ECLI:NL:TADRSHE:2014:105 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 94 - 2014

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2014:105
Datum uitspraak: 08-05-2014
Datum publicatie: 16-05-2014
Zaaknummer(s): L 94 - 2014
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Het staat een advcoaat vrij het sstandpunt van zijn cliënt kenbaar te maken aan de wederpartij,Klachtg kennelijk ongegrond.

Beslissing van 8 mei 2014

in de zaak L 94-2014

naar aanleiding van de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg van 9 april 2014 met kenmerk AB 14-020 , door de raad ontvangen op 10 april 2014, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1. FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1 Verweerder heeft klager namens zijn cliënte bij brief dd. 23 januari 2014 aangesproken op diens gedrag tijdens een bezoek aan de school van zijn dochter op 9 januari 2014. Verweerder schreef onder meer het volgende:

“Mijn cliënte is erg geschrokken van uw gedrag en heeft daar veel last van gehad. U bent tegen haar op een onfatsoenlijke wijze tekeer gegaan. Namens mijn cliënte sommeer ik u om het hiervoor beschreven gedrag vanaf nu achterwege te laten. U heeft zich door uw houding onnodig boos en opvliegend en daarmee onheus tegenover mijn cliënte gedragen. Dat is onrechtmatig en mijn cliënte is daarvan absoluut niet gediend. Indien u zich niet aan deze sommatie houdt dan zal mijn cliënte niet schromen om uw gedrag aan derden kenbaar te maken. Mijn cliënte hoopt echter dat het hier een incident betreft en dat u vanaf nu op een normale wijze met mijn cliënte en ook met (….) en haar moeder om zult gaan.”

1.2 Klager heeft zich op 28 januari 2014 beklaagd over het optreden van verweerder.

2. KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder zich door de zinsnede “Indien u zich niet aan deze sommatie houdt dan zal mijn cliënte niet schromen om uw gedrag aan derden kenbaar te maken” in zijn brief dd. 23 januari 2014 schuldig heeft gemaakt aan (bedreiging met) chantage.

3. VERWEER

3.1 Noch verweerder, noch zijn cliënt hebben zich schuldig gemaakt aan beweerdelijk zwart maken van klager. Verweerder heeft in zijn brief dd. 23 januari 2014 enkel het standpunt van zijn cliënte aan klager bericht. Verweerder is daarbij afgegaan op de informatie die hij van zijn cliënte heeft ontvangen.

3.2 Verweerder heeft in zijn brief slechts aangekondigd wat zijn cliënte voornemens was te gaan doen, indien klager zich opnieuw zou gedragen zoals hij op 9 januari 2014 had gedaan. Er is geen sprake van bedreiging of chantage, noch door verweerder, noch door diens cliënte.

4. BEOORDELING

4.1 Aan een advocaat komt een grote mate van vrijheid toe om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. Een advocaat dient zich te onthouden van het verstrekken van feitelijke gegevens waarvan hij weet, althans behoort te weten, dat die onjuist zijn.

4.2 Verweerder heeft in zijn brief dd. 23 januari 2014 het standpunt van zijn cliënte verwoord, waaronder haar voornemen toekomstig onbetamelijk gedrag van klager aan derden kenbaar te maken. Het stond verweerder vrij het standpunt van zijn cliënte aan klager kenbaar te maken. Het moge zo zijn dat het standpunt van de cliënte van verweerder klager niet welgevallig was, dit betekent niet dat verweerder, als vertolker van het standpunt van zijn cliënte, hiervan tuchtrechtelijk een verwijt te maken valt. Van bedreiging en chantage door verweerder is geen sprake.

4.3 De voorzitter zal de klacht op grond van het bovenstaande als kennelijk ongegrond afwijzen.

BESLISSING

De voorzitter:

wijst de klacht als kennelijk ongegrond af.

Aldus gegeven door mr. M.I.J. Hegeman, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 8 mei 2014.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 13 mei 2014

per aangetekende en per gewone post verzonden aan:

- klager

per gewone post verzonden aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg.

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

a. Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

c. Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.