ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA2188 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch B72-2011

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA2188
Datum uitspraak: 31-10-2011
Datum publicatie: 25-11-2011
Zaaknummer(s): B72-2011
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Geen sprake van excessief declareren; er is periodiek gedeclareerd overeenkomstig het afgesproken uurtarief .en met verantwoording van de bestede tijd. De declaraties zijn steeds zonder protest betaald. Gemaakte afspraken zijn steeds schriftelijk aan klager bevestigd terwijl klager schriftelijk op de hoogte is gesteld van het resultaat van de inspanningen. Klacht ongegrond.

B72-2011

Raad van Discipline

in het ressort ’s Hertogenbosch

Beslissing inzake de klacht van:

A

klager,

tegen:

B

verweerder

1. Het verloop van de procedure

Bij brief van 28 maart 2011 heeft de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement C de door klager op 12 maart 2010 ingediende klacht toegezonden aan de Raad samen met de in de inventarislijst genoemde stukken.

De klacht is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 29 augustus 2011. Ter zitting zijn klager en verweerder verschenen.

  1. De feiten

Klager was begin 2009 verwikkeld in een procedure in D met de D verkoper van een paard dat door hem was aangekocht. Omdat de D advocaat van klager de advocatuur zou gaan verlaten, heeft klager zich in januari 2009 tot verweerder gewend met het verzoek hem te willen bijstaan in deze kwestie.

  1. De klacht

De klacht bestaat uit de navolgende onderdelen:

- verweerder heeft excessief gedeclareerd inzake zijn advisering aan klager omtrent een in D aanhangige procedure;

- verweerder is zijn met klager gemaakte afspraken niet nagekomen.

  1. Het verweer

Verweerder stelt dat beide onderdelen van de klacht ongegrond zijn. Na afloop van de bespreking op zijn kantoor van 29 januari 2009 heeft hij klager diezelfde dag nog per email een opdrachtbevestiging gestuurd, waarin zijn uurtarief is opgenomen en waarin de gemaakte afspraken zijn vastgelegd. Bij brief van 23 februari 2009 heeft verweerder klager geïnformeerd over de uitkomst van zijn overleg met de D advocaat van klager, waarbij de complicaties in de procedure, de problemen bij de bewijsvoering en de mogelijkheden van een beslaglegging in D en/of E zijn besproken. Eind maart 2009 zijn al deze facetten door verweerder nog eens met klager besproken, hetgeen verweerder bij brief van 1 april 2009 aan klager heeft bevestigd.

Met betrekking tot zijn declaraties aan klager stelt verweerder € 4.785,94 aan klager te hebben gedeclareerd, waarna de laatste declaratie ad € 1.372,15 door hem voor 50% is gecrediteerd. Hij heeft gedeclareerd overeenkomstig zijn overeengekomen uurtarief en alle declaraties zijn door klager voldaan.

5. Beoordeling van de klacht

Met betrekking tot het eerste onderdeel van de klacht hanteert de Raad het uitgangspunt dat de tuchtrechter niet de bevoegdheid heeft declaratiegeschillen te beslechten doch slechts waakt tegen excessief declareren. Daarvan is naar het oordeel van de Raad geen sprake geweest. Verweerder heeft periodiek aan klager gedeclareerd overeenkomstig het met hem overeengekomen uurtarief en met een verantwoording van de door hem bestede tijd. Deze declaraties zijn door klager dan ook zonder protest betaald. Dit onderdeel van de klacht is derhalve ongegrond.

Ook het tweede onderdeel van de klacht beoordeelt de Raad ongegrond. Verweerder heeft de met klager gemaakte afspraken schriftelijk aan hem bevestigd en heeft nadien ook klager schriftelijk op de hoogte gesteld van het resultaat van zijn inspanningen. Dat dit resultaat grotendeels negatief is geweest, valt niet aan verweerder te wijten; op hem rustte immers slechts een inspanningsverplichting.

  1. De beslissing

De Raad wijst beide onderdelen van de klacht als ongegrond af.

Aldus gegeven door mevr mr. M. I. J. Hegeman, voorzitter, mrs. mevr. J.C. van den Dries, mevr. E.J.P.J.M. Kneepkens, E.P.C.M.Teeuwen en J.F.E. Kikken, leden, in tegenwoordigheid van mr. C.M. van Lanschot, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 31 oktober 2011.

griffier voorzitter

verzonden op: 1 november 2011.

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient uw appelmemorie in het bezit t e zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie , maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

De appelmemorie kan op de volgende wijze worden ingediend bij het Hof van Discipline

  1. Per post. Het postadres van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.
  2. Bezorging. De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.
  3. Per fax. Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608; tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607