ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1771 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 251 - 2010

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1771
Datum uitspraak: 20-06-2011
Datum publicatie: 08-07-2011
Zaaknummer(s): M 251 - 2010
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Het is in zijn algemeenheid zo dat de standpunten, die de advocaat van de wederpartij inneemt, dan wel de wegen die hij volgt, de andere partij niet welgevallig zijn, dan wel tot kosten van de andere partij leiden om zijn eigen standpunten te verdedigen. Dat betekent echter niet dat die advocaat de grens heeft overschreden van hetgeen hem als advocaat tegenover de wederpartij van zijn cliënt vrijstond.   Klacht ongegrond.

M 251 - 2010

Raad van Discipline

in het ressort ’s Hertogenbosch

Beslissing inzake de klacht van:

X,

klaagster

tegen:

Y,

verweerder

  1. Verloop van de procedure

Bij brief van 9 december 2010, door de Raad ontvangen op 10 december 2010, heeft de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Maastricht de door klaagster ingediende klacht, door de Deken ontvangen op 8 mei 2010, toegezonden aan de Raad tezamen met de in de inventarislijst genoemde stukken.

Hierna heeft de Raad op 27 januari 2011 nog een ongedateerde brief van klaagster ontvangen. Ook heeft de Raad op 15 april 2011 nog ontvangen de brief van verweerder van 12 april 2011, met een aantal bijlagen.

De klacht is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 26 april 2011. Ter zitting zijn klaagster en verweerder in persoon verschenen.

  1. De feiten

Verweerder is opgetreden voor de wederpartij van klaagster bij de afwikkeling van een vennootschap onder firma, waarvan de wederpartij en klaagster de vennoten waren.

  1. De klacht

De door klaagster tegen verweerder ingediende klacht bestond aanvankelijk uit 8 verschillende onderdelen. In haar brief welke door de Raad op 27 januari 2011 is ontvangen, geeft klaagster aan de onderdelen 1,3,4 en 6 van haar klacht niet langer te willen handhaven. Ook ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft zij zulks bevestigd. Dit betekent dat de klacht als volgt kan worden samengevat:

Verweerder optredend voor de wederpartij, heeft nodeloos de belangen van klaagster geschaad doordat hij:

-          klaagster bestookte met intimiderende brieven, waardoor zij op hoge kosten werd gejaagd;

-           bewust de afwikkeling van de v.o.f, waarvan zijn cliënt en klaagster de vennoten waren, heeft tegengehouden;

-          beslag heeft gelegd op klaagsters bezittingen, welk beslag vervolgens is opgeheven zonder dat klaagster de kosten daarvan verhaald kreeg;

-          misbruik heeft gemaakt van kennis, kunde en bevoegdheden.

  1. Het verweer

Verweerder betwist dat hij de belangen van klaagster nodeloos heeft geschaad. Evenmin heeft hij klaagster met intimiderende brieven bestookt. Hij heeft klaagster op uitdrukkelijk verzoek van zijn client laten weten dat deze geen contact met klaagster wenste. Verweerder bestrijdt ook dat hij de afwikkeling van de v.o.f, zou hebben tegengehouden; zulks was noch in zijn belang noch in het belang van zijn client. Door verweerder is in opdracht van zijn client inderdaad beslag gelegd op de bezittingen van klaagster welk beslag nadien mede op advies van verweerder aan zijn client is opgeheven. Verweerder ontkent dat hij misbruik zou hebben gemaakt van kennis, kunde en bevoegdheden. Klaagster werd bijgestaan door een eigen advocaat met wie verweerder steeds professioneel is omgegaan.

  1. Beoordeling van de klacht

De klacht betreft het optreden van de advocaat van een wederpartij. Bij de beoordeling van een dergelijke klacht behoort ervan te worden uitgegaan dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn client te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. De Raad zal de klacht met inachtneming van dit uitgangspunt beoordelen.

Verweerder heeft naar het oordeel van de Raad steeds gehandeld in het belang van zijn client en overeenkomstig diens instructies. Het is niet aannemelijk dat verweerder de afwikkeling van de vennootschap onder firma, waarvan zijn client en klaagster vennoten waren, bewust heeft tegengehouden of bemoeilijkt. Zulks zou immers noch in zijn belang noch in het belang van zijn client geweest zijn. Ook het beslag dat verweerder op de bezittingen van klaagster heeft doen leggen is geschied in opdracht van zijn client.

Het is in zijn algemeenheid zo dat de standpunten die de advocaat van de wederpartij inneemt dan wel de wegen die hij volgt, de andere partij niet welgevallig zijn, dan wel tot kosten voor de andere partij leiden om zijn eigen standpunten te verdedigen. Dat betekent echter niet dat die advocaat de grens heeft overschreden van hetgeen hem als advocaat tegenover de

wederpartij van zijn client vrijstond. Het is daarom dat de Raad de klacht ongegrond acht.

  1. Beslissing

De Raad wijst de klacht in alle onderdelen als ongegrond af.

Aldus gegeven door: mevr. Mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, en mrs. H.C.M. Schaeken, mevr. M.B. Ph. Geeraedts, L.J.G. de Haas, mevr. A. Groenewoud, in tegenwoordigheid van mr C.M. van Lanschot, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 20 juni 2011.

Griffier                                                                        Voorzitter

Verzonden op: 21 juni 2011

Van deze beslissing kan binnen dertig dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van de termijn van dertig dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

  1. per post. Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

  2. Bezorging. De griffie is gevestigd aan het adres: Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

  3. Per fax. Het faxnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

Voor het inwinnen van informatie: het telefoonnummer van het Hof van Discipline is: 076- 5484607.