ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1897 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H 54 - 2010

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1897
Datum uitspraak: 04-07-2011
Datum publicatie: 13-08-2011
Zaaknummer(s): H 54 - 2010
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Beleidsvrijheid
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Essentie: Het staat een advocaat vrij om zijn cliënt, op basis van de bevindingen van zijn medisch adviseur, heropening van de zaak te ontraden. Een advocaat is niet verplicht een in zijn ogen kansloze procedure te starten. Niet gebleken is dat verweerder bij de totstandkoming van zijn advies onzorgvuldig heeft gehandeld dan wel dat hij klager onvoldoende heeft geïnformeerd. Verzet ongegrond.

H 54 - 2010 Verzet

Raad van Discipline

in het ressort ’s Hertogenbosch

Beslissing

inzake

het verzet tegen een voorzittersbeslissing

betreffende een klacht van  

X,

verder te noemen: klager,

tegen

Y

advocaat,

verder te noemen: verweerder.

1. Verloop van de procedure

1.1       Bij brief van 10 april 2010, door de raad ontvangen op 13 april 2010 heeft klager tijdig verzet aangetekend tegen de beslissing van de voorzitter van de raad dd 26 maart 2010, verzonden op 6 april 2010.

1.2       De raad heeft voorts kennis genomen van :

-           de brief van klager dd. 25 april 2011;

            -           de brief van verweerder dd. 12 april 2011.

1.3       Het verzet is behandeld ter openbare zitting van de raad van 16 mei 2011.

Klager heeft de raad bij brief dd. 25 april 2011 bericht niet ter zitting aanwezig te zullen zijn. Verweerder heeft de raad bij brief dd. 12 april 2011 bericht niet ter zitting aanwezig te zullen zijn.

2. De feiten

            De raad gaat uit van de feiten en van de omschrijving van de klacht zoals in de beslissing van de voorzitter omschreven, nu het verzet daartegen niet is gericht.

3. De klacht

            De klacht luidt als volgt:

1. Verweerder heeft geen gebruik gemaakt van een betaalde medische adviseur die   door de Staat wordt vergoed;

2. Uit het arrest van het Hof Arnhem dd. 22 september 2009 volgt dat ook verweerder als advocaat onzorgvuldig heeft gehandeld bij de behartiging van de hem toevertrouwde belangen.

3. Een advocaat moet zich door een goed adviseur laten adviseren. Verweerder had daarom een betaalde adviseur moeten inschakelen;

4. Een overweging in het arrest van het Hof Arnhem van 22 september 2009 is niet wel te verenigen met een overweging van datzelfde Hof in zijn eerdere arrest van 18 maart 2003;

5. Het Hof Arnhem overweegt in het arrest van 22 september 2009 dat ook als geen beroepsfout zou zijn gemaakt door mr. X de vorderingen zouden zijn afgewezen;

6. De medische adviseur heeft wanprestatie gepleegd jegens klager en diens gezin en daardoor schade berokkend;

7. Als verweerder klager juist geadviseerd had dan zou klager de procedure, geëindigd met het arrest van het Hof Arnhem van 22 september 2009, niet verloren hebben.

4. Beslissing van de voorzitter

4.1.      Niet gebleken is dat, zoals klager stelt, de medisch adviseur van verweerder zich in deze zaak onvoldoende zou hebben ingespannen, omdat hij geen kosten in rekening heeft gebracht. Dat het negatief advies voor klager teleurstellend was is begrijpelijk, maar dat betekent niet dat verweerder daarvan een tuchtrechtelijk verwijt valt te maken. Het staat een advocaat vrij om zijn cliënt, op basis van de bevindingen van zijn medisch adviseur, heropening van de zaak te ontraden. Niet gebleken is dat verweerder kennelijk onjuist heeft geadviseerd.

4.2.      De klachtonderdelen 2, 4, 5 en 7 hebben betrekking op gerechtelijke procedures, waarin verweerder niet als advocaat optrad. Deze klachtonderdelen zijn bezwaarlijk te begrijpen als betrekking hebbend op gedragingen van verweerder.

4.3.      Het in klachtonderdeel 6 verwoorde verwijt is niet gericht tegen verweerder.

4.4.      De voorzitter heeft de klachtonderdelen 2, 4, 5, 6 en 7 als kennelijk niet-ontvankelijk en de klachtonderdelen 1 en 3 als kennelijk ongegrond afgewezen.

5. Het verzet

5.1       De raad verstaat het verzet aldus dat klager zich niet kan verenigen met de beslissing van de voorzitter.

5.2.      Klager heeft het verzet samengevat als volgt toegelicht:

            Op verweerder rustte de plicht om voor klager als advocaat op te treden in diens zaken tegen de verloskundige en de deskundigen, deze door klager aan hem toevertrouwde zaak zorgvuldig te behandelen en zijn cliënt in die mate in te lichten dat deze een juist inzicht had in de stand der zaak. Verweerder heeft niet aan deze op hem rustende verplichting voldaan, temeer gezien het belang dat het resultaat van het betreffende advies kon hebben voor de beoogde civiele procedure tegen de andere adviserende advocaten en de advocaten die eerder geprocedeerd hebben.

6. Beoordeling van het verzet

6.1.      De voorzitter heeft terecht overwogen dat het een advocaat vrijstaat om zijn cliënt, op basis van de bevindingen van zijn medische adviseur, heropening van de zaak te ontraden. Een advocaat kan niet worden verplicht een in zijn ogen kansloze procedure aanhangig te maken. Niet gebleken is dat verweerder bij de totstandkoming van zijn advies onzorgvuldig heeft gehandeld dan wel dat hij klager onvoldoende heeft geïnformeerd.

6.2.      Het onderzoek van de raad in verzet heeft niet geleid tot een vaststelling van andere feiten danwel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter waarmede de raad zich verenigt. Mitsdien zal het verzet als ongegrond worden afgewezen.

7. Beslissing

De raad wijst het verzet als ongegrond af.

Aldus gegeven door mr. M.I.J. Hegeman, voorzitter, en mrs. P.J.W.M. Theunissen, P.A.M. van Hoef, R.G.A.M. Theunissen en L.R.G.M. Spronken, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 4 juli 2011.

griffier                                                   voorzitter

Verzonden op: 5 juli 2011

Ingevolge het bepaalde in artikel 46h lid 4 Advocatenwet kan tegen deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.