ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3440 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch B143-2012

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3440
Datum uitspraak: 22-10-2012
Datum publicatie: 14-11-2012
Zaaknummer(s): B143-2012
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Confraternele correspondentie/schikkingsonderhandelingen
Beslissingen: Berisping
Inhoudsindicatie: Niet relevant is of confraternele correspondentie zoals bedoeld in gedragsregel 12 al dan niet vertrouwelijk is. Een advocaat dient zich te houden aan de ter zake geldende gedragsregels. Het staat hem niet vrij vooruit te lopen op de aangewezen weg van overleg. Sprake van welbewust handelen in strijd met gedragsregel 12. Klacht gegrond; berisping

Beslissing van 22 oktober 2012

in de zaak B 143 - 2012

naar aanleiding van de klacht van:

mr. K

klager

tegen:

mr. L

verweerder

1               Verloop van de procedure

1.1         Bij brief aan de raad van 10 mei 2012 met kenmerk K 11-117 , door de raad ontvangen op 11 mei 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement B de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2         De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 3 september 2012 in aanwezigheid van klager en verweerder . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3         De raad heeft kennisgenomen van:

- de brief van de deken van 10 mei 2012, met bijlagen.

2               FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1         Mr. X heeft op 20 juni 2008 namens partij Y een kort geding aanhangig gemaakt tegen een cliënt van klager. De advocatenmaatschap van het kantoor van verweerder is in die procedure ex artikel 217 Rv tussengekomen. De maatschap werd door verweerder als advocaat vertegenwoordigd.

2.2         De cliënt van klager heeft bij exploot van 28 juli 2008 hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de voorzieningenrechter d.d. 3 juli 2008.

2.3         In de appelprocedure is de advocatenmaatschap van het kantoor van verweerder niet verschenen en in november 2010 heeft verweerder de behartiging van de belangen van partij Y van mr. X overgenomen. Verweerder heeft in zijn conclusie van antwoord geciteerd uit een e-mail van mr. X aan klager d.d. 13 oktober 2010, welk e-mail hij als productie bij de conclusie van antwoord heeft overgelegd.

2.4         Klager heeft verweerder per e-mail d.d. 20 juni 2011 bericht dat hij had vastgesteld dat verweerder confraternele correspondentie in het geding had gebracht. Klager gaf aan hiervoor geen toestemming te hebben verleend, noch te zullen verlenen. Hij verzocht verweerder de conclusie van antwoord en bijbehorende producties in te trekken en deze aangepast opnieuw in te dienen.

2.5         Verweerder heeft per e-mail d.d. 22 juni 2011 geantwoord te betreuren dat er kennelijk sprake was van een vergissing. Hij berichtte dat de citaten niet afkomstig waren uit het dossier van mr. X, doch uit een e-mail die hij als vertegenwoordiger van de tussengekomen procespartij S had ontvangen.

3               KLACHT

3.1         De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder in strijd met gedragsregel 12 lid 1 confraternele correspondentie in een procedure heeft overgelegd en daarop een beroep heeft gedaan zonder voorafgaand overleg met klager.

4               VERWEER

4.1         Er is geen sprake van handelen in strijd met gedragsregel 12. De e-mail van 13 oktober 2010 heeft zijn vertrouwelijk karakter verloren door de doorzending hiervan door mr. X. Hierdoor is deze e-mail in de openbaarheid gekomen en heeft deze zijn vertrouwelijk karakter verloren.

4.2         De e-mail geeft een rechtsfeit weer, namelijk dat van berusting in het vonnis van de voorzieningenrechter.

4.3         Als er sprake was geweest van confraternele correspondentie dan hadden de cliënten van verweerder een zo zwaarwegend belang bij het overleggen van de e-mails dat de eventuele vertrouwelijkheid daarvan voor dat belang had moeten wijken.

4.4         Ook bij inachtneming van de voorschriften van gedragsregel 12 zou het resultaat hetzelfde zijn geweest. Ook indien de deken verweerder geen toestemmend advies zou hebben verleend, zou verweerder op grond van het zwaarwegend belang van zijn clienten hebben mogen aannemen dat de eventuele vertrouwelijkheid van de correspondentie daarvoor moest wijken.

5.           BEOORDELING

5.1     Vast  staat dat verweerder als opvolgend advocaat heeft geciteerd uit

e-mailberichten tussen twee advocaten en dat hiervoor door klager geen toestemming is verleend.

  5.2     De raad volgt verweerder niet in zijn verweer dat het hem vrij stond de e-mail  van mr. X over te leggen, aangezien deze e-mail zijn vertrouwelijk karakter had verloren. Het staat een advocaat immers niet vrij in rechte een beroep te doen op brieven en andere mededelingen van de ene advocaat aan de andere, tenzij het belang van de cliënt dit bepaaldelijk vordert, maar dan niet zonder voorafgaand overleg met de advocaat van de wederpartij. Indien dit overleg niet tot een oplossing leidt, dient het advies van de deken te worden ingewonnen voordat in rechte een beroep als vorenbedoeld wordt gedaan. Of een brief c.q. e-mail al dan niet vertrouwelijk is, is daarbij niet relevant.. Voormelde regel is van toepassing op alle correspondentie tussen advocaten.

  5.3     Verweerder had zich alvorens een beroep te doen op confraternele correspondentie behoren te houden aan de ter zake voor hem als advocaat geldende regels. Het stond verweerder niet vrij om vooruit te lopen op de daartoe aangewezen weg van overleg.

  5.4     De raad volgt verweerder overigens niet in zijn stelling dat het belang van zijn cliënten bepaaldelijk vorderde dat de e-mailberichten in het geding zouden worden gebracht, aangezien uit deze stukken niet blijkt dat door de wederpartij in het vonnis was berust.

   6.       MAATREGEL

   6.1     Verweerder wist dat hij zich aan de voor advocaten geldende gedragsregel betreffende confraternele correspondentie had behoren te houden. Verweerder heeft welbewust in strijd hiermee gehandeld. De raad is daarom van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere dan de hierna op te leggen maatregel.

   7.       BESLISSING

      De raad van discipline:

                  verklaart de klacht gegrond en legt verweerder ter zake op de maatregel van berisping.

            Aldus gewezen door mr. J.K.B. van Daalen, voorzitter, mrs. L.R.G.M. Spronken, J.J.M. Goumans, J.F.E. Kikken en A.J. Sol , leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 22 oktober 2012.

                              griffier                                                    voorzitter                                    

                  Deze beslissing is in afschrift op23 oktober 2012

per aangetekende brief verzonden aan:

-       klager

-       verweerder

                        -   de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement B

-       de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld

door:

-          verweerder

-          de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

                        Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de

beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin

de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van

Discipline:

a.   Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.   Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of

dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.   Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de

indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl