ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1640 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch B 186-2010

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1640
Datum uitspraak: 18-04-2011
Datum publicatie: 18-05-2011
Zaaknummer(s): B 186-2010
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Wat in het algemeen niet betaamt
Beslissingen: Berisping
Inhoudsindicatie:   Verweerders hebben ten onrechte de indruk gewekt dat zij bij de echtscheiding ook de belangen van klager zouden behartigen. Eveneens hebben zij ten onrechte aangegeven dat het tekenen van de akte van berusting alleen gevolgen zou hebben voor de inschrijving van de echtscheiding en niet voor de alimentatie. Zij hebben daarna ook niets meer gedaan om het alimentatievraagstuk op te lossen hoewel zij die indruk wel bij klager hadden gewekt. Klacht gegrond; maatregel berisping.

B 186 – 2010

Raad van Discipline

In het ressort s’Hertogenbosch

Beslissing

Inzake de klacht van: 

klager, X

gemachtigde: Y

tegen:

A en B

verweerders.

  1. Het verloop van de procedure

Bij brief van 23 september 2010, door de Raad ontvangen op 24 september 2010, heeft de Deken van de Orde van de Advocaten in het arrondissement Breda de door klager op 21 januari 2010 ingediende klacht toegezonden aan de Raad tezamen met de in de inventarislijst genoemde stukken.

De klacht is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 21 februari 2011. Zowel klager als verweerders zijn ter zitting verschenen.

  1. De feiten

In september 2006 heeft de ex-echtgenote van klager zich gewend tot mr. A omdat zij een echtscheiding wilde aanvragen. Klager was het daarmede eens en heeft op verzoek van mr. A gegevens over zijn financiële situatie verstrekt. Vanaf begin 2008 is ook mr. B bij de zaak betrokken. Klager is er steeds van uitgegaan dat beide verweerders ook voor hem optraden in de echtscheidingsprocedure. Dat bleek niet het geval te zijn.

De rechtbank heeft op 28 februari 2008 een beschikking gewezen waarin naar de mening van klager te hoge alimentatiebedragen waren vastgesteld. Klager heeft daarover aan verweerders om uitleg gevraagd, maar deze niet of nauwelijks verkregen. Wel hebben verweerders er bij klager op aangedrongen een akte van berusting te ondertekenen. Beiden hebben daarbij aangegeven dat het ondertekenen van deze akte voor klager geen financiële gevolgen zou hebben. Hierop heeft klager de akte van berusting getekend erop vertrouwende dat daarmede zijn financiële  belangen niet zouden worden geschaad. Daarna is klager ermee geconfronteerd, dat door deze ondertekening de alimentatie definitief is komen vast te staan.

3.   De klacht.

De klacht bestaat uit de volgende onderdelen:

1.      Verweerders hebben ten onrechte de indruk gewekt dat zij bij de echtscheiding ook de belangen van klager zouden behartigen.

2.      Verweerders hebben ten onrechte aangegeven dat het tekenen van de akte van berusting alleen gevolgen zou hebben voor de inschrijving van de echtscheiding en niet voor de alimentatie.

3.      verweerders hebben, ondanks hun belofte nadat ze klager de akte van berusting hadden laten ondertekenen, niets meer gedaan om het alimentatievraagstuk in der minne op te lossen.

       4.     Het verweer

 4.1            Verweerders stellen dat het voor klager duidelijk moet zijn geweest, dat zij   

Uitsluitend voor zijn ex-echtgenote optraden. Hij is daarop meermaals schriftelijk gewezen. Ook is hem door verweerders geadviseerd zelf een advocaat in te schakelen.

4.2             Verweerders hebben tegenover klager aangegeven dat er na de echtscheidingsbeschikking nog financiële zaken geregeld moesten worden bij de afwikkeling van de huwelijksgemeenschap. Klager wist echter, althans behoorde te weten dat de alimentatie onderdeel uitmaakte van de echtscheidingsbeschikking.

5.         Beoordeling van de klacht

5.0.            Een advocaat dient zich zodanig te gedragen dat het vertrouwen in de advocatuur niet geschaad wordt. Dit geldt ook als de advocaat optreedt voor een tegenpartij zoals, naar klager achteraf heeft moeten vaststellen, in deze kwestie het geval was. In het licht van deze norm zal de raad de klacht beoordelen.

5.1.            Uit de aan de Raad overgelegde correspondentie tussen klager en verweerders blijkt dat klager er steeds vanuit is gegaan dat verweerders in de echtscheidingsprocedure ook voor hem zouden optreden, hoewel verweerders er enkele malen op hadden gewezen dat zulks niet het geval was. Doordat klager ondanks dit laatste bleef volharden in zijn visie hadden verweerders moeten begrijpen dat hun boodschap niet duidelijk op klager was overgekomen. Verweerders hadden daarbij moeten beseffen dat klager in het buitenland verbleef en dat het Nederlands niet zijn moedertaal is. Het had dus op de weg van verweerders gewezen om hem op dit punt de vereiste duidelijkheid te verschaffen. Op dat punt zijn verweerders jegens hem tekort geschoten. De Raad acht dit onderdeel van de klacht derhalve gegrond.

5.2.            Ook het tweede onderdeel van de klacht acht de Raad gegrond. Het moet voor beide verweerders duidelijk geweest zijn dat er van de kant van klager bezwaren waren tegen de hoogte van de alimentatiebijdrage die in de echtscheidingsbeschikking was opgenomen. Door te stellen dat de ondertekening van de akte van berusting slechts ten doel had de echtscheidingsbeschikking te kunnen inschrijven in de registers van de Burgerlijke Stand en dat de financiële zaken daarbuiten nog geregeld dienden te worden, hebben beide verweerders tegenover klager een onjuist beeld van de werkelijkheid gegeven.

5.3.            Ook na de ondertekening van de akte van berusting door klager en nadat door klager daarna nog eens zijn bezwaren waren geuit over de hoogte van de alimentatiebijdrage, hebben verweerders tegenover hem de indruk gewekt dat deze nog aangepast zou kunnen worden. Gebleken is echter dat de cliënte van verweerders niet tot enige tegemoetkoming op dit punt bereid was. De indruk is derhalve ten onrechte gewekt dat zulks anders zou zijn. Ook op dit punt zijn verweerders in hun communicatie met klager derhalve tekort geschoten. Ook dit onderdeel van de klacht acht de Raad derhalve gegrond. Na te melden maatregel is passend, gezien de ernst van de aan verweerders te maken verwijten. Daarbij is geen onderscheid te maken tussen wat beide verweerders individueel kan worden verweten.

       6. Beslissing 

De Raad verklaart alle onderdelen van de klacht gegrond en legt aan beide verweerders ter zake op de maatregel van berisping.

Aldus gegeven door mr.P.M. Knaapen, voorzitter, en mrs. R.F.L.M van Dooren, mw E.J.P.J.M. Kneepkens, J.J.M Goumans en mr J.F.E. Kikken, leden, in tegenwoordigheid van  mr C.M. van Lanschot, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 18 april 2011.

Griffier                                                                        Voorzitter

Verzonden op: 19 april 2011,

Van deze beslissing kan binnen dertig dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van de termijn van dertig dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

  1. per post. Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

  2. Bezorging. De griffie is gevestigd aan het adres: Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

  3. Per fax. Het faxnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

Voor het inwinnen van informatie: het telefoonnummer van het Hof van Discipline is: 076- 5484607.