ECLI:NL:TADRSHE:2013:YA4204 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch ZWB 29 - 2013

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2013:YA4204
Datum uitspraak: 19-02-2013
Datum publicatie: 23-04-2013
Zaaknummer(s): ZWB 29 - 2013
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Belangenconflict
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klager was in een eerdere procedure niet als partij betrokken.Het stond verweerder daarom vrij, later tegen klager op te treden. Niet aangetoond, dat verweerder gebruik heeft gemaakt van vertrouwelijke informatie van klager.

Beslissing van 19 februari 2013

in de zaak ZWB 29-2013

naar aanleiding van de klacht van:

A.

klager

tegen:

B.

verweerder

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement  Zeeland West-Brabant van 28 januari 2013 met kenmerk 04002011-2012-K11-12-032 , door de raad ontvangen op 29 januari 2013 , en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1. FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1         Verweerder heeft in 2009 mevrouw X bijgestaan in een procedure betreffende de hoofdverblijfplaats van en de omgang met de minderjarige dochter van mevrouw X en haar ex-echtgenoot. Mevrouw X heeft in de periode van 2009-2011 een affectieve relatie gehad met klager, uit welke relatie in december 2010 een dochter is geboren.

1.2         Klager heeft bij de rechtbank een verzoek ingediend tot het vaststellen van een omgangsregeling met de minderjarige dochter van klager en mevrouw X. Verweerder treedt in deze procedure op als advocaat van mevrouw X. Verweerder heeft op 29 augustus 2012 namens zijn cliënte een verweerschrift bij de rechtbank ingediend en heeft zijn cliënte ter zitting dd. 4 september 2012 bijgestaan.

1.3         Klager heeft zich bij brief dd. 26 september 2012 beklaagd over het optreden van verweerder als advocaat van mevrouw X.

2. KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.           verweerder in een procedure tussen klager en mevrouw X optreedt tegen klager, terwijl verweerder eerder voor klager en mevrouw X is opgetreden in een procedure tegen de ex-echtgenoot van mevrouw X ;

2.           verweerder in het verweerschrift dd. 29 augustus 2012 met opzet leugens heeft gezet en daarvan geen enkel bewijs heeft aangeleverd.

3. VERWEER

3.1         Verweerder heeft nimmer de belangen van klager behartigd. Verweerder heeft in het verleden de belangen van zijn cliënte behartigd in een procedure tussen haar en haar ex-echtgenoot over het hoofdverblijf van en de omgang met de minderjarige dochter van hen beiden. Klager had toen een affectieve relatie met de cliënte van verweerder en heeft weleens een bespreking met cliënte bijgewoond. Klager was niet bij die procedure betrokken.

3.2         Verweerder heeft zijn stellingen in het verweerschrift gebaseerd op de informatie die hij van zijn cliënte heeft ontvangen. Verweerder had geen enkele reden om aan de juistheid daarvan te twijfelen. Klager heeft nimmer vertrouwelijke informatie aan verweerder verstrekt. Het optreden van verweerder past binnen de vrijheid die hem als advocaat van de wederpartij toekomt.

4. BEOORDELING

4.1         Vast staat dat verweerder is opgetreden als advocaat van mevrouw X in een procedure tegen haar ex-echtgenoot betreffende de hoofdverblijfplaats van en de omgang met de minderjarige dochter van hen beiden. De voorzitter wil aannemen dat klager, die op dat moment een affectieve relatie had met mevrouw X, zich op dat moment bij die procedure betrokken heeft gevoeld. Dit betekent evenwel niet dat verweerder de belangen van klager heeft behartigd. Klager was immers niet als partij in die procedure betrokken. Toen de relatie tussen klager en mevrouw X was beëindigd stond het verweerder dan ook vrij, op te treden voor mevrouw X tegen klager. Dat klager in de eerdere procedure van mevrouw X tegen haar ex-echtgenoot aan verweerder vertrouwelijke informatie heeft verstrekt die door verweerder tegen klager is gebruikt, is niet gebleken en door klager niet met concrete feiten onderbouwd, dan wel anderszins aannemelijk gemaakt.

4.2        Het tweede onderdeel van de klacht betreft het optreden van de advocaat van een wederpartij. Bij  de beoordeling van een dergelijke klacht behoort er van te worden uitgegaan dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. Een advocaat mag in beginsel afgaan op de informatie die zijn client hem verstrekt. De voorzitter zal het tweede onderdeel van de klacht met inachtneming van deze uitgangspunten beoordelen.

4.3       Uit de aan de raad overgelegde stukken is niet gebleken dat verweerder in het verweerschrift dd. 29 augustus 2012 opzettelijk leugens heeft opgenomen, dan wel anderszins feiten heeft opgenomen waarvan hij wist of behoorde te weten dat deze niet juist waren. Verweerder heeft in voormeld verweerschrift het standpunt van zijn cliënte ten aanzien van een omgangsregeling tussen klager en hun beider minderjarige dochter, en de daaraan ten grondslag liggende redenen, weergegeven. Voor zover klager zich hiermee niet kon verenigen lag het op zijn weg de stellingen van de cliënte van verweerder in rechte te betwisten.

4.4       Nu verweerder op grond van het bovenstaande geen tuchtrechtelijk verwijt valt te maken, zal de voorzitter de klacht in beide onderdelen als kennelijk ongegrond afwijzen.

BESLISSING

De voorzitter wijst de klacht als kennelijk ongegrond af.

Aldus gewezen door mr. M.I.J. Hegeman, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op    19 februari 2013.

griffier                                                                         voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 22 februari 2013

per aangetekende post verzonden aan:

-   klager

-   verweerder

-   de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland West-Brabant.

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van   discipline:

a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.