ECLI:NL:TADRSHE:2013:6 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 167 - 2013

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2013:6
Datum uitspraak: 18-06-2013
Datum publicatie: 25-06-2013
Zaaknummer(s): L 167 - 2013
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. zijn medeadvocaten, subonderwerp: Overname van zaken
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. zijn medeadvocaten, subonderwerp: Welwillendheid in het algemeen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Belangen niet geschaad, aangezien klager zich tot een andere advocaat heeft gewend, voordat bericht over verdere verloop van de zaak was ontvangen. Termijn van ruim twee weken voor overdracht van dossier is niet zolang, dat er sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Belangen van klager niet geschaad.   klacht kennelijk ongegrond.

Beslissing van 18 juni 2013

in de zaak  L 167-2013

naar aanleiding van de klacht van:

1.  A

2.  B

klagers

tegen:

C

verweerder

De voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement  Y van 27 mei 2013 met kenmerk A 147 , door de raad ontvangen op 28 mei 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1         Klager sub 1 werd in een strafzaak bijgestaan door mr. X. Omdat mr. X zijn praktijk per 1 januari 2013 zou beëindigen heeft hij de zaak, in overleg met klager sub 1, op 13 december 2012 overgedragen aan verweerster. Verweerster heeft bij brief dd. 13 december 2012 bevestigd dat zij klager verder zou bijstaan in de strafzaak. Zij schreef onder meer het volgende:

“In uw procedure zijn wij thans in afwachting van getuigenverhoren, ik bericht u zodra ik daaromtrent zijdens de rechtbank dan wel het Openbaar Ministerie verneem.

Ik stel voor dat wij te zijner tijd ter voorbereiding op de getuigenverhoren uw volledig dossier bespreken. Mocht u thans reeds prijsstellen op een bespreking, persoonlijk dan wel telefonisch, kunt u uiteraard te allen tijde contact opnemen.”

1.2         Per telefax dd. 19 februari 2013 heeft klager sub 2 aan verweerster bericht dat klager sub 1 zich tot hem had gewend met het verzoek hem in de strafzaak verder bij te staan. Klager sub 2 verzocht verweerster het dossier aan hem te doen toekomen.

1.3         Verweerster ontving op 20 februari 2013 bericht dat in de strafzaak van klager sub 1 op 15 mei 2013 een regiezitting zou plaatsvinden.

1.4         Klager sub 2 heeft per telefax dd. 27 februari 2013 zijn verzoek tot overdracht van het dossier herhaald. Op 6 maart 2013 heeft klager sub 2 telefonisch contact opgenomen met het kantoor van verweerster met het verzoek het dossier binnen twee dagen aan hem toe te sturen. De secretaresse van verweerster heeft aan klager sub 2 medegedeeld dat het dossier zo spoedig mogelijk aan hem zou worden toegezonden. Diezelfde dag heeft klager sub 2 mede namens klager sub 1 de onderhavige klacht ingediend.

1.5         Verweerster heeft het dossier op 7 maart 2013 per post aan klager sub 2 toegezonden.

1.6         Verweerster heeft per telefax dd. 7 maart 2013 aan klager sub 2 haar onvrede over diens optreden geuit en hem een klacht in het vooruitzicht gesteld, tenzij klager sub 2 zijn klacht tegen verweerster zou intrekken. Klager sub 2 heeft per telefax dd. 7 maart 2013 gereageerd op voormelde fax van verweerster. Verweerster heeft vervolgens op 8 maart 2013 een klacht bij de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Midden-Nederland ingediend tegen klager sub 2. Zij verweet klager sub 2 niet-confraterneel handelen, evenals handelen zonder welwillendheid en vertrouwen.

2.           KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.        verweerster de belangen van klager sub 1 heeft geschaad, aangezien er geen gesprek had plaatsgevonden met klager, terwijl er voor de regiezitting van 15 mei 2013 onderzoekshandelingen verricht dienden te worden;

2.        verweerster confraternele correspondentie onbeantwoord heeft gelaten en niet direct heeft gereageerd op een verzoek tot overdracht van het dossier.

3.           VERWEER

3.1         Verweerster heeft conform het beleid van haar kantoor direct na het verzoek tot overname actie ondernomen om het dossier zo spoedig mogelijk over te dragen. Verweerster diende eerst ruggespraak te houden met mr. X omtrent de door hem aan deze zaak bestede tijd.

3.2         De dag na het verzoek tot overname van het dossier door klager sub 2 bereikte verweerster een bericht dat op 15 mei 2013 een regiezitting zou plaatsvinden. Gelet op voormeld verzoek om overdracht heeft verweerster geen contact meer opgenomen met klager sub 1

3.2         Op 6 maart 2013 is door de secretaresse van verweerster -na ruggespraak met kantoorgenoten van verweerster- aan klager sub 2 telefonisch medegedeeld dat geen bezwaar bestond tegen overname van de zaak en dat het dossier zo spoedig mogelijk aan hem zou worden toegezonden. Het dossier lag op dat moment zo goed als gereed voor verzending. Verweerster was tijdens het telefoongesprek niet op kantoor aanwezig. Omdat verweerster eindverantwoordelijk is voor verzending van het dossier, kon de secretaresse van verweerster geen harde toezegging doen dat het dossier binnen twee dagen zou worden verzonden. Op 7 maart 2013 is het -omvangrijke- dossier ter post bezorgd.

4.           BEOORDELING

4.1         Niet valt in te zien dat verweerster de belangen van klager sub 1 heeft geschaad nu zij in afwachting waren van berichten omtrent het verdere verloop- van de strafzaak. Verweerster heeft klager sub 1 bericht dat zij contact met hem zou opnemen zodra zij een bericht zou ontvangen over de voortgang in diens strafzaak. Nu verweerster eerst op 20 februari 2013 nader bericht ontving, terwijl de dag daarvoor aan haar was bericht dat klager sub 1 zich tot klager sub 2 had gewend voor verdere bijstand in zijn strafzaak is het begrijpelijk dat verweerster geen contact meer heeft opgenomen met klager sub 1 over de verdere voortgang van zijn strafzaak. Op grond van het bovenstaande zal de voorzitter het eerste onderdeel van de klacht als feitelijk en deswege kennelijk ongegrond afwijzen.

4.2         Vast staat dat klager sub 2 op 19 februari 2012 een eerste en op  27 februari 2013 een herhaald verzoek tot overdracht van het dossier heeft gedaan. Hoewel van verweerster verwacht had mogen worden dat zij de ontvangst van het verzoek tot overdracht had bevestigd en hierop een reactie had gegeven, is de tijd tussen het verzoek tot en de feitelijke overdracht van het dossier (ruim twee weken) niet dusdanig lang dat verweerster hiervan een tuchtrechtelijk verwijt te maken valt. Op grond hiervan zal de voorzitter ook het tweede onderdeel van de klacht als kennelijk ongegrond afwijzen.

BESLISSING

De voorzitter:

wijst de klacht in beide onderdelen als kennelijk ongegrond af.

Aldus gegeven door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 18 juni 2013 .

griffier                                                                         voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 24 juni 2013

per aangetekende en per gewone post verzonden aan:

- klagers

per gewone post verzonden aan:

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Y.

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Y binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.