ECLI:NL:TADRSHE:2013:13 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 203 - 2013

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2013:13
Datum uitspraak: 03-07-2013
Datum publicatie: 09-07-2013
Zaaknummer(s): L 203 - 2013
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Grievende uitlatingen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Essentie: Daags voor de zitting overgelegde stukken waren wederpartij allen bekend. Belangen niet geschaad.   Klacht: kennelijk ongegrond.

Beslissing van           2013

in de zaak L 203-2013

naar aanleiding van de klacht van:

                                               A

                                               klaagster

tegen:

B

                                               Verweerder

Klaagster heeft bij brief dd. 22 maart 2013 bij de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Z een klacht ingediend tegen verweerder. Aangezien verweerder lid is van de Raad van Toezicht van de orde van advocaten in het arrondissement Z, heeft de voorzitter van de raad van discipline de klacht bij beslissing dd. 15 april 2013 verwezen naar de deken van de orde van advocaten in het arrondissement L teneinde de klacht te onderzoeken en af te handelen.

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement  L van 25 juni 2013 met kenmerk DOK 216 , door de raad ontvangen op 26 juni 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1.                       FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1         Klaagster is verwikkeld in een geschil met woningcorporatie X, verder X, omtrent het onderhoud van de door klaagster van X gehuurde woning.  Verweerder treedt op als advocaat van X.

1.2         Klaagster heeft een procedure aanhangig gemaakt bij de Huurcommissie te C. Klaagster verzocht verlaging van de huurprijs in verband met gebreken aan de huurwoning. Op 14 juni 2012 heeft een mondelinge behandeling bij de Huurcommissie plaatsgevonden. Verweerder heeft X tijdens de mondelinge behandeling bijgestaan. Verweerder heeft een dag voor de zitting de volgende stukken per telefax toegestuurd aan de Huurcommissie:

-           brief van verweerder aan klager dd. 27 maart 2012, met als bijlage een concept dagvaarding;

              -           brief van verweerder aan klager dd. 29 maart 2012;

              -           brief van verweerder aan klager dd. 16 april 2012.

Een afschrift van de telefax aan de Huurcommissie d.d. 13 juni 2013 met bijlagen is op diezelfde dag bij klaagster afgegeven.

1.3       De Huurcommissie heeft bij beslissing d.d. 5 juli 2012 het verzoek van klaagster om verlaging van de huurprijs afgewezen.

2.                       KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.      verweerder één dag voor de zitting van de Huurcommissie zijn verweerschrift aan klaagster heeft doen toekomen;

2.      verweerder zich na afloop van de zitting van de Huurcommissie grievend en denigrerend jegens klaagster heeft gedragen;

3.      verweerder tegenhoudt dat klaagster een cv-ketel in haar woning krijgt geplaatst.

3.                       VERWEER

3.1         Verweerder is pas op een laat moment ingeschakeld om zijn cliënte tijdens de mondelinge behandeling bij de Huurcommissie bij te staan. Het is juist dat verweerder een dag voor de zitting per telefax stukken aan de Huurcommissie heeft toegezonden. Dit betrof correspondentie van verweerder aan klaagster. De inhoud daarvan was derhalve al geruime tijd bij klaagster bekend. De stukken zijn op 13 juni 2012 bij klaagster afgegeven. Niet juist is dat verweerder een verweerschrift zou hebben ingediend. Ter zitting is mondeling verweer gevoerd, zulks aan de hand van aan beide zijden in het geding gebrachte stukken. Klaagster heeft geen bezwaar gemaakt tegen de laattijdige indiening van de stukken. De regie van een zitting wordt overigens bepaald door de voorzitter van de Huurcommissie.

3.2         Verweerder betwist zich na de zitting onnodig grievend te hebben uitgelaten jegens klaagster. Verweerder heeft klaagster gedag gezegd, niets meer en niets minder.

3.3         Verweerder betwist tegen te houden dat een CV ketel bij klaagster zou worden geplaatst. Beslissingen hierover worden door X genomen en niet door verweerder. Het is klaagster zelf die plaatsing van de CV ketel tegenhoudt.

3.4         Tijdens de zitting bij de Huurcommissie werd afgesproken dat op 25 juni 2012 een bezichtiging van de woning van klaagster zou plaatsvinden. Klaagster heeft bij brief dd. 18 juni 2012 aan de Huurcommissie laten weten geen medewerking te zullen verlenen aan de bezichtiging. De grondslag van de afwijzende beslissing dd. 5 juli 2012 van de Huurcommissie was gelegen in het feit dat klaagster zelf geen medewerking verleent aan het verhelpen van de gebreken.

4.           BEOORDELING

4.1         De klacht betreft het optreden van de advocaat van een wederpartij. Bij de beoordeling van een dergelijke klacht behoort er van te worden uitgegaan dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. De voorzitter zal de klacht met inachtneming van dit uitgangspunt beoordelen.

4.2         Vast staat dat verweerder een dag voor de zitting stukken aan de Huurcommissie heeft toegestuurd, met gelijktijdige afgifte van een afschrift daarvan aan klaagster. Niet gebleken is dat verweerder een dag voor de zitting een verweerschrift heeft ingediend, waarop klaagster niet meer zou hebben kunnen reageren. De door verweerder overgelegde stukken betrof correspondentie van verweerder aan klaagster, waarmee zij derhalve reeds bekend was. De belangen van klaagster zijn  derhalve niet onnodig geschaad door de laattijdige indiening van deze correspondentie. Overigens is het de voorzitter van de Huurcommissie die bepaalt of stukken al dan niet geaccepteerd worden. Indien klaagster bezwaar had tegen de late overlegging van de stukken, had het op haar weg gelegen hiertegen bij de Huurcommissie bezwaar te maken. Nu verweerder, gelet op hierboven vermelde omstandigheden, geen tuchtrechtelijk verwijt valt te maken, zal de voorzitter dit onderdeel van de klacht als kennelijk ongegrond afwijzen.

4.3         Klaagster heeft de wijze waarop verweerder haar na afloop van de zitting gedag heeft gezegd klaarblijkelijk als grievend ervaren. Verweerder stelt zich na de zitting niet nodeloos grievend jegens klaagster te hebben gedragen. Hij heeft haar enkel gedag gezegd. Nu klaagster, anders dan haar eigen beleving, geen concrete feiten heeft gesteld noch aannemelijk gemaakt, waaruit blijkt dat verweerder zich bij de wijze waarop hij klaagster gedag heeft gezegd nodeloos grievend jegens klaagster heeft gedragen,  zal de voorzitter het tweede onderdeel van de klacht eveneens als kennelijk ongegrond afwijzen.

4.4         Ook voor het derde onderdeel van de klacht geldt dat klaagster, anders dan wat zij van een medewerker van de cliënte van verweerder gehoord zou hebben, geen concrete feiten heeft gesteld noch aannemelijk gemaakt, waaruit blijkt dat verweerder degene is die plaatsing van de CV ketel tegenhoudt. De voorzitter zal daarom ook dit onderdeel van de klacht als kennelijk ongegrond afwijzen.

BESLISSING

De voorzitter:

wijst de klacht in alle onderdelen als kennelijk ongegrond af.

Aldus gegeven door mr. E.P. van Unen, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op               juli 2013.

griffier                                                                         voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 3 juli 2013

per aangetekende en per gewone post verzonden aan:

- klager

per gewone post verzonden aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement L.

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement L binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.