ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1717 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch B21-2011

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1717
Datum uitspraak: 06-06-2011
Datum publicatie: 15-06-2011
Zaaknummer(s): B21-2011
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Reeds betaalde declaraties komen, behoudens bijzondere omstandigheden, niet in aanmerking voor begroting. Van bijzondere omstandigheden is niet gebleken. Door op de door de Raad van Toezicht begrote declaraties toegepaste matiging was niet van dien aard dat gesproken moet worden van exorbitant hoge declaraties.   Klacht ongegrond

B 21-2011

Raad van Discipline

in het ressort ’s Hertogenbosch

Beslissing

inzake

de klacht van

X

verder te noemen: klager,

tegen

Y

verder te noemen: verweerder.

1. Verloop van de procedure

1.1       De deken van de orde van advocaten in het arrondissement Breda heeft bij brief van 9 april 2010 de door klager ingediende klacht toegezonden aan de raad. De raad heeft de klacht behandeld ter zitting dd. 27 september 2010. Bij beslissing dd. 29 november 2010 heeft de raad de onderdelen 1 tot en met 5 van de klacht als ongegrond afgewezen. Klager heeft op 30 december 2010 appel ingesteld tegen voormelde beslissing van de raad. Klachtonderdeel 6 is voor nadere instructie terugverwezen naar de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Breda.

1.2       Bij brief dd. 24 januari 2011 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Breda de beslissing van de Raad van Toezicht van de Orde van Advocaten in het arrondissement Breda dd. 14 december 2009, met bijlagen, aan de raad doen toekomen

1.3.      De raad heeft voorts kennis genomen van de brief van klager dd. 4 april 2011.

1.4.      De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad van 18 april 2011.

Ter zitting is verweerder verschenen. Klager heeft de raad bij brief dd. 4 april 2011 bericht niet ter zitting aanwezig te zullen zijn.

2. De feiten

2.1              Verweerder heeft in de periode van augustus 2006 tot en met december 2007 juridische bijstand aan klager verleend in een echtscheidingsprocedure.

Verweerder heeft bij brief dd. 9 oktober 2008 de onbetaald gebleven declaraties van zijn kantoor ter begroting bij de Raad van Toezicht ingediend. De Raad van Toezicht heeft de declaraties over het jaar 2007 begroot. De Raad van Toezicht zag geen aanleiding om de door klager zonder protest betaalde declaraties over de periode augustus tot en met december 2006 te begroten, enerzijds omdat zonder protest betaalde declaraties in beginsel niet voor begroting in aanmerking komen, anderzijds omdat van bijzondere omstandigheden, die een afwijking van dit beginsel rechtvaardigen, niet was gebleken.

2.2.            De Raad van Toezicht heeft de declaraties over 2007 gematigd. Het saldo van de nog openstaande declaraties was € 13.651,21 inclusief verschotten en BTW. De Raad van Toezicht heeft de declaraties begroot op € 11.280,57. De belangrijkste reden voor matiging was het gegeven dat tussen partijen in 2006 een uurtarief van € 180,00 exclusief 6% kantoorkosten en BTW was overeengekomen en dat geen afspraak was gemaakt voor een verhoging van het uurtarief voor 2007. Verweerder had vanaf februari 2007 een uurtarief van € 200,00 exclusief verschotten en BTW gehanteerd. De Raad van Toezicht is bij de begroting van de declaraties uitgegaan van het in 2006 overeengekomen uurtarief van € 180, -.

3. De klacht

3.1       De klacht luidt als volgt:

            Verweerder heeft exorbitant gedeclareerd.

4. Beoordeling van de klacht

4.1.      De raad stelt voorop dat de tuchtrechter niet de bevoegdheid heeft declaratiegeschillen te beslechten, doch slechts waakt tegen excessief declareren. De raad zal bij de beoordeling van de klacht uitgaan van dit uitgangspunt.

4.2.      Klager stelt dat de klacht betrekking heeft op het gehele dossier. De raad volgt klager niet in zijn stelling dat de resultaten van de begroting van het gehele dossier dienen te worden afgewacht. De Raad van Toezicht heeft bij beslissing dd. 14 december 2009 de declaraties over het gehele jaar 2007 begroot. De declaraties over 2006, die door klager zonder protest zijn behouden en betaald zijn niet begroot. Zoals de Raad van Toezicht in zijn beslissing terecht opmerkt komen betaalde declararaties immers, behoudens bijzondere omstandigheden, niet in aanmerking voor begroting. De Raad van Toezicht heeft vervolgens vastgesteld dat bijzondere omstandigheden, die dat in dat geval anders zouden hebben moeten maken, niet gesteld of gebleken zijn. Dit betekent dat de Raad van Toezicht de declaraties over het jaar 2006 heeft beoordeeld en niet tot vaststelling van bijzondere omstandigheden, waaronder excessief declareren, is gekomen.

4.3.      Op de declaraties over 2007 heeft de Raad van Toezicht een matiging toegepast, in die zin dat is uitgegaan van het aanvankelijk afgesproken uurtarief a € 180, -, aangezien niet was gebleken dat was afgesproken dat per 1 januari 2007 een hoger uurtarief zou worden gehanteerd. De declaraties over 2007 zijn op die grond weliswaar aangepast, maar deze wijziging was niet van dien aard dat gesproken moet worden van exorbitant hoge declaraties.

4.4.      Op grond van het bovenstaande komt de raad tot het oordeel dat niet is gebleken dat sprake was van excessief declareren, zodat de klacht als ongegrond dient te worden afgewezen.

5. Beslissing

De raad wijst de klacht als ongegrond af.

Aldus gegeven door mr. R.P.G. Houterman, voorzitter, en mrs. E.P.C.M. Teeuwen, A.L.W.G. Houtakkers, P.A.M. van Hoef en J.D.E. van den Heuvel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 6 juni 2011.

Griffier                                                                                    Voorzitter

Verzonden op: 7juni 2011.

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

  1. Per post.

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

  1. Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

  1. Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.