ECLI:NL:TADRSHE:2013:119 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch OB 228-2013

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2013:119
Datum uitspraak: 20-08-2013
Datum publicatie: 30-11-2013
Zaaknummer(s): OB 228-2013
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Beleidsvrijheid
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Advocaat dient de kans op succes in een procedure te beoordelen. Het staat hem vrij de daarvoor benodigde procedures op te vragen om de voortang in een zaak te bevorderen en hiertoe een termijn te stellen.

            Beslissing van 20 augustus 2013

in de zaak OB 228 - 2013

naar aanleiding van de klacht van:

A         

klager

tegen:

B

verweerster

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement OB van 19 juli 2013 met kenmerk K , door de raad ontvangen op 22 juli 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1         Klager heeft zich in eerste instantie op 3 januari 2013 en vervolgens begin maart 2013 tot verweerster gewend. Klager wenste een verzoekschrift in te dienen bij de rechtbank betreffende het (terug)krijgen van ouderlijk gezag over zijn dochter. Klager had een half jaar voordien tijdens de echtscheidingsprocedure vrijwillig afstand gedaan van het ouderlijk gezag in verband met destijds bestaande psychische klachten.

1.2         Verweerster heeft klager meerdere malen verzocht medische gegevens aan haar te doen toekomen. Op 20 maart 2013 verzocht zij klager de benodigde bescheiden binnen 8 dagen aan haar over te leggen. Klager heeft verweerster vervolgens per e-mail d.d. 21 maart 2013 bericht dat dit voor hem een onmogelijke opdracht was en kondigde aan een andere advocaat te zullen inschakelen.

2.           KLACHT

2.1         De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerster op 20 maart 2013 aan klager slechts een termijn van 8 dagen heeft gegeven om een medische verklaring aan haar over te leggen, terwijl klager hiervoor tijd had tot aan de zitting van 27 mei 2013 .

               Klager heeft ter toelichting op zijn klacht het volgende naar voren gebracht:

2.2         Klager heeft per e-mail d.d. 18 maart 2013 aan verweerster doorgegeven dat G hem op alle mogelijke manieren tegenwerkte en dat hij nooit een verklaring zou krijgen. Hij heeft toen medegedeeld dat hij een klacht tegen G had ingediend, die op 25 maart 2013 zou worden behandeld.  Klager heeft op 21 maart 2013 aan verweerster bericht dat hij onmogelijk binnen deze termijn een medische verklaring over kon leggen en dat hij daarom op zoek zou gaan naar een andere advocaat.

2.3         Op 20 maart 2013 was nog niet bekend wanneer de zitting bij de rechtbank plaats zou vinden. Pas op 9 april 2013 is een oproeping voor de zitting van 27 mei 2013 aan partijen gezonden. In deze oproeping stond vermeld dat klager met tussenkomst van een advocaat tot aan de zitting een verweerschrift kon indienen. Het is niet de bedoeling dat verweerster de oproeping van de rechtbank ontkracht door klager slechts een termijn van 8 dagen te gunnen, terwijl de zittingsdatum nog niet bekend was.

2.4          De medische verklaring is op 28 april 2013, derhalve een maand voor de zitting,  ondertekend. Verweerster had derhalve geduld moeten hebben.

3.           VERWEER    

3.1         Verweerster heeft klager tijdens het gesprek in januari 2013 gewezen op de medische documentatie die noodzakelijk c.q. wenselijk was voor het behartigen van zijn belang. Er diende immers aannemelijk gemaakt te worden dat er ondertussen geen dan wel in mindere mate sprake was van psychische klachten die aan toewijzing van het verzoek in de weg konden staan. Klager heeft na dit gesprek besloten de zaak niet voort te zetten.

3.2         Begin maart 2013 heeft klager zich opnieuw gewend tot verweerster. Verweerster heeft klager toen bij brieven d.d. 12 en 15 maart 2013 opnieuw gewezen op het belang van medische documentatie. Dat klager een klacht had ingediend tegen G stond het opvragen van medische gegevens niet in de weg.

3.3         De door verweerster gestelde termijn had niets van doen met het tijdig indienen van stukken voor een zitting. Om de haalbaarheid van een procedure strekkende tot het verkrijgen van ouderlijk gezag te kunnen beoordelen, was het noodzakelijk om te beschikken over de gevraagde medische bescheiden. Verweerster heeft uiteindelijk aan klager verzocht binnen 8 dagen de gevraagde bescheiden te overleggen. Klager heeft nimmer aan verweerster medegedeeld dat hij 6 weken nodig had om heirover de beschikking te krijgen.

3.2         Verweerster is na de e-mail van klager d.d. 21 maart 2013 benaderd door de opvolgend advocaat aan wie verweerster alle relevante stukken die zich in het dossier bevonden ter hand heeft gesteld.

4.           BEOORDELING

4.1         Het is de taak van een advocaat om de kans op resultaat van een voor de cliënt te voeren procedure te beoordelen. Het was in dat kader dat verweerster aan klager verzocht de daartoe benodigde medische gegevens te verstrekken. Nu verweerster meerdere malen tevergeefs om deze gegevens had verzocht, is het begrijpelijk dat zij om de zaak met voortvarendheid aan te kunnen pakken aan klager verzocht haar de benodigde bescheiden binnen een bepaalde termijn aan te leveren.

4.2         Voor zover het voor klager niet mogelijk was om de gevraagde bescheiden binnen die termijn aan te leveren, had het op de weg van klager gelegen verweerster hiervan op de hoogte te stellen. Nu klager verweerster hiervan niet op de hoogte heeft gesteld en zich direct tot een andere advocaat heeft gewend, is verweerster niet in de gelegenheid geweest klager een ruimere termijn te verlenen voor het aanleveren van de medische bescheiden.

4.3         De voorzitter houdt klager ten overvloede voor dat, nu verweerster de medische bescheiden opvroeg ter beoordeling van de kans op het gewenste resultaat in een procedure strekkende tot het verkrijgen van het ouderlijk gezag over de dochter van klager, de nadien bepaalde zittingsdatum in de door de wederpartij aanhangig gemaakte procedure hiermee niets van doen had.

4.4         Nu verweerster op grond van het bovenstaande geen tuchtrechtelijk verwijt te maken valt, zal de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afwijzen.

BESLISSING

De voorzitter:

wijst de klacht als kennelijk ongegrond af.

Aldus gegeven door mr. E.P. van Unen, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 20 augustus 2013.

griffier                                                                         voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 20 augustus 2013

per gewone en per aangetekende post verzonden aan:

- klager

per gewone post verzonden aan:

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement OB.

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost - Brabant binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

b.        Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.