ECLI:NL:TADRSHE:2013:174 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 125 - 2013

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2013:174
Datum uitspraak: 02-12-2013
Datum publicatie: 10-01-2014
Zaaknummer(s): L 125 - 2013
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Het staat een advocaat vrij om namens zijn cliënte, aan wie klager tot zekerheid een tweede hypotheek had verstrekt, in geval van betalingsachterstand over te gaan tot het nemen van executiemaatregelen. Klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat een tussen partijen getroffen betalingsregeling een openbare verkoop in de weg stond. Klacht ongegrond

Beslissing van 2 december 2013

in de zaak L 125-2013

naar aanleiding van de klacht van:

A.

klager

tegen:

B.

verweerder

1 Verloop van de procedure

1.1 Bij brief aan de raad van 11 april 2013 met kenmerk DOK 131, door de raad ontvangen op 12 april 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 7 oktober 2013 in aanwezigheid van klager en verweerder . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van:

- de brief van de deken dd. 11 april 2013, met bijlagen;

- de brief van klager dd. 15 april 2013, met bijlagen.

2 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1 De cliënte van verweerder heeft een geldlening verstrekt aan klager ter financiering van een door klager aangekochte woning, destijds eigendom van de cliënte van verweerder. Klager heeft ter zekerheid een tweede hypotheek verstrekt aan de cliënte van verweerder.

2.2 Verweerder heeft klager bij brief dd. 6 oktober 2009 gesommeerd tot betaling van de tot dan toe verschuldigde rente over de verstrekte geldlening over te gaan. Op 29 december 2009 is tussen klager en de cliënte van verweerder afgesproken dat de betalingsachterstand werd bevroren en dat klager gedurende het jaar 2010 een bedrag ad € 200,00 zou betalen in plaats van €401,81. Voorts werd afgesproken dat partijen begin 2011 opnieuw met elkaar zouden spreken om nadere afspraken te maken. De toenmalige advocaat van klager heeft bij brief dd. 22 januari 2010 bericht dat klager instemde met deze regeling.

2.3 Verweerder heeft klager op 22 december 2010 aangeschreven over de zijn cliënte gebleken onderhuur van het pand en hem uitgenodigd om contact op te nemen voor een vervolggesprek.

2.4 Klager heeft bij brief dd. 7 januari 2011 gereageerd op voormelde brief van verweerder. Klager schreef onder meer het volgende :

“Naar aanleiding van einde betaling regeling deze maand, laat ik u het volgende weten.

Dat ik het niet eens ben met u mededeling tot een betaling regeling nu ik mijn benedenruimte heb verhuurd. ….”

2.5 Verweerder heeft bij brief dd. 17 januari 2011 gewezen op diens verplichting tot betaling van rente en op de inmiddels opgelopen betalingsachterstand ad € 18.092,31. Verweerder heeft namens zijn cliënte een betalingsvoorstel gedaan, bij gebreke waarvan hij aankondigde in opdracht van zijn cliënte tot openbare verkoop over te zullen gaan.

2.6 Aan klager is de openbare verkoop van het pand op 28 september 2011 aangezegd. De openbare verkoop is afgewend door betaling van het achterstallige bedrag ad € 24.000, - door klager.

2.7 Verweerder heeft klager bij brief dd 7 oktober 2011 gewezen op diens maandelijkse verplichting tot betaling van de rente ad € 401,81.

2.8 Verweerder heeft klager bij brief dd. 16 januari 2012 gesommeerd tot betaling van de achterstallige rente , bij gebreke waarvan verweerder aankondigde opnieuw het traject tot openbare verkoop te zullen starten. Verweerder heeft op 8 februari 2012 de deurwaarder verzocht om, wegens betalingsachterstand tot betekening en aanzegging van de openbare verkoop over te gaan. Op 13 april 2012 heeft de deurwaarder een exploit met aanzegging executie aan klager uitgebracht. Op 12 juni 2012 heeft verweerder de notaris verzocht de openbare verkoop ter hand te nemen. Bij brief dd. 28 juni 2012 heeft de notaris aan verweerder bericht dat klager de betalingsachterstand had voldaan, op grond waarvan de openbare verkoop niet is doorgegaan.

2.9 Verweerder heeft klager bij brief dd. 11 juli 2012 opnieuw bericht dat hij tot correcte maandelijkse betaling van de rente diende over te gaan, bij gebreke waarvan het pand openbaar verkocht zou gaan worden. Klager heeft de notaris en verweerder bericht bereid te zijn een bedrag ad € 200,00 te betalen. Verweerder heeft klager bij brief dd. 20 augustus 2012 gesommeerd tot betaling van de opgelopen achterstand , bij gebreke waarvan tot openbare verkoop zou worden overgegaan. Op 4 september 2012 heeft verweerder de notaris verzocht om opnieuw het openbare verkoop traject voor te bereiden.

3 klacht

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder doorging met de openbare verkoop van het pand van klager, terwijl er een betalingsregeling was getroffen met de cliënte van verweerder.

4 VERWEER

4.1 Verweerder volgde de instructies van zijn cliënte op. Er zijn diverse voorstellen tot betaling aan klager gedaan. Tussen partijen is niet afgesproken dat klager voortaan kon volstaan met een maandelijkse betaling van € 200,- in plaats van € 401,81. Deze afspraak was uitsluitend gemaakt betreffende het jaar 2010. Over de betalingen in 2011 zouden opnieuw afspraken gemaakt worden.

4.2 Eind 2010 heeft de cliënte van verweerder ontdekt dat klager het pand had onderverhuurd. Hierdoor kwam de getroffen betalingsregeling voor het jaar 2010 te vervallen. Klager heeft niet gereageerd op de uitnodiging voor een gesprek. Klager stelde zich op het standpunt dat de betalingsregeling nog steeds van kracht was en bleef te weinig betalen.

5 BEOORDELING

5.1 De klacht betreft het optreden van de advocaat van een wederpartij. Bij de beoordeling van een dergelijke klacht behoort er van te worden uitgegaan dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. De raad zal de klacht met inachtneming van dit uitgangspunt beoordelen.

5.2 Uit de aan de raad overgelegde stukken en uit hetgeen ter zitting naar voren is gebracht is gebleken dat verweerder heeft gehandeld in opdracht van zijn cliënte. Het stond verweerder vrij namens zijn cliënte, aan wie klager tot zekerheid een tweede hypotheek had verstrekt, in geval van betalingsachterstand over te gaan tot het nemen van executiemaatregelen.

5.3 Klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat een tussen partijen getroffen betalingsregeling een openbare verkoop in de weg stond. Weliswaar hadden partijen een betalingsregeling voor het jaar 2010 getroffen. Voor zover deze regeling niet al eerder door onderhuur door klager was beëindigd, was deze regeling in ieder geval per 1 januari 2011 tot een einde gekomen, zodat klager in ieder geval vanaf dat moment het volledige maandelijkse bedrag aan rente was verschuldigd. Het stond verweerder dan ook vrij in geval van een opgelopen betalingsachterstand in opdracht van zijn cliënte over te gaan tot het treffen van executiemaatregelen. Verweerder heeft daarmee gehandeld binnen de grenzen die hem als advocaat van de wederpartij jegens klager vrijstond. Overigens is het door betaling door klager van de opgelopen betalingsachterstand (nog) niet tot openbare verkoop gekomen.

5.4 De raad zal de klacht op grond van al het bovenstaande ongegrond verklaren.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. G.J.E. Poerink, voorzitter, mrs. A. Freriks, R.G.A. M. Theunissen, Th. Kremers, W. van Beek, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting dd. 2 december 2013.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 3 december 2013

per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerder

- de deken van de orde van advocaten te Limburg

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a. Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c. Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl