ECLI:NL:TADRSHE:2014:201 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch ZWB 270 - 2013

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2014:201
Datum uitspraak: 25-08-2014
Datum publicatie: 03-09-2014
Zaaknummer(s): ZWB 270 - 2013
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Belangenconflict
Beslissingen: Waarschuwing
Inhoudsindicatie:   Niet gebleken dat advocaat vertrouwelijke informatie uit een eerdere zaak waarin hij voor klager optrad later heeft gebruikt tegen klager in een zaak waarin hij voor de wederpartij van klager optrad. Bij het optreden van een advocaat tegen een voormalig cliënt moet het vertrouwelijk karakter van de voorheen bestaand hebbende relatie geëerbiedigd blijven. Door zich niet afzijdig te houden maar zelf een strafrechtelijke aangifte tegen een voormalig cliënt te doen die vertrouwelijkheid niet geëerbiedigd. Klacht (gedeeltelijk)gegrond; enkele waarschuwing.

Beslissing van 24 februari 2014

     in de zaak ZWB 270-2013

naar aanleiding van de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 9 september 2013 met kenmerk K12-086, door de raad ontvangen op 10 september 2013,heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2      Ter zitting van 24 februari 2014 is klager, niet vergezeld van zijn gemachtigde, verschenen. Verweerder is niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3      De raad heeft kennis genomen van:

-       De brief van de deken d.d. 9 september 2013 met bijlagen.

2          FEITEN

          Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1      In het najaar van 2010 was klager met B. B.V., vertegenwoordigd door de heer T., in onderhandeling om te komen tot een samenwerkingsovereenkomst. Mr. S., kantoorgenoot van verweerder, heeft de samenwerkingsovereenkomst opgesteld in het kader waarvan ten kantore van mr. S. besprekingen hebben plaatsgevonden met klager en de heer T. De samenwerkingsovereenkomst is in juli 2011 gesloten.

2.2      Verweerder heeft klager vervolgens bijgestaan in een strafzaak. Klager werd in verband met het faillissement van een van zijn ondernemingen als verdachte gehoord. Tijdens het verhoor bij de politie heeft verweerder klager bijgestaan. Op 30 juni 2011 heeft verweerder zijn werkzaamheden neergelegd.

2.3      In september 2011 is de samenwerkingsovereenkomst beëindigd. Klager heeft een bodemprocedure aanhangig gemaakt tegen de heer T., In de civiele procedure wordt de heer T. bijgestaan door verweerder.

2.4      Verweerder heeft namens de heer T. aangifte gedaan tegen klager.

3          KLACHT

3.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 van de Advocatenwet doordat hij:

            Gedragsregel 7 heeft geschonden door de belangen van klager, zijnde voormalig cliënt van verweerder, te verstrengelen met de belangen van de wederpartij van klager:

            1)         Verweerder is voor klager opgetreden in diens strafzaak en vervolgens voor de wederpartij van klager na verbreking van de samenwerkingsovereenkomst, terwijl een kantoorgenoot van verweerder de samenwerkingsovereenkomst tussen klager en zijn toekomstige wederpartij had opgesteld.

            2)         Verweerder heeft vertrouwelijke informatie uit de hem bekende strafzaak en uit het hem bekende faillissement van een van klagers ondernemingen verstrekt aan klagers toekomstige wederpartij.

            3)         Verweerder heeft namens de wederpartij van klager aangifte gedaan tegen klager.

            4)         Verweerder heeft declaraties met betrekking tot werkzaamheden voor de wederpartij in privé of voor een van diens andere vennootschappen gefactureerd aan het samenwerkingsverband van klager en zijn toekomstige wederpartij.

3.2      Toelichting:

Verweerder heeft vertrouwelijke informatie over klagers strafzaak en het faillissement van een door klager gerunde onderneming verstrekt aan de heer T. Verweerder kon enkel over deze informatie beschikken omdat hij klager eerder in het strafproces had bijgestaan. Ook heeft verweerder namens de heer T. aangifte tegen klager gedaan. Klager beschikt over een geluidsopname waaruit blijkt dat verweerder vertrouwelijke informatie heeft gegeven aan de heer T. Daarbij heeft verweerder expliciet opgemerkt: “Je hebt het niet van mij”. 

4          VERWEER

4.1      De heer T. en B. B.V. zijn al meer dan twintig jaar cliënt bij verweerders kantoor. De heer T. heeft mr. S., zijnde de kantoorgenoot van verweerder, verzocht om een samenwerkingsovereenkomst op te stellen. De opdrachtgever was de heer T. en hem zijn destijds ook de kosten gefactureerd. De heer T. is tweemaal uitgenodigd voor een gesprek en beide keren bracht hij klager mee. Klager verscheen niet als cliënt van mr. S., maar was als contractspartij bij de bespreking betrokken. Klager heeft een geringe inbreng gehad bij de totstandkoming van de tekst van de overeenkomst.

4.2      Het is juist dat verweerder klager heeft bijgestaan in een strafzaak. Bij het eerste gesprek op 17 juni 2011 dat verweerder in de strafzaak met klager voerde, heeft verweerder onderzocht of er geen sprake was van een tegenstrijdig belang. Daarvan was geen sprake. Verweerder heeft klager enkel bijgestaan tijdens het verhoor bij de politie. Op 30 juni 2011 heeft verweerder zijn werkzaamheden neergelegd teneinde een eventueel belangenconflict in de toekomst te voorkomen. Op dat moment waren de verhoudingen tussen klager en de heer T. verslechterd.

4.3      In augustus 2011 is het gekomen tot een breuk tussen klager en de heer T. De samenwerkingsovereenkomst werd beëindigd en de heer T. wilde nakoming van de samenwerkingsovereenkomst afdwingen. Het stond verweerder vrij om de heer T. bij te staan. De strafzaak waarin verweerder klager had bijgestaan en de samenwerkingsovereenkomst hielden op geen enkele wijze verband met elkaar. Klager is slechts korte tijd bijgestaan en er is geen sprake van gebruik of misbruik van vertrouwelijke informatie.

4.4      Het is juist dat verweerder namens de heer T. aangifte tegen klager heeft gedaan, maar daarbij is niets aan de orde gekomen wat niet al bekend was. Ook is de informatie over klagers faillissementen eenvoudig na te gaan in het insolventieregister.

4.5      De geluidsopname waarover klager beschikt is door hem op onrechtmatige wijze verkregen en mag dus niet als bewijs worden gebruikt. Bovendien staat er niets op de opname dat wijst op het verstrekken van vertrouwelijke informatie. De passage die door klager is gearceerd in de schriftelijk uitgewerkte versie van de geluidsopname heeft betrekking op informatie die is te raadplegen op de website van de curator en dus openbaar is.

4.6      De facturen zijn niet aan de verkeerde persoon of vennootschap in rekening gebracht. Als dat overigens al zo zou zijn, heeft klager bij die klacht geen belang.

5          BEOORDELING

5.1      Klager heeft ter zitting verklaard dat hij middels stukken ( met name het proces-verbaal van de comparitie van partijen en het vonnis) afkomstig uit de civiele procedure, die tussen hem en de heer T., bijgestaan door verweerder, aanhangig is, kan aantonen dat verweerder in die civiele procedure gebruik heeft gemaakt van vertrouwelijke informatie welke verweerder heeft verkregen uit de strafzaak waarin hij klager heeft bijgestaan.

5.2      De raad is van oordeel dat het onderzoek ter zitting dient te worden geschorst. De raad stelt klager in de gelegenheid om binnen 4 weken na verzending van deze beslissing de hiervoor genoemde stukken ter kennis van de raad te brengen, waarna verweerder in de gelegenheid zal worden gesteld om –binnen 4 weken- hierop schriftelijk te reageren en tegenbewijs bij te brengen. In afwachting hiervan zal de raad het onderzoek voor onbepaalde tijd schorsen.

BESLISSING

De raad van discipline:

-       schorst het onderzoek van de klacht en bepaalt dat klager binnen 4 weken na het verzenden van deze beslissing de onder overweging 5.1 genoemde stukken ter kennis van de raad dient te brengen, waarna verweerder –binnen  4 weken- in de gelegenheid wordt gesteld daarop schriftelijk te reageren.

-       houdt iedere beslissing verder aan.

Aldus gegeven door mr. M.I.J. Hegeman, voorzitter, mrs. A.J. Sol, P.J.W.M. Theunissen, L.W.M. Caudri, L.R.G.M. Spronken, leden, bijgestaan door mr. Th.H.G. van de Langenberg als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 24 februari 2014.

griffier                                                                         voorzitter                                  

Deze beslissing is in afschrift op     26 augustus 2014

per aangetekende brief verzonden aan:

-       klager

-       verweerder

-       de deken in het arrondissement Zeeland-West-Brabant

-       de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten