ECLI:NL:TADRSHE:2013:YA4372 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch OB 147-2013

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2013:YA4372
Datum uitspraak: 27-05-2013
Datum publicatie: 04-06-2013
Zaaknummer(s): OB 147-2013
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Het valt een advocaat niet aan te rekenen dat hij, bij gebrek aan voldoende bewijsmateriaal, geen procedure aanhangig wil maken. Klacht: kennelijk ongegrond.

Beslissing van 27 mei 2013

in de zaak OB 147 - 2013

naar aanleiding van de klacht van:

A

klaagster

tegen:

1.      B

2.   C

verweerders

De voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement OB  van 29 april 2013 met kenmerk K , door de raad ontvangen op 1 mei 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1         Verweerder heeft de moeder van klaagster bijgestaan in zaken tegen verzorgingstehuis N (verleende zorg), het C (achterstallige betalingen eigen bijdragen voor het verblijf in het verzorgingstehuis), het U (rechtstreekse betaling arbeidsongeschiktheidsuitkering aan verzorgingstehuis), het OM (hoger beroep inzake bewind en mentorschap over de moeder van klaagster) en BW (achterstallige huur).

1.2         Verweerder heeft klaagster bijgestaan in een zaak tegen haar vader (verduistering gelden) en in een zaak tegen BW.  Nadat de bewindvoerster de huur van de woning waar klaagster alleen was achtergebleven had opgezegd is aan BW verzocht klaagster als medehuurster aan te merken, zodat zij niet dakloos zou worden. Dit verzoek is gehonoreerd. Verweerder heeft klaagster voorts bijgestaan in een zaak tegen F(ontzegging toegang).

2.           KLACHT

2.1         De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerders de belangen van klaagster en haar moeder onvoldoende hebben behartigd.

                      2.2         Klaagster licht haar klacht als volgt toe:

Klaagster wil een complete oplossing voor alle problemen. Verweerders weten dat klaagster in haar recht staat. Klaagster wenst het geld dat de afgelopen 35 jaar is verduisterd terug te ontvangen.

3.           VERWEER     

3.1         Klaagster heeft zich in het najaar van 2011 tot het kantoor van verweerders gewend met het verzoek haar (moeder) bij te staan in een zaak tegen het verzorgingstehuis waar haar moeder verbleef. Klaagster was van mening dat haar moeder de juiste zorg werd onthouden. Daarna heeft klaagster verweerders verzocht klaagster en haar moeder ook in diverse andere zaken bij te staan.

3.2         Verweerders hebben zich met de beste intenties ingespannen om de belangen van klaagster en haar moeder te behartigen. Dat dit niet in alle gevallen tot het resultaat heeft geleid dat klaagster voor ogen had is spijtig, maar hiervan valt verweerders geen tuchtrechtelijk verwijt te maken. Klaagster blijkt, ondanks vele uren en brieven uitleg, niet te kunnen berusten in de uitkomst van een aantal zaken, waarin het niet mogelijk is om het door klaagster gewenste resultaat te bereiken.

4.           BEOORDELING

4.1         Uit de aan de raad overgelegde stukken is gebleken dat verweerders in een aantal zaken van klaagster hebben afgeraden een procedure aanhangig te maken. Voor zover klaagster heeft bedoeld hierover te klagen, overweegt de voorzitter het volgende. Het is de taak van een advocaat om zijn client te adviseren omtrent het voeren van een procedure. Van een advocaat kan niet worden verwacht dat hij een procedure aanhangig maakt indien hij geen mogelijkheden ziet deze procedure met succes af te ronden. Een advocaat dient zijn client immers te behoeden voor het voeren van een kansloze procedure en de daaraan verbonden proceskosten. Verweerders waren van oordeel waren dat er onvoldoende bewijs was om de stellingen van klaagster in rechte hard te kunnen maken. Het valt verweerders tuchtrechtelijk niet aan te rekenen, dat zij, bij gebrek van voldoende bewijsmateriaal, geen procedures aanhangig hebben willen maken.

4.2         Ook overigens heeft klaagster geen concrete feiten aangevoerd waaruit blijkt dat verweerders een tuchtrechtelijk verwijt te maken valt. De voorzitter begrijpt dat klaagster teleurgesteld is dat verweerders geen mogelijkheden zagen om een aantal door klaagster gewenste resultaten te bereiken, maar dit betekent niet dat verweerders zich onvoldoende hebben ingespannen de belangen van (de moeder van) klaagster te behartigen.

4.3         Nu verweerders op grond van het bovenstaande geen tuchtrechtelijk verwijt te maken valt, zal de voorzitter de klacht tegen verweerders als kennelijk ongegrond afwijzen.

BESLISSING

De voorzitter:

wijst de klacht als kennelijk  ongegrond af.

Aldus gegeven door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 27 mei 2013.

griffier                                                                         voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 3 juni 2013

per gewone en per aangetekende post verzonden aan:

-  klager

per gewone post verzonden aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement OB.

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.