ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3255 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H 16-2012

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3255
Datum uitspraak: 03-09-2012
Datum publicatie: 18-09-2012
Zaaknummer(s): H 16-2012
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Belangenconflict
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Optreden voor B.V. in procedure tegen de voormalige statutair directeur van die B.V. Geen sprake geweest van advocaat-cliënt relatie en noch gebleken van andere bezwaren. Geen schending van gedragsregel 7. Klacht ongegrond.

Beslissing van 3 september 2012

     in de zaak H16-2012

naar aanleiding van de klacht van:

                                        A

                                        klager

                                        tegen:

                                         B

                                        verweerster

1                Verloop van de procedure

1.1         Bij brief aan de raad van 11 januari 2012 heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement ’s-Hertogenbosch de klacht van 18 november 2011 ter kennis van de raad gebracht.

1.2         De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 25 juni 2012 in aanwezigheid verweerster, vergezeld door een kantoorgenoot . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3         De raad heeft kennis genomen van:

-          de brieven van de deken d.dis. 11 en 17 januari 2012 en de daarbij gevoegde stukken;

-          de nagekomen brief van verweerster d.d. 4 juni 2012;

-          de nagekomen brief van klager d.d. 12 juni 2012.

2        FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1      Verweerster is de advocaat van X en behartigt de belangen van X. in een procedure tegen klager. Klager is statutair directeur geweest van X Toen klager nog statutair directeur was van X heeft verweerster X bijgestaan in een advieskwestie.

3        KLACHT

3.1     De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in:    

          Schending van gedragsregel 7, vierde lid, nu verweerster optreedt tegen een voormalig cliënt.

          Toelichting:

          Het staat verweerster niet vrij om op te treden voor X in een procedure tegen klager omdat zij in het verleden met klager, die toen nog statutair directeur was van X., heeft samengewerkt.

4               VERWEER

4.1     Van schending van gedragsregel 7 is geen sprake. Verweerster is nooit opgetreden voor klager. Klager is direct noch indirect haar cliënt geweest. Verweerster heeft enkel eenmalig een korte ontmoeting gehad met klager in een advieskwestie die nooit een inhoudelijke zaak is geworden.

5        BEOORDELING

5.1     Het is de advocaat niet toegestaan tegen een voormalige cliënt of een bestaande cliënt van hem of van een kantoorgenoot van hem op te treden behoudens het bepaalde in de leden 5 en 6 genoemde uitzonderingen.

5.2     Klager stelt dat verweerster in strijd met gedragsregel 7 heeft gehandeld. Nu verweerster, in haar hoedanigheid van advocaat van X., intensief contact heeft gehad met klager, die toen nog statutair directeur was van X., staat het verweerster niet vrij om voor X. op te treden in een procedure tegen klager, aldus klager.

5.3     Verweerster heeft betwist dat van een intensief contact met klager sprake is geweest. Verweerster stelt dat zij enkel eenmalig een korte ontmoeting gehad met klager in een advieskwestie die nooit een inhoudelijke zaak is geworden.

5.4     In dergelijke gevallen, waarin de lezingen van partijen omtrent de inhoud van de klacht uiteen lopen en niet goed kan worden vastgesteld welke van beide lezingen het meest aannemelijk is, kan die klacht c.q. dat klachtonderdeel in beginsel niet gegrond worden verklaard. Dit berust niet hierop dat het woord van klager minder geloof verdient dan het woord van verweerster maar op de omstandigheid dat voor het oordeel dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld eerst voldoende aannemelijk moet zijn dat het verweten handelen feitelijk heeft plaatsgevonden. Dat nu is in deze zaak niet het geval.

5.5     Uit de aan de raad overgelegde stukken kan geenszins worden afgeleid dat ooit sprake is geweest van een cliënt-advocaat relatie tussen klager en verweerster. Het contact dat heeft plaatsgevonden was functioneel. Niet is gebleken dat verweerster daarbij een zodanige kennis omtrent de persoon van klager zou hebben vergaard dat die haar nu zou moeten beletten tegen hem op te treden. Noch is gebleken van andere bezwaren op basis waarvan het verweerster thans niet zou vrijstaan om tegen klager op te treden.

5.6     De raad komt tot de slotsom dat van een schending van gedragsregel 7 geen sprake is, zodat de klacht als ongegrond moet worden afgewezen.            

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart de klacht ongegrond.

Aldus uitgesproken ter openbare zitting van 3 september 2012 door  mr. M.I.J. Hegeman, voorzitter, mrs. P.A.M. van Hoef, A.J. Sol, L.W.M. Caudri, L.R.G.M. Spronken, leden, bijgestaan door mr. Th.H.G. van de Langenberg als griffier.

griffier                                                                         voorzitter                                     

Deze beslissing is in afschrift op 4 september 2012     

per aangetekende brief verzonden aan:

-        klagers gemachtigde

-        verweerster

-        de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement ‘s-Hertogenbosch

-         de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-         klager

-         verweerster

-        de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement ‘s-Hertogenbosch

-         de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.       Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.       Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.       Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl