ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA2200 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H 41 - 2011
ECLI: | ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA2200 |
---|---|
Datum uitspraak: | 07-11-2011 |
Datum publicatie: | 29-11-2011 |
Zaaknummer(s): | H 41 - 2011 |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | E-mailbericht waarin klager aankondigde een akte te nemen had geen confraterneel karakter. In het kader van de behartiging van de belangen van de cliënt bij het gerechtsof bezwaar maken tegen het indienen van die akte geeft geen blijk van onwelwillendheid als bedoeld in gedragsregel 17. Klacht ongegrond. |
H 41-2011 Klacht
Raad van Discipline
In het ressort ’s-Hertogenbosch
Beslissing
inzake
de klacht van:
de heer mr. X
klager,
advocaat te Z.
tegen
de heer mr. Y,
verweerder,
advocaat te A.
−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−
1. Verloop van de klachtprocedure.
Bij schrijven van 18 februari 2011 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement ‘s-Hertogenbosch de stukken in bovenvermelde klachtzaak aan de raad doen toekomen welke stukken vermeld zijn in de bij voormelde brief gevoegde inventarislijst.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 19 september 2011, waarvoor partijen werden opgeroepen bij brieven van de griffier van 28 juni 2011, waarbij aan hen werd medegedeeld dat de stukken ter inzage zouden liggen ten kantore van de griffier tot 5 september 2011.
Bij de mondelinge behandeling is verweerder verschenen. Klager is niet verschenen.
2. De feiten
2.1 Het volgende is komen vast te staan:
Verweerder treedt op voor een verhuurder en had een uitvoerbaar bij voorraad verklaard kort geding vonnis strekkende tot ontruiming verkregen. Klager, optredend voor de huurder, had spoedappel tegen dit vonnis aangetekend en incidenteel opheffing van de uitvoerbaar bij voorraad verklaring gevraagd, hetgeen door het Hof is afgewezen. Het Hof heeft de zaak op 16 november 2010 verwezen naar de rol van 23 november 2010 voor fourneren, waarna klager verweerder op 17 november 2010 per e-mail op de hoogte heeft gesteld van zijn voornemen om op 23 november 2010 niet te fourneren, maar een akte te nemen om aan het Hof kenbaar te maken dat het incidenteel arrest in zijn visie onjuist was. Verweerder zag hierin een onnodige vertraging en heeft het Hof op 17 november 2010 bericht op voorhand niet akkoord te gaan met enige te nemen akte.
Vervolgens is de akte op 23 november 2010 door het Hof geweigerd, heeft verweerder gefourneerd en is de zaak naar de rolzitting van 30 november 2010 verwezen voor het wijzen van arrest . Op de rolzitting van 30 november 2010 is toch nog een akte genomen door klager en is de zaak voor arrest verwezen naar de rolzitting van 28 december 2010.
3. De klacht
3. De klacht houdt het volgende in:
Verweerder heeft zich niet tegenover een mede-advocaat gedragen zoals een advocaat betaamt; immers hij heeft gedragsregel 12 ( in rechte geen beroep doen op confraternele correspondentie) en gedragsregel 17 ( streven naar confraterneel vertrouwen, welwillendheid) geschonden. Op klagers confraternele aankondiging op roldatum 23 november 2010 niet te zullen fourneren, maar een akte te zullen nemen, heeft verweerder het Hof verwittigd bezwaar te hebben tegen het nemen van die akte.
4. Het verweer
4. Het standpunt van verweerder houdt in:
Het bezwaar is onbegrijpelijk: het staat verweerder vrij om bezwaar te maken tegen een aangekondigde akte. Het e-mailbericht d.d. 17 november 2010 van klager had helemaal geen confraterneel karakter. Het betrof een spoedappel en de zaak was al verwezen voor fourneren. Het gaat niet aan om dan nog een akte te nemen. Op 30 november 2010 heeft klager alsnog akte genomen, zonder verweerder tevoren in te lichten.
5. Beoordeling van de klacht
5.1. Op basis van gedragsregel 12 mag op brieven en andere mededelingen van de ene advocaat aan de andere in rechte geen beroep worden gedaan, tenzij het belang van de cliënt dit bepaaldelijk vordert, maar dan niet zonder voorafgaand overleg met de advocaat van de wederpartij.
5.2. Nu het e-mailbericht van klager aan verweerder d.d. 17 november 2010 op geen enkele wijze rept over de inhoud van het geschil, doch slechts een mededeling bevat van feitelijke aard, is de raad van oordeel dat dit e-mailbericht niet als confraternele correspondentie in de zin van gedragsregel 12 kan worden gekwalificeerd. Door bezwaar te maken tegen de door klager aangekondigde akte heeft verweerder gedragsregel 12 naar het oordeel van de raad dan ook niet geschonden.
5.3. Op basis van gedragsregel 17 behoren advocaten in het belang van de rechtzoekenden en van de advocatuur in het algemeen te streven naar een onderlinge verhouding die berust op welwillendheid en vertrouwen. De raad overweegt dat bij de boordeling van de handelwijze van verweerder tevens in ogenschouw moet worden genomen dat hem, in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij van de cliënt van klager, een grote mate van vrijheid toe kwam om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkwam. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad.
5.4. Verweerder achtte het in het belang van zijn cliënt dat de spoed appèl procedure niet werd vertraagd door het nemen van een akte door klager. De raad is van oordeel dat verweerder daarom in het kader van de behartiging van de belangen van zijn cliënt bezwaar mocht maken tegen het indienen van die akte. De handelwijze van verweerder geeft naar het oordeel van de raad geen blijk van onwelwillendheid als bedoeld in gedragsregel 17.
5.5. De raad is kortom van oordeel dat verweerder van zijn handelwijze geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. De raad wijst de klacht dan ook als ongegrond af.
6. Beslissing
De raad verklaart de klacht ongegrond.
Aldus gegeven door mr. G.J.E. Poerink, voorzitter en mrs. I.E.M. Sutorius, E.J.P.J.M. Kneepkens, A.A. Freriks, A.A.J. Maat, leden, in tegenwoordigheid van mr. Th.H.G. van de Langenberg, griffier, en in het openbaar uitgesproken ter openbare zitting van de raad d.d. 7 november 2011
mr. Th.H.G. van de Langenberg, mr. G.J.E. Poerink,
griffier. voorzitter.
Verzonden op: 8 november 2011
Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.
De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.
De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per Post.
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.
b. Bezorging.
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.
c. Per fax.
Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.
Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.
Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.