ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3697 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M140-2012

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3697
Datum uitspraak: 10-12-2012
Datum publicatie: 19-01-2013
Zaaknummer(s): M140-2012
Onderwerp: Grenzen van het tuchtrecht, subonderwerp: Advocaat in hoedanigheid van deken of tuchtrechter
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Afhandeling van een klacht door verweerder in zijn hoedanigheid van deken. Weliswaar heeft het lang geduurd voordat verweerder zijn standpunt aan klager mededeelde, maar deze periode was niet dusdanig lang dat er sprake is van een gedraging, waardoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad. Verzet ongegrond.

Beslissing van 10 december 2012

in de zaak M 140 - 2012

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Discipline van 29 mei 2012 op de klacht van:

A

klager

tegen:

B

verweerder

1                Verloop van de procedure

1.1          Bij brief aan de raad van 2 mei 2012, met kenmerk D, door de raad ontvangen op 3 mei 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement M de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2          Bij beslissing van 29 mei 2012 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen, welke beslissing op 29 mei 2012 aan klager is verzonden.

1.3          Bij brief van 5 juni 2012, door de raad ontvangen op 6 juni 2012, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter.

1.4          Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 22 oktober 2012 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5          De raad heeft kennis genomen van:

-                      de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

-                      het verzetschrift van klager d.d. 5 juni 2012.

2                FEITEN

2.1          Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, uitgegaan van de feiten zoals omschreven in de beslissing van de voorzitter, nu het verzet zich daartegen niet richt.

3                KLACHT EN VERZET

3.1         De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet, doordat:

-                      verweerder, ondanks een toezegging van 22 juni 2011 binnen enige tijd een dekenstandpunt te formuleren, dit heeft nagelaten;

-                      verweerder valsheid in geschrifte heeft gepleegd door de brief van 30 december 2011, die de adjunct secretaris als ondertekenaar vermeldt, met zijn kennelijke handtekening te ondertekenen.

3.2         De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

-                      de toelichting op de klacht met betrekking tot de brief van 30 december 2011 is in de uitspraak niet juist weergegeven;

-                      de beoordeling, opgenomen in de voorzittersbeslissing onder 4.1, 4.2 en 4.3, is niet juist en daarmede is ook de beslissing van de voorzitter niet juist.

4                BEOORDELING VAN HET VERZET

4.1          De raad stelt vast dat in de klachtomschrijving van de voorzittersbeslissing onder 2.1 sub 2 ten onrechte wordt gesproken van een brief van 28 november 2011, terwijl kennelijk bedoeld is een brief van 30 december 2011, hetgeen ook terug te vinden is in de tweede alinea van 2.2 van de voorzittersbeslissing. Het gaat hierbij om een kennelijke verschrijving, waartegen het verzet ook niet is gericht.

4.2          Voor het overige heeft het onderzoek in verzet niet geleid tot een vaststelling van andere feiten danwel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmede de raad zich verenigt.

4.3          De raad zal het verzet daarom als ongegrond afwijzen.

BESLISSING

De raad van discipline:

Wijst het verzet als ongegrond af.

Aldus gewezen door mw. mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, mr. H.C.M. Schaeken, mw. mr. M.B.Ph. Geeraedts, mr. L.J.G. de Haas, mw. mr. A. Groenwoud, leden, bijgestaan door mr. C.M. van Lanschot als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 10 december 2012.

griffier                                                                         voorzitter                                     

Deze beslissing is in afschrift op   11 december 2012                                   per aangetekende brief  verzonden aan:

-            klager

-            verweerder

-            de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement M

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.