar tegen overname. Er was derhalve geen sprake van het actief “ronselen” van een cliënt door verweerder.

5          BEOORDELING

5.1     Het staat een advocaat niet vrij zich rechtstreeks met een partij in verbinding te stellen in een kwestie waarin deze naar hij weet door een advocaat wordt bijgestaan, tenzij die advocaat hem daartoe toestemming verleent.

5.2     Verweerder erkent dat hij, voordat hij de heer X in de Penitentiaire Inrichting heeft bezocht, geen contact met klaagster heeft opgenomen. Verweerder stelt dat hij is afgegaan op de mededeling van de vader van de heer X dat deze afscheid had genomen van zijn vorige advocaat, zonder daarbij de naam van de vorige advocaat te vermelden.

5.3     Verweerder is ten onrechte afgegaan op de enkele mededeling van een derde. Van hem had mogen worden verwacht dat hij zich er van had vergist dat de heer X de relatie met de zijn voorgaande advocaat had beëindigd. Het verweer dat de vader van de heer X de naam niet bekend maakte treft geen doel.  Van verweerder had mogen worden verwacht dat hij aan de vader van de heer X duidelijk had gemaakt, dat het hem slechts dan vrij stond voor zijn zoon op te treden, nadat hij met de voorgaande advocaat contact had opgenomen.

5.4     Verweerder heeft niet alleen verzuimd om voorafgaand aan zijn bezoek aan de heer X in de Penitentiaire Inrichting geen contact met klaagster op te nemen, ook nadat de heer X tijdens het gesprek in de Penitentiaire Inrichting de naam van zijn advocaat aan verweerder had medegedeeld en kenbaar had gemaakt dat hij haar nog niet had gesproken, maar  verweerder heeft ook nagelaten direct na dit gesprek contact met klaagster op te nemen, hetgeen verweerder tuchtrechtelijk valt aan te rekenen.

5.5    De raad zal de klacht op grond van het bovenstaande gegrond verklaren.

6.      MAATREGEL

6.1     De raad overweegt dat verweerder weliswaar excuses voor zijn optreden aan klaagster heeft aangeboden, maar dat hij dit in een laat stadium en eerst in de aanloop naar de zitting van de raad heeft gedaan; de raad ziet hierin dan ook geen aanleiding  om af te zien van het opleggen van een tuchtrechtelijke maatregel.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart de klacht gegrond en legt aan verweerder ter zake op de maatregel van een enkele waarschuwing.

Aldus gegeven door , mr. G.J.E. Poerink, voorzitter, mrs. A.A. Freriks, R.G.A.M. Theunissen, Th. Kremers en W.H.N.C. van Beek, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 1 september 2014 .

griffier                                                                         voorzitter                                  

Deze beslissing is in afschrift op 2 september 2014

per aangetekende brief verzonden aan:

-        klaagster

-        verweerder

-        de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-        verweerster

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

en voorzover deze niet-ontvankelijk / ongegrond is verklaard tevens door

-      klager

-        de deken van de orde van advocaten te Oost-Brabant   

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.         Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 9679, 4801 LT Breda

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda .

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.    Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl