ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA2602 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H132-2011

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA2602
Datum uitspraak: 27-02-2012
Datum publicatie: 18-04-2012
Zaaknummer(s): H132-2011
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Dreigementen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verweerder heeft gehandeld binnen de grenzen die hem als advocaat van de wederpartij vrijstonden.   Verzet ongegrond.

Beslissing van 27 februari 2012

in de zaak H 132-2011

naar aanleiding van de klacht van:

A

klaagster

tegen:

B

verweerder

1.       VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1     Bij brief van 7 juli 2011, ter griffie binnengekomen op 8 juli 2011, heeft klaagster verzet aangetekend tegen de beslissing van de voorzitter van de Raad van 30 juni 2011, verzonden op 4 juli 2011.

1.2     Het verzet is behandeld ter openbare zitting van de raad van 9 januari 2012. Ter zitting is klaagster verschenen in de persoon van haar bestuurder, tezamen met haar manager en verweerder in persoon. Van de behandeling is proces verbaal opgemaakt.

1.3     De raad heeft kennis genomen van de brief van klaagster van 7 juli 2011 en de daarbij gevoegde memorie van verzet.

2.       FEITEN

2.1     De raad gaat uit van de feiten en van de omschrijving van de klacht zoals in de beslissing van de voorzitter omschreven, nu het verzet daartegen niet is gericht.

3.       DE KLACHT

3.1     In zijn brief van 4 april 2011 heeft verweerder zich schuldig gemaakt aan het misdrijf van afdreiging.

3.2     In zijn daarop volgende brief maakt verweerder zich wederom schuldig aan dit misdrijf en werkt hij mee aan een smaad- en lastercampagne tegen zijn wederpartij.

4.       BESLISSING VAN DE VOORZITTER

4.1     Bij beslissing van 30 juni 2011 heeft de voorzitter van de Raad de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen.

5.       HET VERZET

5.1     De voorzitter heeft een aanzet gegeven tot een inhoudelijke behandeling van de klacht. Daarbij zijn echter twee gronden tezamen behandeld. Daardoor zijn deze gronden onvoldoende weerlegd.

6.       BEOORDELING VAN HET VERZET

6.1     Het onderzoek in verzet heeft niet geleid tot de vaststelling van andere feiten danwel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmede de Raad zich geheel verenigt.

6.2     Het verzet zal daarom als ongegrond worden afgewezen.

7.       BESLISSING

          De Raad wijst het verzet als ongegrond af.

Aldus gewezen door  mr. G.J.E. Poerink, voorzitter, mrs. I. E.M. Sutorius,

mevr. Th. Kremers, mevr. A.A.Freriks, A.A.J. Maat, leden, met bijstand van mr. C.M. van Lanschot als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 27 februari 2012.

Voorzitter                                                                      Griffier

Verzonden op:28 februari 2012

Ingevolge het bepaalde in artikel 46h lid 4 Advocatenwet kan tegen deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.