ECLI:NL:TADRSHE:2013:YA4336 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch B250-2012

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2013:YA4336
Datum uitspraak: 06-05-2013
Datum publicatie: 01-06-2013
Zaaknummer(s): B250-2012
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Jegens wederpartij in acht te nemen zorg
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Het stond verweerder vrij om klagers medisch dossier voor te leggen aan zijn eigen medisch adviseur omdat deze valt binnen de kring van geheimhouders. De medisch adviseur aan wie de medische gegevens aldus ter beschikking worden gesteld, is op zijn beurt immers jegens derden tot geheimhouding verplicht. Klagers verwijt dat een medisch deskundigenbericht slechts met instemming van partijen en na benoeming van een deskundige door het medisch tuchtcollege kan worden opgesteld, mist feitelijke grondslag. Klacht ongegrond

Beslissing van 6 mei 2013

     in de zaak B 250-2012

naar aanleiding van de klacht van:

                                        A

                                        klager

                                        tegen:

   B

                                        verweerder

1                Verloop van de procedure

1.1         Bij brief aan de raad van 5 september 2012 heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement ZWB de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2         Ter zitting van 4 maart 2013 is verweerder verschenen. Klager is niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3         De raad heeft kennis genomen van:

-          de brief van de deken d.d. 5 september 2012 en de daarbij gevoegde stukken;

-          de nagekomen brief van verweerder d.d. 13 februari 2013 met bijlagen.

2        FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1     In september 2008 heeft de plastisch chirurg drs. J. bij klager een ooglidcorrectie uitgevoerd. Klager heeft, omdat hij nadien last had van pijnklachten boven zijn oog, een klacht ingediend tegen drs. J. bij het Regionaal Medisch Tuchtcollege te E.

2.2     In die klachtprocedure is drs. J. bijgestaan door verweerder. Verweerder heeft in het kader van zijn bijstand aan drs. J. gegevens uit het medisch dossier ter beoordeling voorgelegd aan zijn eigen medisch adviseur.

3        KLACHT

3.1     De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

hij in zijn hoedanigheid van gemachtigde van een plastisch chirurg in een tuchtrechtelijke procedure voor het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te E het recht op bescherming van de medische gegevens van klager (ook in de medische tuchtzaak) schendt door het medisch dossier van klager aan zijn eigen medisch adviseur voor te leggen zonder toestemming van klager. Daarnaast kan een medisch deskundigenbericht slechts met instemming van partijen en na benoeming van een deskundige door het medisch tuchtcollege opgesteld en uitgebracht worden.

4        VERWEER

4.1     Het recht van een aangeklaagde arts op een eerlijk proces vormt ingevolge artikel 6 EVRM een dusdanig zwaarwegend belang, dat dit het doorbreken van het beroepsgeheim, zoals genoemd in artikel 457 WGBO, kan rechtvaardigen. Zoals blijkt uit de uitspraak van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (CTG) van 14 november 1996, TvGr 1997/11 is de geheimhoudingsplicht van de arts niet absoluut; ingeval van andere, zwaarwegende belangen, zoals het recht op een eerlijk proces ingevolge artikel 6 EVRM, is de arts ook zonder toestemming van de betrokken patiënt van zijn geheimhoudingsplicht ontslagen. Het is de aangeklaagde arts toegestaan om ter voorbereiding van zijn verdediging het oordeel van een andere arts in te winnen en de voor dat oordeel noodzakelijke informatie omtrent de klagende patiënt te overleggen. Verweerder verwijst tevens naar de uitspraak van het CTG van 24 augustus 2000, TvGr 2000/75. Verweerder heeft zich derhalve niet schuldig gemaakt aan verwijtbaar handelen.

5        BEOORDELING

5.1     De klacht betreft het optreden van de advocaat van een wederpartij. Bij de beoordeling van een dergelijke klacht behoort er van te worden uitgegaan dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. De raad zal de klacht met inachtneming van dit uitgangspunt beoordelen.       

5.2     De raad overweegt dat de geheimhoudingsplicht van zowel een arts als een advocaat slechts in hoge uitzonderingsgevallen kan worden doorbroken. Indien een patiënt, in dit geval klager, een klacht tegen een arts, in dit geval verweerders cliënt, heeft ingediend, brengt het belang van een eerlijk proces ingevolge artikel 6 EVRM evenwel mee dat het de aangeklaagde arts is toegestaan om ter voorbereiding van zijn verdediging het oordeel van een andere arts in te winnen en de voor dat oordeel noodzakelijke informatie omtrent de klagende patiënt te overleggen, zonder dat daartoe toestemming van de patiënt is vereist.

5.3     Deze aan de arts komende vrijheid, komt eveneens toe aan de advocaat die hem bijstaat, in dit geval verweerder. Het stond verweerder naar het oordeel van de raad vrij om het medisch dossier voor te leggen aan zijn eigen medisch adviseur omdat deze valt binnen de kring van geheimhouders. De medisch adviseur aan wie de medische gegevens aldus ter beschikking worden gesteld, is op zijn beurt immers jegens derden tot geheimhouding verplicht.

5.4     Klagers verwijt dat een medisch deskundigenbericht slechts met instemming van partijen en na benoeming van een deskundige door het medisch tuchtcollege kan worden opgesteld en uitgebracht mist voorts feitelijke grondslag. Indien een patiënt een klacht tegen een arts heeft ingediend staat het de aangeklaagde arts vrij om het dossier voor te leggen aan een collega-arts teneinde zijn advies te vragen, zonder dat daarvoor de toestemming van de patiënt of voorafgaande benoeming door het medisch tuchtcollege is vereist.

5.5     De raad komt op basis van het voorgaande tot de slotsom dat de klacht als ongegrond moet worden afgewezen.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. M.I.J. Hegeman, voorzitter, en mrs. P.J.W.M. Theunissen, J.D.E. van den Heuvel, A.J. Sol, L.R.G.M. Spronken, leden, bijgestaan door mr. Th.H.G. van de Langenberg, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 6 mei 2013.

griffier                                                                         voorzitter                                     

Deze beslissing is in afschrift op       7 mei 2013

per aangetekende brief verzonden aan:

-         klager

-         verweerder

-        de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement ZWB

-         de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-         klager

-         verweerder

-        de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement ZWB

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.       Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.       Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.       Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl