ECLI:NL:TADRSHE:2013:YA4145 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch R256-2012

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2013:YA4145
Datum uitspraak: 18-03-2013
Datum publicatie: 23-04-2013
Zaaknummer(s): R256-2012
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: De stelling van klager dat de verzettermijn pas inging op de dag waarop hij de aangetekende brief, waarbij de beslissing aan hem is verzonden, heeft opgehaald is in strijd met het in artikel 46h lid 1 Advocatenwet bepaalde. Verzet niet-ontvankelijk

Beslissing van 18 maart 2013

in de zaak R 256-2012

naar aanleiding van de klacht van:

A                

klager

tegen:

B

                                        Verweerder

1               Verloop van de procedure

1.1         Bij brief aan de raad van 11 september 2012 met kenmerk K , door de raad ontvangen op 12 september 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement R, thans arrondissement L, de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2         Bij beslissing van 8 oktober 2012 heeft de voorzitter van de raad de klacht als kennelijk niet-ontvankelijk afgewezen, welke beslissing op 12 oktober 2012 is verzonden aan klager.

1.3         Bij brief van 27 oktober 2012 door de raad ontvangen op 1 november 2012, heeft klager verzet gedaan tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4         De vraag of het verzet ontvankelijk is, is behandeld ter zitting van de raad van 14 januari 2012 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5         De raad heeft kennisgenomen van:

-                               de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop

                 de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

-                               het verzetschrift van klager d.d. 27 oktober 2012 .

2               STANDPUNT VAN KLAGER

2.1.            Klager heeft tijdig verzet gedaan bij de raad. Hij heeft de aangetekende brief van de raad van discipline met de beslissing opgehaald op 18 oktober 2012, en kon dat niet eerder doen. Klager heeft vervolgens binnen 14 dagen na deze datum en dus tijdig verzet gedaan bij de raad.

3        BEOORDELING VAN DE ONTVANKELIJKHEID VAN HET VERZET

3.1     Ingevolge artikel 46h lid 1 Advocatenwet kunnen de klager en de deken binnen 14 dagen na de verzending van het afschrift van de beslissing verzet doen bij de raad van discipline. De stelling van klager dat de verzettermijn pas inging op de dag waarop hij de aangetekende brief, waarbij de beslissing aan hem is verzonden, heeft opgehaald is in strijd met het in voormeld artikel van de Advocatenwet bepaalde.

3.2     De beslissing van de voorzitter van 8 oktober 2012 is verzonden op 12 oktober 2012, zodat de verzettermijn eindigde op 26 oktober 2012. Dit betekent dat het verzetschrift op 26 oktober 2012 ontvangen had dienen te zijn. Het verzet van klager, gedateerd op 27 oktober 2012, is door de raad van discipline op 1 november 2012 ontvangen. Onder uitzonderlijke omstandigheden kan de raad tot het oordeel komen dat de overschrijding van de termijn “verschoonbaar” is, dat wil zegen dat het verzet ondanks die overschrijding ontvankelijk is. De door klager aangevoerde omstandigheden zijn echter niet zodanig dat van hem niet gevergd kon worden zorg te dragen voor het (doen) ophalen van aangetekende post, in een periode waarin hij wist dat de beslissing van de voorzitter van de raad in aantocht was. Het verzet is derhalve tardief op grond waarvan de raad van discipline het verzet niet-ontvankelijk zal verklaren.

BESLISSING

De raad van discipline:

          verklaart klager in zijn verzet niet-ontvankelijk.

Aldus gegeven door mr. E.P. van Unen , voorzitter, mrs. A.L.W.G. Houtakkers, E.P.C.M. Teeuwen, P.A.M. van Hoef en L.W.M. Caudri , leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van18 maart 2013 .

griffier                                                               voorzitter                                     

Deze beslissing is in afschrift op 19 maart 2013

per aangetekende brief verzonden aan:

-       klager

-       verweerder

-       de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement L

-       de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.